Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dronten

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDronten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017
CiteertitelVerordening reclamebelasting 2017
Vastgesteld doorGemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt Marktgeldverordening 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 227

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017Nieuwe regeling

24-11-2016

Gemeenteblad d.d. 29-12-2016, nr. 188130

B16.002329

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017

Geconsolideerde tekst van de regeling

 

De raad van de gemeente Dronten,

gelezen het voorstel van het college van 9 september 2016, B16.002329

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de raadscommissie van oktober 2016;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017(Verordening reclamebelasting 2017):

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Openbare aankondiging: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar van de openbare weg.

  • b.

    Onroerende zaak: elk afzonderlijk WOZ-object, afgebakend op grond van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken;

  • c.

    Jaar: een kalenderjaar.

  • d.

    GBLT: het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus – Tricijn te Zwolle.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven voor het hebben van een openbare aankondiging dat zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de niet-woning waarop en/of waarbij één of meer openbare aankondigingen worden aangetroffen.

  • 2.

    Onder niet-woning wordt verstaan de onroerende zaak die niet volledig dienstbaar is aan woondoeleinden, conform artikel 220a, lid 2 van de Gemeentewet.

Artikel 4. Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    Met een openbare aankondiging door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • b.

    Die uitsluitend dient ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De reclamebelasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelasting zoals die voor het belastingobject voor het belastingjaar is vastgesteld.

Artikel 6. Belastingtarief

De belasting bedraagt 0,255 % van de WOZ-waarde van de onroerende zaak waarop en/of waarbij één of meer openbare aankondigingen worden aangetroffen.

Artikel 7. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8. Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de heffing verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen resteren.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van belastingplicht nog volle etmalen overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    Indien de belastingplicht eindigt na dagtekening van het aanslagbiljet, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.

  • 5.

    Een aanslag van minder dan € 5,00 wordt niet opgelegd.

  • 6.

    Voor de toepassing van het vijfde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.

Artikel 10. Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog in het desbetreffende kalenderjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 van dit artikel neergelegde hoofdregel.

  • 3.

    Op de in lid 2 van dit artikel geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Nadere regels door het Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn

Het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Reclamebelasting 2016’ van 26 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als “Verordening Reclamebelasting 2017”.

     

Dronten, 24 november 2016

de raad van Dronten,

D.Petrusma MMC mr. A.B.L. de Jonge

griffier voorzitter