Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke
leefomgeving/ omgevingsvergunning | |
| | |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | Aanlegkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische
installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren
werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de
aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de
werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder
aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken
of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.2 | Bouwkosten: | | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische
installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren
werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de
bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het
normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad
laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen
geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt
in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan
een derde in het economisch verkeer zou moeten worden
betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop
de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | | |
Hoofdstuk 2
Principeverzoek/welstandsaanvraag | | |
2.2.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een
principeverzoek bedraagt | € | 96,90 |
| |
2.2.1.1 | vermeerderd met | € | 39,60 |
| indien dit verzoek aan de welstandscommissie wordt
voorgelegd. |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som
van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de
vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere
grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, is het tarief: | € | 161,60 |
| |
| |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.500,00 is het
tarief vermeerderd met | € | 161,60 |
| 2,36% |
| van de bouwkosten die de € 2.500,00 te boven gaan; | | |
| | | |
| Overschrijven omgevingsvergunning: | | |
2.3.1.2 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende
omgevingsvergunning | € | 68,45 |
| | | |
| Welstandstoets omgevingsvergunning: | | |
2.3.1.3 | Indien een omgevingsvergunning ter advisering wordt
voorgelegd aan de welstandscommissie, wordt in rekening
gebracht | € | 96,90 |
| | | |
| Welstandstoets: | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 bedraagt het
tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat
onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het
bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk
is: | € | 39,60 |
| | | |
| Achteraf ingediende aanvraag: | | |
2.3.1.5. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt
ingediend na aanvang of gereedkomen van de
bouwactiviteit: | | |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | | 25% |
| | | |
| Aanlegactiviteiten: | | |
2.3.2. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 226,15 |
| |
| |
| | | |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van
een bouwactiviteit: | | |
2.3.3. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 68,10 |
| |
| | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € | 68,10 |
| |
| | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € | 3.544,25 |
| |
| | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de
Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € | 579,20 |
| |
| | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 579,20 |
| |
| | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € | 579,20 |
| | | | | |
| |
| | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 579,20 |
| | | | | |
| |
| | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € | 579,20 |
| |
| | | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij
geen sprake is van een
bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 68,10 |
| |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € | 68,10 |
| |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € | 3.544,25 |
| |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de
Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € | 579,20 |
| |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 579,20 |
| |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € | 579,20 |
| | | |
| |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 579,20 |
| | | | | |
| |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € | 579,20 |
| |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 212,00 |
| |
| |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde
stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f,
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens provinciale verordening of de vigerende
monumentenverordening van de gemeente Landgraaf aangewezen
monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening
of van die gemeentelijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
| | | | | | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een monument: | € | 136,05 |
| |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een
monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in
gevaar gebracht: | € | 136,05 |
| |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-
of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een
krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of
dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c,
van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedraagt het tarief: | € | 136,05 |
| | | | | | | | | |
| |
2.3.6.3 | Mocht voor een project als bedoeld in artikel 2.3 juncto
Bijlage II, hoofdstuk II artikel 2 lid 6 (een collector voor
warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking)
van het Besluit omgevingsrecht (BOR) een omgevingsvergunning
voor deze bouwactiviteit vereist zijn enkel vanwege het feit
dat het een rijksmonument betreft of dat het betreffende
bouwwerk is gelegen in een beschermd Stads- of Dorpsgezicht
als bedoeld in de Monumentenwet 1988, dan is het tarief voor
het in behandeling nemen nihil. | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd
stads- of dorpsgezicht (alternatief voor vast bedrag) | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het
tarief: | | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald,
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of
waarvoor op grond van een provinciale verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € | 116,55 |
| | | | | |
| |
2.3.7.2 | Asbesthoudende materialen | | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.1 bedraagt
het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag
betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een
asbesthoudend product aanwezig is: | € | 39,60 |
| |
| |
| | | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in
de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.4
van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en
eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 38,85 |
| | | | | | | | | |
| |
| | | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het
gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 2.1.5.5 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste
lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € | 38,85 |
| | | | | | | |
| |
2.3.10 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
de vigerende bomenverordening van de gemeente Landgraaf een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € | 25,50 |
| | | | | | | |
| |
| | | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald
gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond
van een bepaling in een provinciale verordening of artikel
4.3.1 van de Algemene plaatselijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het
tarief: | | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van
roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j,
van de Wabo: | € | 38,85 |
