1.2 NORMSTELLING
Artikel 2 Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing in de gebieden 1 en 2 van Zandvoort. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (bijlage 1).
Artikel 3 Belastbaar feit
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen de gebieden als bedoeld in artikel 2, een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 4 Belastingplicht
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven van degene die, gedurende minimaal 30 dagen per kalenderjaar, de openbare aankondiging heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht, getoond of vertoond.;
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn aangebracht in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon;
- 3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag voor één of meer openbare aankondigingen per vestiging of bouwwerk, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
- 2.
Voor de toepassing van dit artikel worden meerdere vestigingen of bouwwerken die tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige en waarbij één naam wordt gevoerd, als één vestiging of bouwwerk aangemerkt.
- 3.
Het tarief voor het minimaal 30 dagen hebben van openbare aankondigingen bedraagt per vestiging of bouwwerk in gebied 1 € 200,- en in gebied 2 €100,-.
- 4.
Openbare aankondigingen behoren in elk geval tot één vestiging of één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.
- 5.
Wanneer op grond van het tweede lid meerdere vestigingen of bouwwerken als één vestiging worden aangemerkt en deze vestigingen of bouwwerken niet in hetzelfde gebied, als bedoeld in het derde lid, zijn gelegen , wordt het hoogste tarief gehanteerd.
Artikel 6 Belastingtijdvak en ontstaan belastingschuld
- 1.
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
- 2.
De belastingschuld ontstaat zodra de belastingplichtige bij de vestiging of bouwwerk gedurende 30 dagen openbare aankondigingen heeft gehad, aangebracht, getoond of vertoond .
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:
- a.
die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;
- b.
die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
- c.
aangebracht door of namens winkeliersverenigingen, het centrummanagement, of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging, het centrummanagement, het winkelcentrum of het wijkorgaan;
- d.
op bouwterreinen, voor zover de openbare aankondigingen rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
- e.
van instellingen die door de Rijksbelastingdienst zijn aangewezen als Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) of die voldoen aan de criteria van de Rijksbelastingdienst voor een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI) en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw of de naam van de instelling;
- f.
die zijn bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak;
- g.
die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;
- h.
die zijn aangebracht op scholen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw;
- i.
waarvan de (gezamenlijke) oppervlakte per vestiging of bouwwerk minder dan 0,35 vierkante meter bedraagt;
- j.
aanwezig bij sportvelden die alleen in competitieverband op amateurbasis of recreatief worden gebruikt;
- k.
die op woensdagen aanwezig zijn.
Artikel 9 Betalingstermijn
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het vorige lid gestelde termijn.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de doorbelasting van kosten, de heffing en de invordering van reclamebelasting.
1.3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12 Bevoegdheden
De ‘ambtenaar belast met de heffing’ is belast met de uitvoering van deze verordening.
Artikel 13 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening reclamebelasting Zandvoort 2017'.