Organisatie | Vlaardingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vlaardingen houdende de betalingstermijn voor vorderingen sociale zekerheid Verordening betalingstermijn Gemeente Vlaardingen 2017 |
Citeertitel | Verordening betalingstermijn Gemeente Vlaardingen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | nieuwe regeling | 20-12-2016 | 1519857 |
Verordening betalingstermijn vorderingen Stroomopwaarts, Gemeente Vlaardingen 2017
De raad van de gemeente Vlaardingen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;
gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet en artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit vast te stellen de volgende:
Verordening betalingstermijn vorderingen sociale zekerheid Gemeente Vlaardingen 2017
In deze verordening wordt verstaan onder:
vordering alle bedragen die betaald moeten worden op grond van een beschikking tot terugvordering of een beschikking tot oplegging van een boete ingevolge de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en/of het Bijstandsbesluit zelfstandigen.
De betalingstermijn voor alle vorderingen wordt vastgesteld op dertig dagen, nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2016.
De griffier, De voorzitter,
drs. E.W.K. Meurs A.B. Blase
Verordening betalingstermijn vorderingen sociale zekerheid
Volgens Hoofdstuk 4, artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht is de hoofdregel dat voor schulden die op grond van een beschikking betaald moeten worden een betalingstermijn geldt van zes weken. Met deze termijn is aansluiting gezocht bij de termijn voor bezwaar en beroep, zodat het college niet het risico loopt dat een vordering na heroverweging in bezwaar en/of beroep vervalt en een schadevergoeding (rente) betaald moet worden over het bedrag dat ten onrechte al geïncasseerd is.
Het tweede lid van artikel 4:87 Awb opent de mogelijkheid om “bij of krachtens wettelijk voorschrift” een andere termijn vast te stellen.
In de uitvoeringspraktijk van de sociale zekerheidswetgeving worden vorderingen vrijwel altijd via een aflossingsregeling geïncasseerd. Daarbij worden de aflossingen per maand vastgesteld en geïnd aan de hand van het inkomen per maand, rekening houdend met de beslagvrije voet. Een aanleiding om actie te ondernemen met betrekking tot een aflossingsbedrag wordt dan ook meestal gesignaleerd tijdens de maandelijkse cyclus van uitkeringsberekening. Met de standaardtermijn van zes weken komt er dan een volgend beoordelingsmoment halverwege de volgende vaststellingsperiode en moet er gewacht worden tot de eerste van de volgende maand om een actie in werking te zetten.
In de uitvoering is het daarom veel praktischer om de betaaltermijn voor vorderingen op basis van de sociale zekerheidsregelingen ongeveer gelijk te laten lopen met de termijn waarover de uitkeringen en de aflossingsbedragen worden berekend.
Het risico dat een vordering vervalt en dat het college een rentevergoeding moet betalen over het ten onrechte reeds geïncasseerde bedrag is uiterst gering en als er al een keer rente vergoed moet worden, zal het om een uitermate gering bedrag gaan.
In de gemeente Maassluis is de betaaltermijn voor deze vorderingen reeds eerder, voor de totstandkoming van Stroomopwaarts, bij verordening vastgesteld op 30 dagen. Met de vaststelling van een zelfde verordening in Vlaardingen en Schiedam gaat voor de drie Stroomopwaarts-gemeenten een gelijke termijn gelden.
Gelet op de Algemene toelichting is er geen artikelsgewijze toelichting nodig