Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Verordening Bezwaarschriftencommissie Eindhoven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Bezwaarschriftencommissie Eindhoven
CiteertitelVerordening Bezwaarschriftencommissie Eindhoven
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-03-2018technische aanpassingen

13-03-2018

Gemeenteblad 2018, nr. 19

2018.19
01-09-200615-03-2018Nieuwe regeling

30-01-2006

Gemeenteblad 2006, nr. 39

EN06025206.def

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Bezwaarschriftencommissie Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van de gemeente Eindhoven op 13 maart 2018 heeft besloten:

de navolgende de Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Eindhoven 2006 te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

Verordening Bezwaarschriftencommissie Eindhoven

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: gemeentelijk bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften als bedoeld in artikel 2;

  • c.

    kamer: een kamer van de commissie als bedoeld in artikel 4;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van Eindhoven;

  • e.

    raad: de raad van Eindhoven;

  • f.

    secretaris: de persoon als bedoeld in artikel 6;

  • g.

    mediator: de persoon welke is ingeschreven bij het Nederlands Mediation Instituut of bij een andere gerenommeerde beroepsvereniging en werkt volgens een vastgestelde beroepscode;

  • h.

    bestuursorgaan: de raad, het college, de burgemeester of een commissie als bedoeld in hoofdstuk V, paragraaf 1 van de Gemeentewet, van de gemeente Eindhoven;

  • i.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Commissie.
  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester, als bedoeld in artikel 1:3 van de wet.

  • 2.

    De commissie is bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediendtegen bepaalde door het college aan te wijzen (categorieën van) besluiten, welke zijn of worden opgenomen in een bijlage behorende bij deze verordening.

Artikel 3. Samenstelling commissie.

  • 1.

    De commissie bestaat uit minimaal 7 en maximaal 13 leden en een voorzitter die tevens lid is van de commissie. De voorzitter en de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie:

    • a.

      maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Eindhoven;

    • b.

      mogen niet:

    • *

      als advocaat, procureur of adviseur optreden in geschillen ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur van Eindhoven dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur van Eindhoven; en

    • *

      als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur van Eindhoven.

  • 3.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter en de leden.

  • 4.

    De leden van de commissie ontvangen de vergoeding die een rechter plaatsvervanger per zitting ontvangt, zoals bepaald in het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, zijnde € 294,-- per zitting, peildatum 15 november 2016

  • 5.

    De voorzitter, dan wel plaatsvervangend voorzitter, ontvangt het bedrag als genoemd in het vierde lid, verhoogd met 20%.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen het in het vierde en vijfde lid genoemde bedrag wijzigen indien het bedoelde bedrag, als opgenomen in het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, wijzigt.

Artikel 4. Instelling kamers en werkwijze.
  • 1.

    Het college kan uit het midden van de commissie kamers instellen die belast worden met de voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften.

  • 2.

    Het college bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën van bezwaarschriften door haar worden behandeld.

  • 3.

    De kamers bestaan uit drie leden, door het college uit het midden van de commissie aan te wijzen.

  • 4.

    Het college wijst uit de personen als bedoeld in het derde lid, een voorzitter aan.

  • 5.

    Het college kan een tijdelijke kamer instellen voor de behandeling van bezwaarschriften over een bepaald besluit.

  • 6.

    Alvorens het college een besluit neemt als bedoeld in het eerste t/m het vijfde lid wordt de commissie gehoord.

  • 7.

    Een kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de voltallige commissie zal geschieden.

  • 8.

    De commissie regelt haar eigen werkwijze.

  • 9.

    Ten aanzien van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Zittingsduur en ontslag.
  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van telkens vier jaar, welke periode de eerste maal aanvangt bij de inwerkingtreding van deze verordening. De voorzitter en de leden kunnen worden herbenoemd.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie nemen onmiddellijk ontslag zodra zij niet meer voldoen aan het bepaalde in artikel 3, tweede lid. Het ontslag wordt schriftelijk ingediend bij het college.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissie die aftreden na de periode als bedoeld in het eerste lid dan wel ontslag nemen om andere redenen dan in het derde lid bedoeld, blijven hun functie vervullen tot dat zij zijn herbenoemd dan wel tot dat in hun opvolging is voorzien.

  • 5.

    Hij, die ter vervulling van een tussentijdse vacature tot voorzitter of lid is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Artikel 6. Secretaris.

  • 1.

    Het college wijst een ambtenaar aan als secretaris van de commissie en haar kamers.

  • 2.

    Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 7. Mediation.

  • 1.

    De commissie kan besluiten om zaken die de commissie daartoe geschikt acht, in handen van een mediator te stellen indien belanghebbenden hiertoe toestem­ming hebben gegeven.

  • 2.

    Een mediator kan uit het midden van de commissie worden aangewezen.

Artikel 8. Ingediend bezwaarschrift.

  • 1.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig moge­lijk in handen van de secretaris gesteld.

  • 2.

    Het bestuursorgaan overlegt aan de secretaris alle stukken die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaarschrift.

Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden.

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commis­sie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, voor wat betreft het aan de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behande­ling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 10. Vooronderzoek.

  • 1.

    De secretaris is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen

  • 2.

    De secretaris kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij des­kundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist

Artikel 11. Hoorzitting.

  • 1.

    De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebben­den en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet de secretaris daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwe­rend orgaan.

Artikel 12. Uitnodiging hoorzitting.

  • 1.

    De secretaris van de commissie nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken vóór de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    De secretaris kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de termijn als op­genomen in het eerste lid.

Artikel 13. Quorum hoorzitting.

Voor het houden van een zitting als bedoeld in artikel 11 is vereist dat de meerder­heid van het aantal leden van de commissie onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is, tenzij het horen door de commissie is opgedragen aan de voorzitter of aan één van de leden van de commissie. 

Artikel 14. Niet-deelneming aan de behandeling.

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang hebben en/of daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15. Openbaarheid hoorzitting.

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar, behoudens het bepaalde in het tweede t/m derde lid.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daar­toe een verzoek doet. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 3.

    De zitting van de commissie vindt in ieder geval achter gesloten deuren plaats ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op het terrein van:

    • a.

      sociale zekerheid;

    • b.

      personeelsaangelegenheden.

Artikel 16. Raadlkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voor­zitter.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. Het advies wordt door de secretaris ondertekend.

Artikel 17. Jaarverslag.

De commissie brengt binnen drie maanden na afloop van ieder kalenderjaar schrifte­lijk verslag uit aan de raad, het college en de burgemeester van haar werkzaamheden over het afgelopen jaar.

Artikel 18. Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 19. Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Bezwaarschriftencommissie Eindhoven".

 

 

Eindhoven, 31 augustus 2006.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

A. Sakkers, burgemeester.

G. Kok-Mol wnd. secretaris.

Uitgegeven, 31 augustus 2006.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. mr. G. Kok-Mol.

EN06025206 .def