Verordening lijkbezorgingrechten 2017
De raad van de gemeente Geldrop-Mierlo;
voorgenomen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders RV
GM2016-023740 d.d. 15 november;
overwegende, dat jaarlijks de belastingverordeningen voor het volgende
belastingjaar aangepast en vastgesteld worden op basis van het
begrotingsbeleid;
gehoord de Algemene Kamer op 8 december 2016;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de
Gemeentewet;
besluit :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten
2017
(Verordening lijkbezorgingrechten 2017).
Artikel 1 Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
begraafplaats:
de algemene begraafplaats, gelegen aan 't Zand;
- b.
eigen graf:
een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- -
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen;
- c.
algemeen graf:
een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt
geboden tot het doen begraven van lijken;
- d.
eigen urnengraf:
een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde tijd het
uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van
asbussen met of zonder urnen;
- e.
algemeen urnengraf;
een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt
geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
- f.
asbus:
een bus ter berging van as van een overledene;
- g.
urnennis:
een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen
bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;
- h.
grafteken:
op graven aanwezige kruizen, zerken en andere gedenktekenen, alsmede
beplanting, onbeduidende beplantingen uitgezonderd.
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de
begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband
met de begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten bedoeld in artikel 4 en 5, worden geheven van degene op wiens
aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene
die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Tarieven
- 1.
- a.
Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of
ouder wordt een bedrag geheven van € 535,00
- b.
Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar
wordt een bedrag geheven van (50% van het onder 1.a. van dit artikel
genoemde tarief) € 267,50
- c.
Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnengraf, voor
zowel de eerste als volgende asbussen of urnen, wordt een bedrag geheven
van € 200,00
- 2.
Voor het begraven van een lijk; bijzetting van een asbus of urn zoals in
de vorige leden van dit artikel bedoeld, worden de genoemde tarieven
verhoogd:
- a.
met 100% indien zulks geschiedt op zondagen en algemeen erkende
christelijke feestdagen;
- b.
met 50% indien zulks geschiedt op zaterdagen, alsmede wanneer
dit plaats heeft op werkdagen voor 08.00 uur en na 16.00 uur.
Deze verhogingen worden niet geheven, indien de begrafenis
geschiedt op rechterlijk gezag of in het geval, dat artikel 6
van de Wet op de lijkbezorging van toepassing is.
- 3.
- a.
Voor het opgraven en herbegraven van een lijk, een asbus of urn voor
zover dit niet plaatsvindt krachtens rechterlijk bevel, wordt geheven
het dubbele van het tarief voor het graf, waarin het herbegraven
plaatsvindt.
- b.
Voor het opgraven van een lijk, asbus of urn, voor zover dit
niet plaatsvindt krachtens rechterlijk bevel, wordt het in het
eerste of tweede lid genoemde recht geheven, naargelang van de
daar gemaakte onderscheidingen.
Artikel 5 Verlenen van Rechten
- 1.
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf/urnenkelder
bedraagt het recht voor een periode van 20 jaar:
- a.
voor een graf/urnenkelder € 1.245,00
- b.
voor een kindergraf/urnenkelder (50% van het onder 1.a. van dit
artikel genoemde recht) € 622,50
- 2.
Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een graf/urnenkelder
bedraagt het recht voor een periode van 10 jaar:
- a.
voor een graf/urnenkelder € 622,50
- b.
voor een kindergraf/urnenkelder (50% van het onder 2.a. van dit
artikel genoemde tarief) € 311,25
- 3.
Voor het verstrooien van as op het strooiveld wordt een bedrag geheven
van € 175,00
- 4.
Voor het reserveren van een grafplaats voor een periode van 10 jaar
wordt een bedrag geheven van € 300,00
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving
waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en de verschuldigde rechten
De rechten bedoeld in artikel 4 en 5 zijn verschuldigd bij de aanvang van de
dienstverlening of, bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen,
werken en inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de
dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijk
kennisgeving.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste
lid gestelde termijn.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
1 De ‘Verordening Lijkbezorgingrechten 2016’ d.d. 23 november
2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum
van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft
op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die
van de bekendmaking.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
4 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Lijkbezorgingrechten
2017’.