Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sliedrecht

Brandbeveiligingsverordening 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSliedrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBrandbeveiligingsverordening 2010
CiteertitelBrandbeveiligingsverordening 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art 3 Wet Veiligheidsregio's

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201014-06-2012aanpassing aan inwerkingtreding wet veiligheidsregio's

04-10-2010

Het Kompas, 14 oktober 2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening 2010

 

 

 

Versie geldig vanaf

 

Verantwoordelijke afdeling

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184) 480140

De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail: gemeente@sliedrecht.nl.

De raad der gemeente Sliedrecht;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 juni 2010;

b e s l u i t.: De Brandbeveiligingsverordening 2010

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);

vast te stellen:

Brandbeveiligingsverordening 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.een inrichting; een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen

bouwwerk is;

b.bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die

op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct

of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren,

Artikel 2 Verbodsbepaling

1.Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende

gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

  • a.

    meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

  • b.

    aan meer dan 4 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal

worden verschaft of,

c.aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk

gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

2.Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming

van het gestelde in de paragrafen 3 en 4.

3.Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde

voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is

verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de

omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de

gebruiksvergunning.

4.Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 3 Weigeringgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van

gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan

worden bereikt.

Artikel 4 Gebniikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en

2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van

toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4,2.5

2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn

overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niel vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 6 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de

brandweer te melden.

Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan

de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet

bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is

begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van

brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 8 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke

boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid,

onder 1 °.

Artikel 9 Overgangsrecht

1.Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening

van 12 januari 2009 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

2.Indien v66r het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om

vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening van 12 januari 2009 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

3.Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning

krachtens de brandbeveiligingsverordening van 12 januari 2009 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening 2010.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het moment van inwerkingtreding van de Wet

veiligheidsregio's.

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Sliedrecht op 4 oktober 2010.

De griffier, De voorzitter,

A.Overbeek M.C. Boevée