| | |
Mandaatnummer | | |
Alg. aangelegenheden | BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN | REIKWIJDTE/VOORWAARDEN |
AAA01 | Besluiten in: -procedures waartoe met behulp van BA01 is besloten: alle besluiten en proceshandelingen die nodig zijn in het kader van die procedure met uitzondering van de in BA01 genoemde besluiten; -bestuursrechtelijke procedures: ▪het voeren van verweer, tenzij wijziging van het bestreden besluit wordt bepleit en alle overige besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste bezwaar-of beroepsprocedure, ▪waarin wordt verzocht om toepassing van rechtstreeks beroep op grond van art. 7:1a, Awb*, ▪alle besluiten en proceshandelingen in procedures op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv); civielrechtelijke procedures waarbij het financiële belang minder bedraagt dan € 50.000,-, met uitzondering van de procedures als bedoeld in ACJ01, alle besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste procedure. | Onder civielrechtelijke procedures vallen gerechtelijke procedures, arbitragezaken en bindend adviezen. In procedures op grond van de Wahv en in civielrechtelijke procedures met een financieel belang van minder dan € 50.000,- betreft het zowel besluiten tot het starten van een procedure, het voeren van verweer, het instellen van beroep, hoger beroep en cassatie en het beëindigen van de procedure, als alle andere besluiten en proceshandelingen die in het kader van die procedure nodig zijn. Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten. * Dit mandaat kan op grond van art. 10:3 Awbniet worden uitgeoefend door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. |
AAA02 | Besluiten op grond: a.art. 4:5 en 4:6, Awb(vereenvoudigde wijze van afdoen en afdoen herhaalde aanvraag); b.art. 4.7 en 4:8, Awb (horen); c.afdeling 4.1.3, Awb(opschorten beslistermijn; besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen); d.titel 4.4, Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel); e.art. 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b, Awb (bestuurlijke lus en tussenuitspraak) Besluiten tot toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Awb. | Het mandaat voor besluiten op grond van de art. 4:5 en 4:6 van de Awb geldt niet voor subsidies. |
AAA03 | Besluiten op grond van afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel) | |
AAA04 | Het eenmalig danwel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om GS te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke en belastingprocedures | N.b. Dit ziet ook op procedures van Gedeputeerde Staten die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren. |
AAA05 | Het aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekken en voor het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten; en het maken van afspraken en het aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten naar aanleiding van mediationgesprekken | Vaststellingsovereenkomsten als resultaat van mediationgesprekken mogen alleen in ambtelijk mandaat worden aangegaan en ondertekend, indien het conflict zijn oorsprong vindt in een op ambtelijk niveau in mandaat genomen besluit. |
AAA07 | Het afdoen van klachten al dan niet op basis van een advies van de klachtenfunctionaris. | Voor zover het een gedraging betreft van een onder verantwoordelijkheid van de directeur van een directie of dienst ressorterende functionaris. |
AAA08 | Het aanwijzen van personen belast met het houden van toezicht en van buitengewone opsporingsambtenaren’ | |
AAA15 | Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden | |
AAA16 | Besluiten in het kader van de inkoop van werken met een geraamde waarde tot € 3.000.000,-,, en leveringen en diensten met een geraamde waarde tot € 209.000,-, voor zover niet vallend onder AAA17: -tot het uitvragen en de opdrachtverlening (inclusief bekrachtiging) op basis van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem, ongeacht de geraamde waarde; -tot het bekrachtigen van reeds gegeven spoedopdrachten; -tot (het bekrachtigen van) aanvullende opdrachten, voor zover het werken betreft tot een waarde van maximaal € 1 miljoen per aanvullende opdracht.. Alsmede besluiten in het kader van de uitvoering van een aanbestedingsprocedure, die is gestart met toepassing van BA06 of BA07, voor zover niet uitdrukkelijk uitgezonderd. Alsmede besluiten tot verkoop van afgeschreven roerende zaken. | Onder dit mandaat valt niet de afdoening van een klacht in een aanbestedingsprocedure (zie ABIR01). Alle bedragen zijn exclusief BTW. |
AAA17 | Het bekrachtigen van reeds informeel gegeven opdrachten van werken met een geraamde waarde tot € 3.000.000,-, en leveringen en diensten met een geraamde waarde tot € 209.000,-, met uitzondering van spoedopdrachten, aanvullende opdrachten, meerwerkopdrachten en opdrachten op basis van een raamovereenkomst ongeacht de waarde; Het treffen of bekrachtigen van een minnelijke regeling ter voorkoming of beëindiging van een aanbestedingsgeschil met een financieel belang tot € 50.000,-. | Kan uitsluitend worden ondergemandateerd aan divisiedirecteuren. Alle bedragen zijn exclusief BTW. |
