Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2017 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening marktgelden 2016
Gemeentewet, artikel 229
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 21-12-2016 Elektronisch gemeenteblad 28-12-2016 | 16Rb065 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
1. markt: openbare koop en verkoop van roerende goederen, die op de daartoe aangewezen dag en plaats wordt gehouden;
2. staanplaats: een aan de belastingplichtige ter beschikking gestelde plaats op de markt;
3. vaste plaats: een staanplaats die per kalenderjaar of per seizoen ter beschikking wordt gesteld;
4. dagplaats: een staanplaats, niet zijnde een vaste plaats, geldig voor de duur van een dag;
5. seizoen: een deel van het jaar waarin een seizoensgebonden artikel wordt verkocht;
6. dag: een periode van 24 aaneengesloten uren, aanvangende te 00.00 uur.
Onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het ter beschikking stellen van een staanplaats voor de uitvoering van de markthandel.
1 De grondslag, waarnaar de marktgelden wordt geheven, is het aantal vierkante meter dat voor standplaatsen wordt ingenomen.
2 Een gedeelte van een vierkante meter wordt voor de berekening van de marktgelden voor een hele vierkante meter gerekend.
a) voor een dagplaats, per marktdag en vierkante meter plaatsruimte of een gedeelte daarvan, | ||
b) voor een vaste staanplaats, per kalendermaand per vierkante meter plaatsruimte of gedeelte daarvan, | ||
het op grond van het bepaalde onder I verschuldigde marktgeld wordt vermeerderd met |
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de bij aanslag geheven marktgelden worden betaald:
In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden.