Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neder-Betuwe

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeder-Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2017
CiteertitelReglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 16 Gemeentewet
  2. artikel 84 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2022artikel 47

27-01-2022

gmb-2022-55549

Z/21/078515/RAAD/21/02973
01-01-202201-03-2022artikel 60a, 60b, 60c, 60d, 60e

09-12-2021

gmb-2021-468828

Z/21/078515/RAAD/21/02936
01-01-201701-01-2022nieuwe regeling

08-12-2016

Gemeenteblad 2016, 187437

RAAD/16/02016

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2017

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

 

gelezen het voorstel van het presidium;

 

gelet op het bepaalde in artikel 16 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T :

 

het navolgende ‘Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2017’ vast te stellen.

 

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2017

HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • agendacommissie: commissie belast met de voorbereiding van de agenda’s van de beeldvormende avond, de oordeelsvormende vergadering en de raadsvergadering

  • ambtenaar: een medewerker van de gemeente (dan wel een door het college van een derde organisatie ingehuurde persoon) die onder verantwoordelijkheid van het college werkzaamheden namens de gemeente verricht

  • amendement: voorstel van één of meer raadsleden tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen

  • avondprogramma: het programma van een donderdagavond waarop de raadsvergadering wordt voorafgegaan door de oordeelsvormende vergadering

  • beeldvormende avond (‘Het Beeld’): de bijeenkomst(en) waarin (burger)raadsleden door in gesprek te gaan met collegeleden en medewerkers van de ambtelijke organisatie en met betrokken inwoners en vertegenwoordigers van bedrijven en maatschappelijke organisaties en overige belangstellenden informatie inwinnen over allerlei onderwerpen

  • burgerraadslid: een vertegenwoordiger van een fractie in Het Beeld of Het Debat, niet zijnde een raadslid, die als zodanig door de raad is benoemd;

  • burger: een ieder die geen (burger)raadslid, lid van het college, griffier of ambtenaar is

  • college: college van burgemeester en wethouders

  • commissielid: een burgerraadslid of een ander als zodanig benoemd persoon

  • fractievoorzittersoverleg (presidium): alle fractievoorzitters onder leiding van de raadsvoorzitter

  • fractiewoordvoerder: het (burger)raadslid dat tijdens de beeldvormende of oordeelsvormende vergadering namens zijn fractie het woord voert over een agendapunt

  • gemeente: gemeente Neder-Betuwe

  • griffier: griffier van de raad of diens vervanger

  • indiener: de indiener van een raadsvoorstel (college, burgemeester, raadsvoorzitter, raadslid of een door de raad ingestelde commissie); in deze verordening wordt hieronder niet de indiener van een burgerinitiatief verstaan, omdat daarvoor een aparte verordening geldt;

  • initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel;

  • motie: gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken

  • oordeelsvormende vergadering (‘Het Debat’): de vergadering waarin (burger)raadsleden over de voor de betreffende vergadering geagendeerde raadsvoorstellen met elkaar in discussie gaan over hun voorlopige oordelen om zo tot een definitief oordeel te kunnen komen;

  • raadsinformatiesysteem: het digitale systeem waarin de vergaderstukken van de raad worden geplaatst, waarvan een deel alleen beschikbaar is voor (burger)raadsleden, de griffie, leden van het college en enkele medewerkers

  • raadsvergadering (‘Het Besluit’): de vergadering van de raad waarin de raad besluiten neemt over de ingediende raadsvoorstellen en andere onderwerpen

  • raadsvoorzitter: de voorzitter van de raad, zijnde de burgemeester of diens vervanger ingevolge artikel 77 lid 1 van de Gemeentewet en in die hoedanigheid belast met het leiden van de raadsvergadering, waaronder ook verstaan moet worden het handhaven van de orde, het doen naleven van het reglement van orde en hetgeen de Gemeentewet hem verder opdraagt

  • reglement van orde: alle artikels in dit reglement alsmede de toelichtende teksten. Bij tegenstrijdigheid tussen een artikel en de toelichting geldt het artikel. Bij overige tegenstrijdigheden en onduidelijkheden gelden de slotbepalingen

