Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Beleidsregel voor het toestaan van bevoorradend verkeer op de busbaan en het voetgangersgebied van het Stationsplein in de gemeente Amersfoort

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel voor het toestaan van bevoorradend verkeer op de busbaan en het voetgangersgebied van het Stationsplein in de gemeente Amersfoort
CiteertitelBeleidsregel voor het toestaan van bevoorradend verkeer op de busbaan en het voetgangersgebied van het Stationsplein in de gemeente Amersfoort
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, Raadsdelegatiebesluit, Algemeen Mandaatbesluit

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-2003Onbekend

11-03-2003

www.amersfoort.nl (stadsberichten)

1005054

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel voor het toestaan van bevoorradend verkeer op de busbaan en het voetgangersgebied van het Stationsplein in de gemeente Amersfoort

 

 

Beleidsregel

Reg.nr. 1005054

Burgemeester en wethouders van Amersfoort;

  • -

    gegeven dat de noordelijke bebouwing aan het Stationsplein redelijk ver verwijderd is van de voor autoverkeer opengestelde weg;

  • -

    dat het tussenliggende openbaar gebied met name is bestemd en ingericht voor voetgangers, fietsen, bussen en taxi’s;

  • -

    dat het voetgangersdeel (hierna: voetgangersgebied) voor het stationsgebouw en voor de kantoor- en winkelvleugels ter weerszijden, verboden gebied is voor auto’s;

  • -

    dat de bevoorrading van de aanwezige winkels en bedrijven, conform afspraken tussen de gemeente en de ontwikkelaar tijdens het ontwerpproces van de bebouwing en het openbaar gebied, plaats dient te vinden via de achterzijde, via de langs de spoorbaan aangelegde bevooradingsweg Het Achterom;

  • -

    dat bij de in 1990/1991 gebouwde oostelijke kantoor- en winkelvleugel achteraf is gebleken dat niet elk bedrijf aan het Stationsplein via Het Achterom bereikbaar is, reden waarom daar een regeling tot stand is gekomen, waarbij bevoorrading via een aangewezen deel van het voetgangersdeel mogelijk is (zie tekening);

  • -

    dat bepaalde bedrijven, ondanks de huidige voorzieningen en regels voor bevoorrading, vanwege de specifieke producteigenschappen, toch in de problemen komen met de bevoorrading van hun bedrijf;

  • -

    dat het in genoemde situaties kan voorkomen dat voor een adequate bevoorrading regelmatig de bestaande verkeersregels worden overtreden;

overwegende dat het in bepaalde gevallen, vanwege specifieke producteisen en/of kenmerken, gewenst is regels te stellen voor het gebruik van het voetgangersgebied van het Stationsplein, en als afgeleide daarvan ook voor het gebruik van de busbaan;

dat het concreet gaat om detailhandel in vis-, schaal- en weekdieren, detailhandel in bloemen, maaltijdverstrekkende bedrijven met een bezorgdienst c.q. dineruitzending en dergelijke;

dat de in dit besluit genoemde wegen zijn gelegen binnen Amersfoort;

gelet op artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op het Raadsdelegatiebesluit en op het Algemeen Mandaatbesluit;

BELEIDSREGEL VOOR HET TOESTAAN VAN BEVOORRADEND VERKEER IN HET VOETGANGERSGEBIED VAN HET STATIONSPLEIN IN DE GEMEENTE AMERSFOORT

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze regel verstaat onder ontheffing: het verlenen van een ontheffing van het verbod om met een motorvoertuig op het voetgangersgebied van het stationsplein te rijden.

Artikel 2 Ontheffing

Onder de hiernavolgende voorwaarden, ten behoeve van de bevoorrading, voor bepaalde tijden en dagen ontheffing te verlenen voor het rijverbod op het voetgangersgebied van het Stationsplein, en om daar te kunnen komen, van het rijverbod op een nader te bepalen deel van de busbaan.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een ontheffing voor het berijden van het voetgangersgebied van het Stationsplein moet schriftelijk worden ingediend bij de politie district Eemland-zuid;

  • 2.