| |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt
gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of
gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld
in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € | 38,85 |
| | | |
| |
| | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een
beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het
natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor
de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid,
van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € | 168,20 |
| | | | | |
| |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van
projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats
en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel
19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € | 168,20 |
| | | | | |
| |
| | | |
2.3.12.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid
van een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d,
eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel
artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor
Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring
van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge
artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht: het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in
paragraaf 2.6 van de vigerende Tarieventabel behorende bij
de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg
inzake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een vergunning voor het realiseren van
projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats
of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied als bedoeld in
artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming. Dit
tarief bedraagt: a. Landbouw en overige € 2.491,80 b. Industrie € 12.377,90 c. Infrastructuur € 18.559,25, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten. Voor zover bovenstaande tarieven door
Provinciale Staten van de Provincie Limburg zijn gewijzigd
zijn de vigerende tarieven van kracht. | | |
| | | |
| Restitutiebepaling: | | |
| | | |
2.3.12.4 | Restitutie bij weigeren omgevingsvergunning | | |
| Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of
andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in
of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de
gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van
een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit
onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg,
vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats
van 75% van de geheven leges van de aanvrager. | | |
| | | |
2.3.12.5 | Restitutie bij intrekking aanvraag | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet
in projecten of andere handelingen met gevolgen voor
habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura
2000-gebied, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens
daarop door de Gemeente is beschikt, vindt restitutie door
de Gemeente aan de aanvrager als volgt plaats: a. indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes
maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de
Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager
plaats van 50% van de geheven leges van de aanvrager. b. indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden
na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente,
vindt restitutie plaats door de Gemeente aan de aanvrager
van 25% van de geheven leges van de aanvrager. | | |
| | | |
2.3.12.6 | Leges worden niet geheven voor: | | |
| Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van
een omgevingsvergunning in het kader van projecten of andere
handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of
nabij een Natura 2000-gebied betrekking hebbende op
evenementen en het beheer van een Natura-gebied. | | |
| | | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,
derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief | € | 579,20 |
| |
| |
| | | |
2.3.14 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 38,85 |
| | | |
| |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € | 38,85 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening
betreft | € | 38,85 |
| | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
tweede fase betrekking heeft. | | |
| | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport: | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € | 39,60 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € | 39,60 |
| | | |
2.3.17 | Advies: | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere
instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het
ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het
in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen: | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven: | € | 579,20 |
| |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: | € | 579,20 |
| |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
2.4.1 | Vervallen | | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op
vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel
in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen
als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De
vermindering bedraagt: | | |
2.4.2.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | | 25% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | | 30% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | | 35% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | | |
| | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg- of
sloopactiviteiten | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw
-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl
deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente,
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De
teruggaaf bedraagt: | | |
2.5.1.1. | Indien de gevraagde omgevingsvergunning wegens
onvolledigheid niet verder wordt behandeld | | 80% |
2.5.1.2. | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van
8 weken na het in behandeling nemen ervan | 80% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges; | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in
behandeling nemen ervan | | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges; | |
| | | |
| Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende
omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg- of
sloopactiviteiten: | | |
2.5.2. | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw -,
aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen
2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de
vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen
18 maanden na verlening van de
vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De
teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3. | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen
bedenkingen | | |
| van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17
en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | |
Hoofdstuk 6 Vervallen | | |
| | | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg
van wijziging project | |
2.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als
gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe
wijziging in het project: | € | 161,60 |
| |
| |
2.7.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als
gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld,
omvangrijke wijziging in het project: | € | 579,20 |
| |
| |
| | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder
activiteiten | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke
ordening | € | 3.544,25 |
| |
| |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet
ruimtelijke ordening | € | 3.544,25 |
| |
| |
| | |
Hoofdstuk 9 Sloopmelding (Vervallen) | | |
| | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
| | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
beschikking: | € | 38,85 |
| |