  • schriftelijke vraag: een door een raadslid op schrift gestelde vraag of informatieverzoek aan (een lid van) het college of de burgemeester, niet zijnde een tijdens een vergadering gestelde vraag en niet zijnde een zuiver technische vraag

  • subamendement: voorstel van één of meer raadsleden tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft

  • voorstel van orde: voorstel van één of meer raadsleden respectievelijk burgerraadsleden/commissieleden of de (raads)voorzitter betreffende de orde van de vergadering

  • voorzitter: een (burger)raadslid door het presidium benoemd in de voorzitterspool om als technisch voorzitter te fungeren tijdens de beeldvormende avond of de oordeelsvormende vergadering en in die hoedanigheid belast met het leiden van de vergadering, het handhaven van de orde, het doen naleven van het reglement van orde en hetgeen de Gemeentewet hem verder opdraagt

  • voorzitterspool: de gezamenlijke voorzitters, zijnde door het presidium aangewezen (burger)raadsleden die tijdens de beeldvormende avond en de oordeelsvormende vergadering beschikbaar zijn om als technisch voorzitter te fungeren

  • website: website van de gemeente Neder-Betuwe, geregistreerd onder de domeinnaam www.nederbetuwe.nl

Artikel 2. Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de raadsvoorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de raadsvoorzitter.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de raadsvoorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

HOOFDSTUK 2 – DE WEG NAAR DE RAADSVERGADERING

Artikel 3. Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen, als bedoeld in artikel 147a van de Gemeentewet, schriftelijk in bij de raadsvoorzitter, die het verzoek doorstuurt naar de agendacommissie.

  • 2.

    De raadsvoorzitter brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college. Het college kan binnen drie weken nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen.

  • 3.

    Een voorstel wordt nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, op de agenda van de eerstvolgende oordeelsvormende vergadering én de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda’s van de daaropvolgende oordeelsvormende vergadering en raadsvergadering geplaatst.

  • 4.

    De behandeling van het voorstel tijdens de raadsvergadering vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat:

    • a.

      het voorstel met het oog op de orde van de vergadering samen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;

    • b.

      het voorstel eerst dient te worden behandeld in een beeldvormende avond;

    • c.

      het voorstel voor advies naar het college of een door de raad ingestelde commissie dient te worden gezonden. In dit geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen, als bedoeld in artikel 147b van de Gemeentewet schriftelijk en ondertekend in bij de raadsvoorzitter. Een voorstel wordt op de agenda van de eerstvolgende oordeelsvormende vergadering én de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda’s van de daaropvolgende oordeelsvormende vergadering en raadsvergadering geplaatst.

Artikel 4. Samenstelling agendacommissie en voorzitterspool

  • 1.

    Er is een agendacommissie die bestaat uit de plaatsvervangend voorzitter van de raad en de (overige) leden van de voorzitterspool. De plaatsvervangend voorzitter van de raad is de voorzitter van de agendacommissie.

  • 2.

    De leden van de voorzitterspool worden door het presidium aangewezen.

  • 3.

    De raadsvoorzitter en de griffier zijn adviseurs van de agendacommissie.

  • 4.

    De agendacommissie kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

Artikel 5. Taken agendacommissie

  • 1.

    De agendacommissie stelt op basis van de ingediende onderwerpen vast of een onderwerp geagendeerd wordt voor Het Beeld. Als een onderwerp geagendeerd wordt voor een beeldvormende avond, bepaalt de agendacommissie op welke wijze dit wordt vormgegeven. De agendacommissie kan dit in voorkomende gevallen overlaten aan één of meerdere individuele raadsleden of andere organisatoren, waarbij de agendacommissie kaders stelt.

  • 2.

    De agendacommissie bepaalt wie er actief worden uitgenodigd voor deelname aan ‘Het Beeld’.

  • 3.

