Organisatie | Duiven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Rioolheffing 2017 |
Citeertitel | Verordening Rioolheffing 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Onbekend | 14-11-2016 | 16RB063 |
De raad van de gemeente Duiven;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing in de gemeente Duiven”.
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
a.de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater,
alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
b.de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde
hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen
van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Ingeval voor het perceel geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld, wordt de heffingsmaatstaf van dat perceel bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
4.De op voet van het tweede lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de aantoonbare hoeveelheid water die niet als afvalwater is/wordt afgevoerd. Indien aannemelijk wordt gemaakt dat laatstgenoemde hoeveelheid ten minste 20% beloopt van de eerstgenoemde hoeveelheid wordt de hoeveelheid afvalwater bepaald op de navolgende hoeveelheid.
De totale hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van het aantal in de woning wonende personen op 1 januari van het betreffende belastingjaar. Het waterverbruik per persoon wordt gesteld op 45 m3.
De totale hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van het aantal op het bedrijf wonende en werkende personen op 1 januari van het betreffende belastingjaar. Het water-verbruik per persoon wordt gesteld op 45 m3. Het waterverbruik wordt - indien van toepassing - vermeerderd met het hierna onder b. en/of c. gestelde.
De totale hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van het totale staloppervlak en het aantal reinigingsbeurten van de stallen. Het waterverbruik per reinigingsbeurt wordt gesteld op 0,02 m3 per m2.
Aantal melkstandenNetto m3 afvalwater
Ruim gedimensioneerde installatie
(inwendige diameter melkleiding > 50 mm)
Ruim gedimensioneerde installatie + melkmeters
Indien het aantal melkstanden niet overeenkomt met de hierboven genoemde aantallen, wordt het aantal melkstanden gesteld op het naast lagere aantal per soort installatie, met een minimum van het aldaar genoemde laagste aantal.
De totale hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van het aantal in het bedrijf werkende en wonende personen op 1 januari van het betreffende belastingjaar. Het waterverbruik per persoon wordt gesteld op 45 m3.
Indien in verband met het ontbreken van afzonderlijke watermeters, niet de hoeveelheid afvalwater kan worden vastgesteld zoals hiervoor omschreven, wordt:
voor de gebruikers van niet tot woning dienende percelen de verdeelsleutel gehanteerd zoals deze door de respectievelijke gebruikers worden gebruikt voor de onderlinge verdeling van de waternota van het waterbedrijf en bij het ontbreken van een dergelijke regeling overgaan tot een zo reëel mogelijke verdeling op basis van de beschikbare gegevens.
In de gevallen bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt de belasting geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van het waterbedrijf. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dag-tekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van het waterbedrijf of de kennisgeving op andere wijze van betaling van de voorschotbedragen.
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Dit lid is van toepassing voor de gevallen die worden bedoeld in artikel 8, tweede lid.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Dit lid is van toepassing voor de gevallen die worden bedoeld in artikel 8, tweede lid.
In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 150,-- doch minder dan € 1.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betaling kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening zoals op het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.