Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tholen

Instructie voor de beheerders van de gemeentelijke gebouwen en daarbij behorende terreinen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTholen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInstructie voor de beheerders van de gemeentelijke gebouwen en daarbij behorende terreinen
CiteertitelInstructie voor de beheerders van de gemeentelijke gebouwen en daarbij behorende terreinen'.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-1999Onbekend

06-07-1999

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Instructie voor de beheerders van de gemeentelijke gebouwen en daarbij behorende terreinen.

 

Burgemeester en wethouders van Tholen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

b e s l u i t e n :

vast te stellen de navolgende 'Instructie voor de beheerders van de gemeentelijke gebouwen en daarbij behorende terreinen'.

Artikel 1

In deze instructie wordt verstaan onder:

Beheerder:

beheerder van een der gemeentelijke dorpshuizen.

Schoonhoud(st)er/beheerder:

van een der gemeentelijke gymnastieklokalen en andere gebouwen.

Schoonmaakbedrijf:

bedrijf waarvan personeel wordt ingehuurd voor het schoonhouden en beheer van de gymnastieklokalen.

Chef van de afdeling:

de chef van de afdeling Algemene Zaken en Welzijn of diens daartoe aangewezen plaatsvervanger.

Artikel 2

De beheerder alsmede het schoonmaakbedrijf staan onder de verantwoordelijkheid en toezicht van de chef van de afdeling.

Artikel 3

De beheerder en/of het schoonmaakbedrijf geeft, indien hij/zij of diens personeel door ziekte of om andere redenen verhinderd is zijn/haar functie uit te oefenen, hiervan onmiddellijk kennis aan de chef van de afdeling.

Artikel 4

De beheerder opent vóór en sluit deuren en ramen na het gebruik van het gebouw.

Hij/zij controleert na het gebruik of de waterleidingkranen zijn gesloten, de verlichting is uitgedaan en of er personen of goederen in het gebouw zijn achtergebleven.

Hij/zij controleert tevens of er schade of verontreiniging in het gebouw en aan de inrichting is veroorzaakt. In deze gevallen geeft hij/zij naast de vermelding van de schade tevens een opgave wie deze heeft veroorzaakt aan de chef van de afdeling.

Artikel 5

Tot de taak van de beheerder behoort:

  • a.

    het bevorderen van een zuinig energiegebruik;

  • b.

    het schoonhouden van het gebouw en het daarbij behorende terrein;

  • c.

    het onderhoud van de aanwezige inrichting en het toezicht dat deze inrichting en materialen overeenkomstig de bestemming worden gebruikt;

  • d.

    het verrichten van alle werkzaamheden die voor een goed functioneren van het gebouw noodzakelijk zijn.

Artikel 6

Tot de taak van de beheerder (dorpshuizen) behoort naast het in het voorgaande artikel genoemde, tevens het verrichten van buffetdiensten.

Artikel 7
  • 1.

    De dorpshuizen worden alleen tegen de geldende tarieven door de beheerders beschikbaar gesteld voor activiteiten in het gebouw, derhalve niet als horeca-inrichting bij activiteiten buiten het gebouw.

  • 2.

    De buffetexploitatie door de beheerder mag alleen plaatsvinden tijdens activiteiten in het gebouw als in het 1e lid genoemd.

Artikel 8

Voor noodzakelijke aanvullingen van de inventaris, alsmede van gebreken aan gebouw of inrichting doet de beheerder opgave aan de chef van de afdeling.

Artikel 9

De beheerder is bevoegd personen die door hun gedragingen de goede orde, veiligheid en zedelijkheid of een goede bedrijfsvoering verstoren, terstond de toegang tot het gebouw te ontzeggen.

Indien het naar zijn/haar oordeel gewenst is om personen voor een langere periode of voorgoed de toegang tot het gebouw te ontzeggen, dient hij/zij hiertoe een voorstel in bij de chef van de afdeling.

Artikel 10

Tenzij anders is bepaald doet de beheerder aan het eind van elke maand een opgave van het gebruik van het gebouw.

Artikel 11

De beheerder maakt en houdt de toegang tot het gebouw sneeuwvrij.

Artikel 12

In gevallen waarin deze instructie niet voorziet, beslist de chef van de afdeling. Tegen deze beslissingen is beroep mogelijk bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 13

Deze instructie treedt in werking op 1 september 1999.

Sint-Maartensdijk, 6 juli 1999.

Burgemeester en wethouders van Tholen,

de secretaris, de burgemeester,