    De agendacommissie stelt op basis van de ingediende onderwerpen vast of een onderwerp, al dan niet na behandeling middels Het Beeld, op de voorlopige agenda van Het Debat opgenomen wordt of rechtstreeks op die van Het Besluit en wat de in te plannen behandelduur tijdens Het Debat zal zijn. Hierbij geldt dat als (minstens) één raadslid minstens acht werkdagen vóór Het Debat bij de griffie aangeeft een onderwerp voor Het Debat te willen agenderen, de agendacommissie daaraan gebonden is.

  • 4.

    De agendacommissie bepaalt wie tijdens Het Beeld en Het Debat als voorzitter fungeert.

  • 5.

    De agendacommissie stelt de voorlopige agenda’s van Het Beeld, Het Debat en Het Besluit vast.

  • 6.

    De agendacommissie wordt betrokken bij de organisatie van raadsvergaderingen zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid van de Gemeentewet.

  • 7.

    De agendacommissie bewaakt de langetermijnplanning/raadskalender van de gemeenteraad.

Artikel 6. Besluitvorming agendacommissie

  • 1.

    De agendacommissie besluit op basis van consensus.

  • 2.

    De griffie verzorgt de besluitenlijsten van de agendacommissie.

  • 3.

    De besluitenlijsten en conceptbesluitenlijsten worden door de griffie in het raadsinformatiesysteem geplaatst en ter kennisname van het college gebracht.

Artikel 7. Functie van ‘Het Beeld’

In ‘Het Beeld’ wordt op informele wijze informatie overgedragen door inwoners, vertegenwoordigers van bedrijven, maatschappelijke organisaties, gemeenschappelijke regelingen en andere overheden, collegeleden, ambtenaren, overige belangstellenden aan (burger)raadsleden over een bij de raad ingediend voorstel.

Artikel 8. Status van en besluitvorming tijdens ‘Het Beeld’

  • 1.

    Het Beeld is formeel-juridisch een commissievergadering in de zin van artikel 82 Gemeentewet.

  • 2.

    De vorm van elke beeldvormende avond wordt op maat gekozen.

  • 3.

    Het Beeld wordt geleid door een door de agendacommissie aangewezen voorzitter uit de voorzitterspool. Het voorzitterschap kan in voorkomende gevallen ook door meerdere personen worden ingevuld. In uitzonderlijke situaties kan de agendacommissie een (burger)raadslid die geen onderdeel uitmaakt van de voorzitterspool verzoeken het voorzitterschap op zich te nemen.

  • 4.

    Van ‘Het Beeld’ wordt geen verslag/afsprakenlijst en (formele) geluidsopname gemaakt. De agendacommissie kan besluiten hiervan in bijzondere situaties af te wijken.

  • 5.

    Door of namens het college gedane toezeggingen worden wel opgenomen in het raadsinformatiesysteem.

  • 6.

    Het stellen van technische vragen door (burger)raadsleden is tijdens ‘Het Beeld’ in beginsel toegestaan. De voorzitter dient ervoor te zorgen dat de discussie niet zodanig technisch wordt dat dit afleidt van het doel, de aard of het onderwerp van de vergadering. Hij heeft daarbij de mogelijkheid om een steller van gedetailleerde technische vragen te verzoeken de vraag in te dienen zoals is geregeld in artikel 60.

Artikel 9. Agenda en openbare kennisgeving van ‘Het Beeld’

  • 1.

    De agenda vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de onderwerpen die aan de orde zullen komen;

    • b.

      begin- en eindtijd van de bijeenkomst;

    • c.

      de voorzitter(s);

    • d.

      de locatie.

  • 2.

    De agendacommissie kan ervoor kiezen meerdere sessies tegelijkertijd te laten plaatsvinden, al dan niet op dezelfde locatie.

  • 3.

    De agenda en bijbehorende stukken worden uiterlijk zeven dagen voor de beeldvormende avond in het raadsinformatiesysteem en/of op de website geplaatst.

  • 4.

    De beeldvormende avond wordt op de voor afkondigingen gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

Artikel 10. Onderwerpen die niet tijdens ‘Het Beeld’ behandeld kunnen worden

  • 1.