    De aanvraag voor een ontheffing wordt getoetst aan de voor dit gebied actuele vastgestelde beleidsregel en eventuele bijbehorende besluiten en voorschriften.

Artikel 4 Beslissingstermijn

De chef van het politiedistrict Eemland beslist namens burgemeester en wethouders uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag;

Artikel 5 Vereisten voor ontheffingverlening

Om voor een ontheffing in aanmerking te kunnen komen is vereist dat de aanvrager aan alle in dit artikel genoemde voorwaarden voldoet:

  • 1.

    een natuurlijk persoon en handelingsbekwaam is;

  • 2.

    aangetoond heeft aan de publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening te voldoen;

  • 3.

    aangetoond heeft dat het bedrijf waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd is gevestigd aan de noordzijde van het Stationsplein;

  • 4.

    aangetoond heeft dat het bedrijf geen bevoorradingsmogelijkheid heeft via de bevoorradingsweg Het Achterom;

  • 5.

    aangetoond heeft dat het bedrijf bederfelijke of kwetsbare producten voert, die slechts over zeer korte afstand te voet mogen of kunnen worden vervoerd;

Artikel 6 Voorwaarden aan ontheffingverlening

1.De ontheffing kan uitsluitend verleend worden aan houders/gebruikers van motorvoertuigen, met dien verstande dat nadere voorwaarden kunnen worden gesteld aan gewicht, lengte en breedte van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing wordt verleend;

2.Aan het verlenen van de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden inzake de wijze waarop van de ontheffing gebruik mag worden gemaakt. De voorwaarden hebben betrekking op de plaats en de periode waar op de busbaan en in het voetgangersgebied mag worden gereden;

3.De ontheffing wordt pas verleend, nadat de aan de ontheffing verbonden legeskosten zijn voldaan;

4.Een verstrekte ontheffing dient in het voertuig aanwezig te zijn tijdens de aanwezigheid in het gebied, en dient ten behoeve van controle met de voorzijde duidelijk leesbaar achter de voorruit te worden geplaatst.

Artikel 7 Duur van de ontheffing

1.Eenmalige ontheffingen worden verleend voor eenmalig gebruik, tenzij de noodzaak voor meerder gebruik is aangetoond. Indien op één dag de noodzaak voor meerdere bevoorradingen naar het oordeel van burgemeester en wethouders is aangetoond, kan een ontheffing voor één dag worden verstrekt;

2.Ontheffingen die niet onder lid a vallen, worden verleend voor de duur van een kalenderjaar. De ontheffing moet jaarlijks opnieuw worden aangevraagd;

3.Indien op enig tijdstip niet meer wordt voldaan aan de omstandigheden zoals die zijn gebleken uit de gegevens zoals die zijn overlegd bij de aanvraag van de ontheffing, of bij opzegging door de ontheffinghouder zelf, wordt de ontheffing ingetrokken.

Artikel 8 Intrekking Ontheffing

De ontheffing kan worden ingetrokken:

  • 1.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn ingediend;

  • 2.

    indien de aan de ontheffing verbonden voorwaarden of beperkingen niet worden nagekomen;

  • 3.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend;

  • 4.

    indien de houder van de ontheffing daartoe een aanvraag indient;

  • 5.

    indien sprake is van misbruik van de ontheffing;

  • 6.

    bij in gebreke blijven van de betaling van leges;

  • 7.

    na overlijden van de ontheffinghouder.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ”Beleidsregel voor het toestaan van bevoorradend verkeer op de busbaan en het voetgangersgebied van het Stationsplein in de gemeente Amersfoort”.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Vastgesteld in de vergadering van 11 maart 2003.

De secretaris, De burgemeester,

PUBLICATIEDATUM: 19 maart 2003