Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Bilt

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Bilt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2017
CiteertitelVerordening forensenbelasting 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt per 1 januari 2017 de Verordening forensenbelasting 2016 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 223

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201701-01-2018Nieuwe regeling

03-11-2016

gmb-2016-189028

220084

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente de Bilt - Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 september 2016;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de navolgende

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN FORENSENBELASTING 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een woning binnen de gemeente beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    Indien de woning deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ en waarvoor op grond van hoofdstuk IV van die Wet voor die onroerende zaak een waarde is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen, zoals die voor het belastingobject geldt voor het tijdvak waarover de forensenbelasting wordt geheven.

  • 2.

    De belasting als bedoeld in het eerste lid bedraagt, indien de waarde in het economische verkeer

    a.

    niet meer is dan €50.000

    98,70

    b.

    meer is dan € 50.000, doch niet meer is dan € 100.000

    233,00

    c.

    meer is dan € 100.000, doch niet meer is dan € 150.000

    291,00

     

    d.

    meer is dan € 150.000, doch niet meer is dan € 200.000,

     

    349,00

     

    e.

    meer is dan € 200.000, doch niet meer is dan € 300.000,

     

    408,00

     

    f.

    meer is dan € 300.000, doch niet meer is dan € 400.000,

     

    466,00

     

    g.

    meer is dan € 400.000

     

    524,00

     

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar een vast bedrag per woning, indien:

    • a.

      de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen waarvan de woning deel uitmaaktvoor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van deWet WOZ;

    • b.

      de woning geen deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ;

    • c.

      geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is of wordt vastgesteld.

  • 4.

    Het vaste bedrag als bedoeld in het derde lid bedraagt € 98,70

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Termijnen van betaling

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Nadere regels

Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadereregels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening forensenbelasting 2016’ vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2015 wordtingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, metdien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebbenvoorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening forensenbelasting 2017’.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 3 november 2016

de griffier

drs. T.B.W.M. van derTorre

de voorzitter

mr. drs. G.A.A. Verkerk