    Burgers kunnen niet het woord voeren over een (reeds genomen) besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep open staat of heeft opengestaan en tevens niet over een besluit dat minder dan zes maanden geleden is genomen.

  • 2.

    Burgers kunnen niet het woord voeren over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

  • 3.

    Burgers kunnen niet het woord voeren indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Artikel 11. Bijzondere onderdelen van Het Beeld

  • 1.

    Tijdens elke reguliere beeldvormende avond vindt er een raadspreekuur plaats. Tijdens het raadsspreekuur kunnen burgers aan de raad hun visie geven over onderwerpen die niet op de agenda van de beeldvormende avond staan, waaronder voorstellen die zijn geagendeerd voor de komende raadsvergadering en niet zijn geagendeerd voor een beeldvormende avond. Artikel 10 is eveneens van toepassing op het raadsspreekuur. Burgers die van het raadsspreekuur gebruik willen maken, melden zich uiterlijk daags voor de beeldvormende avond (12.00 uur) aan bij de griffier. Zij vermelden daarbij hun naam, e-mailadres, telefoonnummer en het onderwerp waarover zij het woord wensen te voeren.

    Voor het raadsspreekuur zijn per onderwerp maximaal 10 minuten beschikbaar. De onderwerpen worden op volgorde van aanmelding behandeld, tenzij de voorzitter hiervan in bijzondere gevallen besluit af te wijken. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan twee sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

    De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 2.

    De agendacommissie kan ervoor kiezen tijdens de beeldvormende avond een ‘rondvraag’ op de agenda te zetten, waar (burger)raadsleden vragen kunnen stellen aan collegeleden en andere aanwezigen dan wel mededelingen kunnen doen. Deze vragen of mededelingen moeten passen binnen het beeldvormende karakter van de avond. De agendacommissie kan ervoor kiezen dat onderwerpen voor de rondvraag daags voor de beeldvormende avond (12.00 uur) bij de griffier worden aangemeld.

  • 3.

    De agendacommissie kan ervoor kiezen om onderwerpen waarvoor geen raadsvoorstel is aangeleverd voor een gedachtewisseling tijdens de beeldvormende avond te agenderen.

  • 4.

    Onderwerpen en stukken waarop geheimhouding rust kunnen tijdens ‘Het Beeld’ worden behandeld. Artikel 51 is dan van toepassing.

Artikel 12. Deelnemers aan ‘Het Beeld’

  • 1.

    Het Beeld kent geen vaste, benoemde leden. Alle (burger)raadsleden kunnen als fractiewoordvoerder optreden. De aanwijzing van fractiewoordvoerders is een verantwoordelijkheid van de fracties.

  • 2.

    De agendacommissie kan ervoor kiezen het aantal deelnemers per fractie te maximeren tot één (burger)raadslid.

  • 3.

    Alle (burger)raadsleden die tijdens Het Beeld als fractiewoordvoerder of voorzitter willen optreden, tekenen vóór aanvang van de vergadering de presentielijst.

  • 4.

    De fungerende voorzitter is geen fractiewoordvoerder over een onderwerp dat tijdens zijn voorzitterschap aan de orde is.

  • 5.

    Van collegeleden en door het college aangewezen ambtenaren wordt verwacht dat zij deelnemen aan de behandeling van de raadsvoorstellen die door het college zijn ingediend.

  • 6.

    Personen en organisaties die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de behandeling van één of meerdere raadsvoorstellen tijdens ‘Het Beeld’, alsmede andere geïnteresseerden, mogen deelnemen aan de inhoudelijke behandeling indien zij zich uiterlijk de dag vóór de bijeenkomst (12.00 uur) bij de griffie hebben aangemeld. Zij vermelden daarbij hun naam, e-mailadres, telefoonnummer en het onderwerp waarover zij het woord wensen te voeren. De agendacommissie kan hiervan afwijken als zij meent dat de aard van de bijeenkomst zich daartoe leent.

Artikel 13. Orde tijdens ‘Het Beeld’

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen ‘Het Beeld’ uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op een andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 2.

