Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor tijdelijke bouwwerken geldt bij een gegeven (jaar) huurprijs dat de bouwkosten worden bepaald met de rekenregel: bouwkosten = 12 maal de jaarhuur; | | |
2.1.1.3 | sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
| | | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
2.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een zaak: | | |
2.2.1.1 | om vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project die in het kader van de Wabo vergunbaar is en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd. Zie bijlage 1. | | |
2.2.2 | om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, waarbij sprake is van planologisch strijdig gebruik en nader onderzoek (principeverzoek) moet plaatsvinden | € | 285,50 |
2.2.2.1 | om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, waarbij sprake is van planologisch strijdig gebruik en die slechts met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo zouden kunnen worden gerealiseerd | € | 2.094,50 |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.1.1.1 | wanneer de bouwkosten niet meer dan € 90.000,00 bedragen: 4,5% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, met een minimum van € 264,00. | | |
2.3.1.1.2 | wanneer de bouwkosten meer dan € 90.000,00 bedragen: € 4.050,00, vermeerderd met 2,90% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 90.000,00 te boven gaan, doch niet meer dan € 180.000,00 bedragen; | | |
2.3.1.1.3 | wanneer de bouwkosten meer dan € 180.000,00 bedragen: € 6.660,00, vermeerderd met 2,60% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 180.000,00 te boven gaan, doch niet meer dan € 270.000,00 bedragen; | | |
| | | |
2.3.1.1.4 | wanneer de bouwkosten meer dan € 270.000,00 bedragen: € 9.000,00, vermeerderd met 2,20% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 270.000,00 te boven gaan met een maximum van € 15.000.000,00. | | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan welstandscriteria, indien: | | |
2.3.1.2.1 | het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd. (zie Bijlage I). | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief | € | 264,00 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | |
2.3.3.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 140,00 |
2.3.3.1.2 | indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking, in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen met een tijdelijke afwijking): | € | 140,00 |
2.3.3.1.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € | 4.647,00 |
2.3.3.1.3.1 | als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.1.3 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt. | | |
2.3.3.1.4 | vervallen | | |
2.3.3.1.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 140,00 |
2.3.3.1.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € | 2.154,50 |
| | | |
| | | |
2.3.3.1.6.1 | als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.1.6 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt. | | |
2.3.3.1.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 2.154,50 |
2.3.3.1.7.1 | als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.1.7 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt. | | |
2.3.3.1.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking voorbereidingsbesluit): | € | 2.154,50 |
2.3.3.1.8.1 | als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.1.8 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt. | | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
2.3.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, | | |
2.3.4.1.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 404,00 |
2.3.4.1.2 | indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking, in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen met een tijdelijke afwijzing): | € | 404,00 |
2.3.4.1.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € | 4.647,00 |
2.3.4.1.3.1 | als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.1.3 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt. | | |
2.3.4.1.4 | vervallen | | |
2.3.4.1.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 404,00 |
2.3.4.1.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € | 2.154,50 |
2.3.4.1.6.1 | als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.1.6 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt. | | |
2.3.4.1.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 2.154,50 |
2.3.4.1.7.1 | als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.1.7 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt. | | |
2.3.4.1.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking voorbereidingsbesluit): | € | 2.154,50 |
2.3.4.1.8.1 | als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.1.8 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt | | |
2.3.4.1.9 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.4.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan welstandscriteria, indien: | | |
2.3.4.1.9.1 | het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd. (Zie bijlage I) | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief: | € | 623,00 |
| | | |
2.3.5.1.1 | dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 56,50 per 500 m² of een gedeelte daarvan; | | |
2.3.5.1.2 | dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 56,50 per 500 m² of een gedeelte daarvan bij aanwezigheid van een brandbeveiligingsinstallatie; | | |
2.3.5.1.3 | dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 28,50 per 500 m² of een gedeelte daarvan bij gelijktijdige aanwezigheid van meer dan 100 personen; | | |
2.3.5.1.4 | Het tarief voor het reviseren van een omgevingsvergunning als bedoeld bij onderdeel 2.3.5 bedraagt per vergunning: | € | 390,00 |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.6.1.1 | voor het verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument worden geen leges in rekening gebracht. | | |
2.3.6.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.6.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan criteria, indien: | | |
2.3.6.1.2.1 | het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland voor de berekening van de tarieven voor adviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd. (Zie bijlage I) | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € | 264,00 |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | | |
2.3.8.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 264,00 |
| | | |
| | | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | |
2.3.9.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.15.3 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 264,00 |
2.3.9.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het veranderen of veranderen van het gebruik van een bestaande uitweg, of een uitweg zonder daadwerkelijke civieltechnische werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 2.15.3 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 155,50 |
2.3.10 | Kappen | | |
2.3.10.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 4.3.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 264,00 |
2.3.11 | Reclame | | |
2.3.11.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van artikel 4.15 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 264,00 |
2.3.12 | Opslag van roerende zaken | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.12.1.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € | 264,00 |
2.3.12.1.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € | 264,00 |