AAA18 | Besluiten inzake het verrichten van rechtshandelingen in verband met of voortvloeiend uit een privaatrechtelijke overeenkomst waartoe door of namens GS is besloten. Indien de overeenkomst is aangegaan door GS, blijven daaruit voortvloeiende wezenlijke rechtshandelingen voorbehouden aan GS. Tevens omvat de bevoegdheid het aanwijzen van derden ten behoeve van directievoering. | Het betreft rechtshandelingen als: -het wijzigen, beëindigen of verlengen van een overeenkomst; -beroep doen op bepalingen in een overeenkomst, zoals een boetebeding; - het verlenen en bekrachtigen van een meerwerkopdracht; -het goedkeuren van een herziene planning voor zover binnen de voorwaarden/grenzen van de overeenkomst. Onder wezenlijke rechtshandelingen dienen rechtshandelingen te worden verstaan die de verplichtingen van de provincie in niet geringe mate verzwaren of de risicoverdeling in niet geringe mate in het nadeel van de provincie wijzigen. Het betreft niet het verrichten van rechtshandelingen in verband met buitengerechtelijke geschillen of procedures (BA01, BA01a, AAA01). |
AAA21 | Besluiten in het kader van het beheren van een zekerheidstelling (bankgarantie) | |
AAA22 | Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheden | |
AAA23 | Het verlenen van toestemming tot gebruik van een provinciaal eigendom (grond), anders dan op basis van huur of pacht | |
AAA24 | Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen waarbij het financiële belang minder bedraagt dan € 50.000,-, met uitzondering van: -nadeelcompensatie op grond van de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010 (AAA34 en AAA35); - kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet (AAA34 en AAA35); | Omvat het buiten rechte: a.aansprakelijk stellen van degene door wiens rechtmatig of onrechtmatig handelen of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de provincie schade heeft geleden; b.erkennen of afwijzen van aansprakelijkheid voor schade van een ander die te wijten zou zijn aan rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel aan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie; c.toekennen of afwijzen van schadevergoeding in verband met rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie; d.treffen van een minnelijke regeling, al dan niet door middel van een vaststellingsovereenkomst, in de onder a t/m c bedoelde gevallen. Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten. |
AAA26 | Besluiten met betrekking tot gegevensverzamelingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens | Betreft onder andere aanmelding gegevensverzameling bij College Bescherming Persoonsgegevens. |
AAA28 | Besluiten inzake legitimatiebewijzen ten aanzien van: -ambtenaren op grond van art. 5:12 Awb; personen in dienst van dan wel werkzaam voor of vanwege de provincie (in contact met derden). | |
AAA30 | Besluiten betreffende het oninbaar verklaren van openstaande vorderingen tot een bedrag van € 50.000,--. | |
AAA31 | Het verstrekken van informatie aan de Europese Commissie (via BZK) inzake provinciale steunmaatregelen die van aanmelding zijn vrijgesteld | De feitelijk uitvoerende handeling, te weten de elektronische melding via het ministerie van BZK, wordt gecoördineerd door bureau K&C, afdeling FJZ. |
AAA32 | Besluiten omtrent gebruiksovereenkomsten ten behoeve van de provincie: overeenkomsten om niet. De overeenkomsten hebben geen betrekking op inkoop van diensten of leveringen. | |
AAA36 | Besluiten tot het vaststellen van ontwerpgedoogbeschikkingen en definitieve gedoogbeschikkingen | |
AAA37 | Besluiten inzake het vastleggen en wijzigen van financiële verplichtingen en vorderingen en het versturen van facturen in verband met of voortvloeiend uit een overeenkomst of uit de wet. | Het betreft: -financiële verplichtingen uit zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke overeenkomsten of uit de wet; -andere financiële verplichtingen zoals boeten, leges en belastingen. N.b. het betreft niet de aanslagoplegging. |
| | |
| | |
ABI01 | Besluiten inzake ontheffingen en vrijstellingen op basis van: a.de Wegenverordening Zuid-Holland 2010* b.de Vaarwegenverordening Zuid-Holland* c.het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (art. 87 van het RVV) d.de Regeling voertuigen, art. 9.1 (art. 5.1.1, eerste lid, aanhef en onderdeel c, en tweede lid, 5.1.2 en 5.1.3 van de Regeling voertuigen) e.de Scheepvaartverkeerswet (art. 7, eerste lid) f.de Wegenverkeerswet 1994 (verbod om op een weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te nemen (art. 10, eerste lid, en 148, eerste lid, onder b) of g.het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 maart 2003 tot mandatering van hun bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland betreffende beheer en onderhoud van het Utrechtse deel van het Merwedekanaal * behoudens waar het betreft een wijziging en intrekking (geheel en gedeeltelijk) van een verleende ontheffing ten nadele van de betrokkene ingeval van niet of niet behoorlijke naleving van de aan de ontheffing verbonden voorschriften. 1)Alsmede het intrekken en wijzigen van besluiten met betrekking tot kabels en leidingen ten nadele van ontheffing- c.q. toestemminghouders. | |
| | |
| | |
ABI04 | Besluiten op basis van de Wegenverkeerswet 1994 (art. 15 en 19) en het Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (art. 33, 34 en 36) inzake verkeerstekens en maatregelen op of aan de weg | |
| | |
AG10 | Besluiten omtrent overeenkomsten met agrariërs voor de openstelling van hun grond ten behoeve van wandelroutes | |
| | |