Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel gehandicaptenparkeerplaats 2005 |
Citeertitel | Beleidsregel gehandicaptenparkeerplaats 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Art. 15 en 18 Wegenverkeerswet 1994, art. 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, art. 26 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, art. 4:81 Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-01-2005 | 10-11-2011 | Onbekend | 04-01-2005 www.amersfoort.nl (stadsberichten) | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort; gelezen de nota d.d. 20 december 2004.
overwegende dat het gewenst is:
een beleidsregel vast te stellen om te komen tot aanleg van gehandicaptenparkeerplaatsen;
gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer , artikel 26 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;
Een parkeerplaats die is aangeduid met het bord E6 en gereserveerd is voor degene die krachtens artikel 12 BABW de desbetreffende parkeerplaats heeft toegewezen gekregen.
Degene die verzoekt om voor hem een gedeelte van de openbare weg als gehandicaptenparkeerplaats in te richten.
c.Parkeerplaats op eigen terrein (POET):
Tijdstip gedurende drie aaneengesloten dagen (donderdag tot en met zaterdag) waarop de bezetting van bestaande openbare parkeerplaatsen wordt geteld.
Verhouding tussen het aantal op de openbare weg geparkeerde motorvoertuigen binnen een bepaald gebied en het totaal aantal parkeerplaatsen op de openbare weg binnen dat gebied.
Artikel 2 Geneeskundige criteria
Voor een gehandicaptenparkeerplaats kunnen personen in aanmerking komen die motorvoertuigen op meer dan twee wielen besturen en die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij – met de gebruikelijke loophulpmiddelen – in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 20 meter aan een stuk te voet te overbruggen.
langdurige aard hebben, in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats indien de afstand van de woning van de aanvrager tot de dichtstbijzijnde parkeergelegenheid groter is dan 20 meter en niet binnen de maximale afstand ligt die de aanvrager zelfstandig kan overbruggen, met dien verstande dat de aanvrager geen grotere afstand dan 100 meter zelfstandig kan overbruggen.
Artikel 3 Parkeerplaats op eigen terrein
1.In afwijking van het genoemde in artikel 2 kunnen Burgemeester en Wethouders een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats afwijzen, indien de aanvrager kan beschikken over een parkeerplaats op eigen terrein.
Artikel 4 Verkeerskundige criteria
Aanvragers, als bedoeld in het tweede lid van artikel 2 van deze beleidsregel, kunnen in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats indien de parkeerdruk op de bestaande parkeerplaatsen die zijn gelegen binnen de maximale zelfstandige loopafstand van de aanvrager, gemeten vanaf de woning van de aanvrager, tijdens één van de onderzoeksmomenten 100% bedraagt of indien de gemiddelde parkeerdruk tijdens de onderzoeksmomenten meer dan 80% bedraagt.
Artikel 8 Wijziging gehandicaptenparkeerplaats
Indien een aanvrager het motorvoertuig met het kenteken dat op het onderbord bij de aan hem toegewezen gehandicaptenparkeerplaats is aangebracht, niet langer bestuurt, maar een motorvoertuig met een ander kenteken, dient de aanvrager, indien hij van de gehandicaptenparkeerplaats gebruik wil blijven maken, een wijziging van het kenteken aan te vragen.
Artikel 9 Verhuizing gehandicaptenparkeerplaats
Indien een aanvrager van een gehandicaptenparkeerplaats niet langer woonachtig is op hetzelfde adres als ten tijde van de aanvraag voor de hem toegewezen gehandicaptenparkeerplaats, dient de aanvrager, indien hij van een gehandicaptenparkeerplaats gebruik wil blijven maken, een verhuizing van de gehandicaptenparkeerplaats aan te vragen.
De gehandicaptenparkeerplaats wordt verhuisd door middel van het verwijderen van het bord E6 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met het onderbord waarop het kenteken staat vermeld van het motorvoertuig van de aanvrager op de oude locatie van de gehandicaptenparkeerplaats en de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op de nieuwe locaties op de wijze als beschreven in artikel 7 van deze beleidsregel.
De hoogte van de in de voorgaande leden van dit artikel, het vierde lid van artikel 8, het vijfde lid van artikel 9, het tweede lid van artikel 11 en het derde lid van artikel 12 van deze beleidsregel genoemde, voor rekening van de aanvrager komende kosten worden opgenomen in de gemeentelijke legesverordening.
Artikel 11 Geldigheidstermijn gehandicaptenparkeerplaats
Wanneer een verzoek voor aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats wordt toegewezen, vindt vijf jaar na het besluit tot toewijzing daarvan een hernieuwd geneeskundig onderzoek en, indien noodzakelijk, een hernieuwd verkeerskundig onderzoek plaats. De resultaten van deze onderzoeken kunnen uitwijzen dat het besluit tot aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats wordt ingetrokken.
1.In die gevallen waarin toepassing van deze beleidsregel tot een bijzondere hardheid leidt, kan ten gunste van de aanvrager afgeweken worden van deze beleidsregel.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De Beleidsregel gehandicaptenparkeerplaats van 17 december 2002, komt met ingang van de onder het eerste lid genoemde datum te vervallen, met dien verstande dat alle voor deze datum aangelegde gehandicaptenparkeerplaatsen met ingang van deze datum worden geacht krachtens deze beleidsregel te zijn toegekend.
Vastgesteld in de vergadering van 4 januari 2005.
Onder de gebruikelijke loophulpmiddelen wordt bijvoorbeeld verstaan een rollator, stok, prothese.
Om te onderzoeken of de aanvrager de beschikking heeft over parkeergelegenheid op eigen terrein kan het POET-overzicht geraadpleegd worden.
Als ondergrens van de gemiddelde bezettingsgraad waarbij een gehandicaptenparkeerplaats kan worden toegekend is 81% aangehouden. Bij een dergelijke bezettingsgraad zijn gemiddeld 4 van iedere 5 parkeerplaatsen bezet. Normaliter betekent dit dat binnen de maximale zelfstandige loopafstand van een aanvrager tenminste 1 parkeerplaats beschikbaar is om te parkeren. Ten aanzien van de onderzoeksmomenten is gekozen voor een drietal aaneengesloten dagen, donderdag tot en met zaterdag. In de regel zijn dit namelijk de dagen waarop de gemiddelde parkeerdruk het hoogst is. Als een gehandicaptenparkeerplaats op een gedeelte van een parkeerstrook of op de rijbaan aangelegd zou moeten worden, moet de wijkverkeerskundige bepalen of dit vanuit verkeerstechnisch en verkeersveiligheidsoogpunt mogelijk en wenselijk is. Daarbij wordt ook de woonomgeving in beschouwing genomen.
Een geneeskundig onderzoek wordt verricht door het RIO Eemland.
Een verkeerskundig onderzoek wordt verricht door ParkeerService.
De aanleg van een toegewezen gehandicaptenparkeerplaats wordt uitgevoerd door ParkeerService.
Gewijzigde omstandigheden kunnen bijvoorbeeld zijn:
Op grond van artikel 4:84 van de Algemene Wet Bestuursrecht handelt een bestuursorgaan in beginsel overeenkomstig de beleidsregel. Tegelijkertijd schrijft dit artikel een uitzondering voor voor het geval dat handelen conform de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Omwille van transparantie is er voor gekozen om deze bevoegdheid expliciet als hardheidsclausule in de beleidsregel op te nemen.