    Degenen die van een beeldvormende avond geluid- en/of beeldregistraties willen maken, melden zich bij de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Artikel 14. Functie van ‘Het Debat’

In ‘Het Debat’ vindt discussie plaats over een voor deze vergadering geagendeerd onderwerp. ‘Het Debat’ is bedoeld voor inhoudelijke (politieke) discussie om uiteindelijk in ‘Het Besluit’ tot een weloverwogen besluit te kunnen komen. Tevens is ‘Het Debat’ bedoeld voor profilering van raadsleden en fracties.

Artikel 15. Status van en besluitvorming tijdens ‘Het Debat’

  • 1.

    ‘Het Debat’ is formeel-juridisch een commissievergadering in de zin van artikel 82 Gemeentewet.

  • 2.

    Het Debat wordt geleid door de raadsvoorzitter. In voorkomende gevallen kan de agendacommissie een lid van de voorzitterspool als voorzitter aanwijzen.

  • 3.

    De griffier is tijdens ‘Het Debat’ aanwezig.

  • 4.

    ‘Het Debat’ vindt in openbaarheid plaats.

  • 5.

    Aan het eind van elk (inhoudelijk) agendapunt sluit de voorzitter de discussie af en stelt vast of een onderwerp voldoende is besproken. Vervolgens vraagt hij de fractiewoordvoerders het behandeladvies aan de raad te formuleren en daartoe legt hij een keuze uit drie opties voor:

    • a.

      het raadsvoorstel wordt doorgeleid naar ‘Het Besluit’ binnen dezelfde raadscyclus;

    • b.

      het raadsvoorstel wordt doorgeleid naar ‘Het Besluit’ binnen een (door de agendacommissie te bepalen) latere raadscyclus;

    • c.

      het onderwerp wordt nog éénmaal opnieuw in ‘Het Debat’ geagendeerd, al dan niet voorafgegaan door een (nieuwe) behandeling tijdens ‘Het Beeld’.

  • 6.

    Besluitvorming over het behandeladvies vindt plaats op basis van een gewone meerderheid van stemmen, waarbij alleen de fractiewoordvoerders stemrecht hebben (één per fractie). Als de stemmen staken geldt optie a.

  • 7.

    Van ‘Het Debat’ wordt een besluitenlijst gemaakt die per onderwerp vermeldt:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de fractiewoordvoerders, de overige deelnemers en de griffier alsmede van eventuele andere deelnemers aan de discussie;

    • b.

      het behandeladvies en de stemverhoudingen bij het beslissen over dat advies;

    • c.

      eventuele nadere afspraken/actiepunten;

    • d.

      eventuele toezeggingen namens het college of door de burgemeester.

  • 8.

    De besluitenlijsten van ‘Het Debat’ worden ter vaststelling voor een vergadering van ‘Het Besluit’ geagendeerd.

  • 9.

    Van ‘Het Debat’ kan een bandopname worden gemaakt.

Artikel 16. Agenda en openbare kennisgeving van ‘Het Debat’

  • 1.

    De agenda vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de onderwerpen die aan de orde zullen komen;

    • b.

      begin- en eindtijd van de bijeenkomst;

    • c.

      de voorzitter(s);

    • d.

      de locatie.

  • 2.

    De agendacommissie kan er niet voor kiezen meerdere sessies tegelijkertijd te laten plaatsvinden.

  • 3.

    De agenda en bijbehorende stukken worden uiterlijk zeven dagen voor de vergadering in het raadsinformatiesysteem en/of op de website geplaatst, tenzij het gaat om stukken waarop geheimhouding rust.

  • 4.

    ‘Het Debat’ wordt op de voor afkondigingen gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

  • 5.

    Een voor ‘Het Besluit’ geagendeerd onderwerp wordt, ongeacht de door de agendacommissie opgestelde conceptagenda, voor ‘Het Debat’ geagendeerd als minstens één raadslid dat minstens acht werkdagen vóór Het Debat aangeeft bij de voorzitter van de agendacommissie.

  • 6.

