Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrecht houdende belastingregels voor diensten van de gemeente Legesverordening 2017 |
Citeertitel | Legesverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel |
Deze regeling vervangt de Legesverordening 2016.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2017.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 22-12-2016 | . | |
01-01-2017 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 22-12-2016 | . |
De raad van de gemeente Utrecht;
gelezen het voorstel van het college vanburgemeester en wethouders van 8 november 2016
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en
onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 vande Paspoortwet;
gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017, alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2017
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor diensten welke reeds uit andere hoofde tot enige betaling aan het gemeentebestuur aanleiding geven.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.
Gehele of gedeeltelijke teruggave van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële
bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De Legesverordening 2016 van 12 november 2015 (Gemeenteblad 2015, nr. 10), de tweede wijziging legesverordening 2016 van 15 december 2015 en de eerste wijziging legesverordening 2016 van 26 november 2015 Gemeenteblad 2015 nr.24), worden ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en op belastbare feiten waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.
In afwijking in zoverre van het in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.