Lokale doelen
Artikel 5: Lokale doelen
Naast de in artikel 3:29 van de CAR-UWO vermelde doelen gelden de volgende lokale doelen:
- *
fitnessabonnement of contributie sportvereniging
- *
kosten van een beroepsvereniging
- *
contributie personeelsvereniging
- *
bijdrage aan levensloopregeling
- *
storting in ABP Extrapensioen
- *
fiscale uitruil woon-werkverkeer
Artikel 6: Fitnessabonnement of contributie sportvereniging
- 1.
De medewerker kan het IKB gebruiken voor de bekostiging (van een deel) van zijn of haar fitnessabonnement bij een sportschool of van zijn of haar contributie voor een sportvereniging.
- 2.
De medewerker overlegt bij de keuze via de IKB-module een betalingsbewijs van het fitnessabonnement of de contributie sportvereniging.
Artikel 7: Kosten van een beroepsvereniging
- 1.
Indien de medewerker lid is van een beroepsvereniging, kan hij of zij een keer per jaar het IKB aanwenden voor het doel beroepsvereniging.
- 2.
De medewerker overlegt bij de keuze via de IKB-module de jaaropgave van de beroepsvereniging en het betalingsbewijs.
Artikel 8: Contributie van de personeelsvereniging
Indien de medewerker lid is van de personeelsvereniging, kan hij of zij het IKB aanwenden voor het doel contributie van de personeelsvereniging.
Artikel 9: Begrenzing IKB-uitruil op grond van de artikelen 6, 7 en 8
De maximaal toegestane uitruil voor de in de artikelen 6, 7 en 8 omschreven doelen bedraagt (in verband met het beslag op de vrije ruimte in het kader van de werkkostenregeling) cumulatief € 300,- per medewerker per jaar.
Artikel 10: Vakbondscontributie
- 1.
Indien de medewerker lid is van een vakbond, zoals bedoeld in artikel 12:1, lid 1, sub c en artikel 12:1, lid 3 van de CAR-UWO, kan hij of zij een keer per jaar het IKB aanwenden voor het doel vakbondscontributie.
- 2.
De medewerker overlegt bij de keuze via de IKB-module de jaaropgave van de vakbond en het betalingsbewijs.
Artikel 11: Bijdrage aan levensloopregeling
Indien de medewerker gebruik maakt van de levensloopregeling, kan hij of zij het IKB aanwenden voor het doel levensloopregeling.
Artikel 12: ABP ExtraPensioen
- 1.
De medewerker kan – indien er voor hem/haar fiscale pensioenruimte is – zijn of haar IKB aanwenden om maandelijks een extra storting te doen in ABP ExtraPensioen.
- 2.
Deze stortingen kunnen plaatsvinden totdat de fiscale pensioenruimte die de medewerker hiertoe heeft is bereikt.
- 3.
De medewerker dient bij de keuze via de IKB-module de aanmelding voor ABP ExtraPensioen en de fiscale pensioenruimtebepaling van het ABP te overleggen.
- 4.
Indien de medewerker de maandelijkse stortingen wil beëindigen dan dient hij/zij dit in de IKB-module aan te geven. Het initiatief hiertoe rust uitdrukkelijk bij de medewerker.
Artikel 13: Fiscale uitruil woon-werkverkeer
- 1.
De medewerker kan – indien hiervoor fiscale ruimte is – het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil woon-werkverkeer.
- 2.
Fiscale ruimte is het verschil tussen het bedrag dat maandelijks fiscaal onbelast voor woon-werkverkeer mag worden vergoed aan een medewerker en het bedrag dat daadwerkelijk door de werkgever voor woon-werkverkeer wordt vergoed.
- 3.
De medewerker kan via de IKB-module aangeven gebruik te willen maken van de fiscale uitruil woon-werkverkeer.
- 4.
In geval van verhuizing dient de medewerker dit direct aan de werkgever door te geven.
- 5.
Bij een aanpassing van het aantal dagen waarop de medewerker werkt, wordt het uit te ruilen bedrag dienovereenkomstig aangepast.
- 6.
In geval van afwezigheid of ziekte van de medewerker van meer dan zes weken wordt de uitruil stopgezet.
- 7.
Indien de medewerker de maandelijkse uitruil wil stoppen dan dient de medewerker dit in de IKB-module aan te geven. Het initiatief hiertoe rust uitdrukkelijk bij de medewerker.
Artikel 14: Gevolgen keuzes
Het bepaalde in artikel 3:33 van de CAR-UWO is van toepassing op deze regeling.