Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Mook en Middelaar

Verordening landtoeristenbelasting 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMook en Middelaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening landtoeristenbelasting 2017
CiteertitelVerordening landtoeristenbelasting 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-01-201701-01-2018nieuwe regeling

08-12-2016

Gemeenteblad, 2016, 183028

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Landtoeristenbelasting 2017

De raad der gemeente Mook en Middelaar,

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2016;

Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

Gelet op het advies van de raadscommissie d.d. 1 december 2016;

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van Landtoeristenbelasting 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens:

    • 1.

      woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, stacaravans of chalets, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

    • 2.

      hotels, motels, herbergen, pensions en overige logies verstrekkende bedrijven niet behorende tot lid 1.

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens:

    • 1.

      tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

    • 2.

      stacaravans en chalets, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden.

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten:woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, stacaravans of chalets, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    toeristische plaats:

    1.plaats die beschikbaar is voor een mobiel kampeeronderkomen voor een periode van ten hoogste drie maanden;

  • e.

    seizoenplaats:

plaats die beschikbaar is voor een mobiel kampeeronderkomen voor een periode van ten minste drie maanden en ten hoogste acht maanden;

  • f.

    vaste plaats:een plaats die is ingericht om gedurende het gehele jaar een mobiel kampeeronderkomen te plaatsen.

  • g.

    seizoen:Het tijdvak van 1 april tot 1 oktober.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'landtoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de basisregistratie personen van de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens, stacaravans en chalets op vaste plaatsen en seizoenplaatsen bepaald op 2,3 personen;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens op toeristische plaatsen bepaald op 2,3 personen.

  • 2.

    2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel mobiele kampeeronderkomens, stacaravans en chalets op vaste standplaatsen, bepaald op 55;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen, bepaald op 50;

    • c.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet vaste plaatsen bepaald op 365.

  • 3.

    Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c, wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van twee maanden.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire heffingsgrondslag

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belasting¬plichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,01.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Indien het totaal van de aanslag(en) Landtoeristenbelasting verenigd op één aanslagbiljet minder dan € 10,00 bedraagt, wordt geen aanslag opgelegd.

Artikel 12 Termijn van betaling

De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.

Artikel 13 Kwijtschelding

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de landtoeristenbelasting.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 16 Overgangsrecht

De 'Verordening landtoeristenbelasting 2016' van 10 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening landtoeristenbelasting 2017'.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering d.d. 8 december 2016,

De raad voornoemd,

De griffier,

mr. L.W.A.M. Berben

De voorzitter,

mr. drs. W. Gradisen