Organisatie | Amstelveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet basisregistratie personen (BRP) |
Citeertitel | Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet BRP gemeente Amstelveen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2015 | nieuwe regeling | 20-10-2015 | Z-2015/054043 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;
Gelet op de artikelen 1.1, 2.38, 2.39, 2.43, 2.45, 2.48 en 2.49 van de Wet basisregistratie personen, op artikel 30 van het Besluit basisregistratie personen op de circulaire: procedure bij aangiften van verblijf en adres, adreswijziging en vertrek die niet door de betrokken persoon zelf zijn gedaan (BPR2005U58068) van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) van 30 juni 2005, op de circulaire: uitschrijving personen uit de GBA bij vermoeden van achterlating in het land van herkomst (BPR2012-0000371368) van de Minister van BZK van 5 juli 2012 en op de circulaire: Handelwijze bij vermoedens van huwelijksdwang en achterlating, onttrekking van kinderen aan overheidstoezicht en aangifte van geboorte en medische verklaring (BRP2014-0000354950) van de Minister van BZK van 7 juli 2014.
Overwegende dat het noodzakelijk is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte van verblijf en adres, van adresverandering en van vertrek om het oneigenlijke gebruik van de verplichting of bevoegdheid tot het doen van aangifte voor een andere persoon tegen te gaan;
Besluiten vast te stellen: Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet basisregistratie personen (BRP).
Artikel 2. Categorieën van personen die verplicht zijn tot het doen van aangifte van Adreswijziging en vertrek:
Artikel 3. Categorieën van personen die bevoegd zijn tot het doen van aangifte van adreswijziging en vertrek:
het hoofd van een instelling voor gezondheidszorg voor een in die instelling verblijvende persoon die wegens de toestand van zijn gezondheid niet in staat kan worden geacht aan zijn verplichtingen te voldoen of een machtiging daartoe af te geven, dan wel de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel of de bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad van een zodanig persoon, onder overlegging van een schriftelijke verklaring ter zake van het hoofd van de betreffende instelling.
Artikel 5. Aanvullende voorwaarden bij vertrek naar het buitenland van een partner eventueel met kinderen terwijl aangever zelf ingeschreven blijft op een adres in Nederland:
Artikel 6. Aanvullende voorwaarden bij vertrek naar het buitenland van kinderen terwijl aangever en partner zelf ingeschreven blijven op een adres in Nederland
Artikel 7. Aanvullende voorwaarden bij verhuizing van kinderen van het adres van de ene ouder naar het adres van de andere ouder
Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 20 oktober 2015.
de secretaris,
A.S. Meijer
de burgemeester,
drs. M.M. van 't Veld
Indien een persoon aangifte doet van vertrek waarbij niet iedereen van dit adres vertrekt naar het buitenland, dan is deze verplicht in persoon te verschijnen (artikel 2.49 Wet BRP). Dit levert voor de gemeente Amstelveen problemen op als het gaat om studentenhuisvestiging en verzorgingshuizen.
Door de toevoeging “en een gezinsrelatie met de aangever” in lid 3 onder b wordt voorkomen dat personen die buiten de scoop van deze regeling vallen ‘in persoon’ moeten verschijnen.
Als het hele gezin vertrekt kan één persoon aangifte doen voor vertrek voor dit gehele ge- zin (artikel 2.49 Wet BRP). Om er zeker van te zijn dat de partner uit eigen wil is ver- trokken vanuit Nederland is het van belang dat de partner zelf aangifte doet van vertrek naar het buitenland.
Deze aanvullende eis is legitiem gezien de bevoegdheid van een gemeente om aanvullende bewijsstukken te vragen die van belang zijn voor de bijhouding van de basisadministratie (artikel 2.45 Wet BRP).
Om te voorkomen dat de aangever de aangifte van de partner kan vervalsen – de aangever is vaak in het bezit van het identiteitsbewijs van de partner – wordt het verzoek tot het doen van aangifte door de gemeente Amstelveen gestuurd naar de partner naar het adres dat op de aangifte vermeld is. Het adres van de partner wordt in onderzoek genomen.
Heeft de partner de wens geuit te willen terugkeren naar Nederland wordt de Nederlandse autoriteiten in het land waar de partner met eventueel de kinderen verblijven, gevraagd bijstand te verlenen bij een mogelijke terugkeer naar Nederland.
Ouders zijn verplicht voor minderjarige kinderen tot 16 jaar aangifte van vertrek te doen (artikel 2.48 Wet BRP).Voor de overige kinderen hebben de ouders de bevoegdheid om aangifte van vertrek te doen (artikel 2.49 Wet BRP). Om er zeker van te zijn dat het ver- trek van de kinderen in overeenstemming is met de wens van beide ouders is het van be- lang dat de andere ouder verklaart in te stemmen met het vertrek van het kind/de kin- deren naar het buitenland. Deze aanvullende eis is legitiem gezien de bevoegdheid van een gemeente om aanvullende bewijsstukken te vragen die van belang zijn voor de bijhouding van de basisadministratie (artikel 2.45 Wet BRP).
Ouders zijn verplicht voor minderjarige kinderen tot 16 jaar aangifte van adresverandering te doen (artikel 2.48 Wet BRP).Voor de overige kinderen hebben de ouders de bevoegdheid om aangifte van vertrek te doen (artikel 2.49 Wet BRP). Ouders kunnen op verschillende adressen wonen. Kinderen kunnen op beide adressen verblijven waarbij de ouders hebben afgesproken op welke dagen het kind/de kinderen op welk adres verblijft/verblijven. Het is van belang dat het kind/de kinderen ingeschreven staan op het adres waarvan beide ouders hebben afgesproken dat het kind/de kinderen zullen worden ingeschreven in de BRP.
Om er zeker van te zijn dat de wijziging van het adres in overeenstemming is met de wens van beide ouders is het van belang dat de andere ouder verklaart in te stemmen met de adresverandering van het kind/de kinderen. Deze aanvullende eis is legitiem gezien de bevoegdheid van een gemeente om aanvullende bewijsstukken te vragen die van belang zijn voor de bijhouding van de basisadministratie (artikel 2.45 Wet BRP)