2.3.13 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1988 worden de kosten voor deze handeling geacht te zijn ondergebracht bij de onderdelen 2.3.3 en 2.3.4; | | |
2.3.13.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitatten en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1988 worden de kosten voor deze handeling geacht te zijn ondergebracht bij de onderdelen 2.3.3 en 2.34: | | |
2.3.14 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | |
2.3.14.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is worden de kosten voor deze handeling geacht te zijn ondergebracht bij de onderdelen 2.3.3 en 2.3.4: | | |
2.3.15 | Andere activiteiten | | |
2.3.15.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.15.1.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 264,00 |
2.3.15.1.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € | 264,00 |
2.3.15.1.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.16 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
2.3.16.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid , van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.16.1.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
| | | |
2.3.16.1.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft | | |
2.3.17 | Beoordeling rapporten | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.17.1.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € | 168,50 |
2.3.17.1.2 | voor de beoordeling van een archeologisch onderzoek | € | 168,50 |
2.3.17.1.2.1 | Als voor de begeleiding van het archeologisch onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.17.1.2 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten van die adviseur, met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 2.400,00 niet overschrijden | | |
2.3.17.1.3 | voor de beoordeling van een geluidrapport | € | 168,50 |
2.3.18 | Advies | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.18.1.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.19 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.19.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.19.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | € | 404,00 |
2.3.19.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.19.1.2.1 | Indien een begroting als bedoeld in 3.19.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.20 | Gedoogbeschikking | | |
2.3.20.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gedoogbeschikking voor het tijdelijk zonder | | |
2.3.20.1.1 | Omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk c.q. in afwijking van een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk bouwen, verbouwen of wijzigen van een bouwwerk, als bedoeld in dit hoofdstuk | € | 374,00 |
2.3.20.1.2 | Gebruiksafwijking gebruiken van gronden (planologisch strijdig gebruik) | € | 374,00 |
Hoofdstuk 4 Vermindering |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in 2.2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in 2.2.2.1, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, wordt € 1.584,50 van de ter zake van het van het vooroverleg geheven leges, in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten | | |
2.5.1.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
2.5.1.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan, 75% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges; | | |
2.5.1.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan, 50% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges; | | |
2.5.1.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 6 weken na het in behandeling nemen ervan, 25% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges. | | |
2.5.1.1.4 | De leges, als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1, bedragen nooit minder dan | € | 264,00 |
2.5.2 | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1.1, mits deze aanvraag tot intrekken is ingediend binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.2.1 | Een bedrag minder dan € 500,00 wordt niet teruggegeven | | |
2.5.3 | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges mits deze aanvraag tot intrekken is ingediend binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van het bij onderdeel 2.3.5 berekende bedrag; | | |
2.5.4 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in het onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1.1 De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.4.1 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.4 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak; | | |
2.5.4.2 | De leges, als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 bedragen nooit minder dan | € | 264,00 |
2.5.5 | Teruggaaf van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.3.1.1 en 2.3.3.1.2 of 2.3.4.1.1 en 2.3.4.1.2 vindt plaats als een binnenplanse afwijking of een buitenplanse kleine afwijking van een bepaald bestemmingsplan is toegepast met het oog op het verkrijgen van rechtsgelijkheid/uniformiteit in vergelijking tot andere bestemmingsplannen in de gemeente, waarin ruimere bebouwingsmogelijkheden zijn opgenomen. | | |
2.5.6 | Teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 vindt plaats als door één rechtspersoon meerdere omgevingsvergunningen zijn aangevraagd voor elke woning, of cluster van woningen in Zuiderloo en Nieuw Varne, en waarbij sprake is van herhaling van woonconcepten; | | |
2.5.6.1 | Aan het einde van het kalenderjaar wordt de totale bouwsom van de door of namens één rechtspersoon ingediende aanvragen voor een omgevingsvergunning waarop door de gemeente beslist is in dat kalenderjaar getotaliseerd en berekend wat de hoogte van de leges over deze totale bouwsom bedraagt; | | |
2.5.6.2 | De gemeente keert het verschil uit aan in rekening gebrachte leges voor alle individuele aanvragen en de leges over de totale bouwsom. | | |
2.5.7 | Van de leges verschuldigd op grond van de andere onderdelen in de hoofdstukken van deze titel wordt geen teruggaaf verleend | | |
Hoofdstuk 6 Intrekken omgevingsvergunning |
2.6.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 of 2.5.3 van toepassing is: | € | 264,00 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
2.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | € | 264,00 |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: | € | 4.647,00 |
2.8.1.1 | Als het opstellen van een (postzegel)bestemmingsplan betreft: ‘het bedrag dat aan de aanvrager is meegedeeld blijkend uit een offerte (of begroting) die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een offerte (of begroting) als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt het verzoek voor het opstellen van een bestemmingsplan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte (of begroting) aan de aanvrager ter kennis is gebracht en door aanvrager voor deze vijfde werkdag schriftelijk is meegedeeld dat aanvrager akkoord gaat met het geoffreerde bedrag (de begroting)’. | | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: | € | 4.647,00 |
2.8.2.1 | voor de beoordeling van een verzoek als bedoeld onder punt 2.8.2 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.452,00 niet overschrijden, indien de aanneemsom minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.905,00 niet overschrijden indien de aanneemsom meer dan € 500.000,00 bedraagt | | |
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking |
2.9.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld, wanneer een ontheffingsprocedure in het kader van de Wet Geluidhinder is vereist bedraagt het tarief: | € | 590,00 |
2.9.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € | 264,00 |