    Aan het begin van ‘Het Debat’ wordt de agenda van de vergadering vastgesteld.

Artikel 17. Onderwerpen die niet tijdens ‘Het Debat’ behandeld kunnen worden

  • 1.

    Onderwerpen waarop geheimhouding rust worden niet tijdens ‘Het Debat’ behandeld. 2. Niet-geheime onderwerpen die onderliggende stukken hebben waarop geheimhouding rust kunnen wel worden behandeld, waarbij alleen over de openbare aspecten gesproken wordt. Ten aanzien van geheime stukken geldt het daarover ten aanzien van ‘Het Besluit’ bepaalde, voor zo ver van toepassing.

Artikel 18. Bijzondere onderdelen van Het Debat

Aan de agenda van ‘Het Debat’ kan door de voorzitter de mogelijkheid worden toegevoegd voor een kort en bondig inspreekmoment voor belanghebbenden met betrekking tot een onderwerp dat op de agenda van ‘Het Debat’ of ‘Het Besluit’ van dezelfde dag staat. Dit inspraakmoment kan uitsluitend gaan om nieuwe elementen van het onderwerp die niet eerder onderdeel van ‘Het Beeld’ zijn geweest. Het bepaalde in artikel 9 is van overeenkomstige toepassing. Dit inspraakmoment vindt aan het begin van de vergadering plaats en duurt maximaal 5 minuten. Een gemotiveerd verzoek tot inspraak als bedoeld in dit artikel dient daags vóór ‘Het Debat’ (12.00 uur) bij de griffie te zijn ingediend.

Artikel 19. Deelnemers aan ‘Het Debat’

  • 1.

    De deelnemers aan ‘Het Debat’ zijn in beginsel de raadsleden. Elk raadslid kan zich evenwel laten vervangen door een burgerraadslid. Dit kan zowel bij afwezigheid voor de gehele vergadering als per onderwerp.

  • 2.

    Het is deelnemers niet toegestaan om zich tijdens de behandeling van een agendapunt te laten vervangen.

  • 3.

    De vervangingsregel als genoemd in lid 1 geldt niet voor de opening van de vergadering en de vaststelling van de agenda.

  • 4.

    Elke fractie wijst per onderwerp één fractiewoordvoerder aan. De fractiewoordvoerders formuleren aan het eind van de behandeling van elk onderwerp een behandeladvies zoals genoemd in artikel 15 lid 5. Alle (burger)raadsleden kunnen als fractiewoordvoerder optreden.

  • 5.

    Behoudens het formuleren van het behandeladvies hebben de overige deelnemers aan ‘Het Debat’ dezelfde rechten als de fractiewoordvoerders.

  • 6.

    Alle (burger)raadsleden die aan ‘Het Debat’ deelnemen, tekenen vóór aanvang van de vergadering de presentielijst.

  • 7.

    Een onderwerp wordt niet tijdens ‘Het Debat’ behandeld als minder dan de helft van de fracties vertegenwoordigd is. In een dergelijke situatie wordt het onderhavige raadsvoorstel doorgeleid naar ‘Het Besluit’ binnen dezelfde raadscyclus.

  • 8.

    De fungerende voorzitter is geen fractiewoordvoerder over een onderwerp dat tijdens zijn voorzitterschap aan de orde is.

  • 9.

    De burgemeester heeft het recht in ‘Het Debat’ aan de discussie deel te nemen.

  • 10.

    De voorzitter kan, al dan niet op verzoek van een deelnemer, andere (burger)raadsleden, wethouders en de griffier uitnodigen om aan de discussie deel te nemen.

  • 11.

    Tijdens ‘Het Debat’ is er geen spreekrecht voor burgers of ambtenaren, tenzij het gaat om de uitoefening van het inspreekrecht zoals is bepaald in artikel 18.

Artikel 20. Debat tijdens ‘Het Debat’

  • 1.

    De voorzitter inventariseert voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van een onderwerp welke leden daarover het woord willen voeren. Hij stelt achtereenvolgens aan de hand van de inventarisatie enkele leden in de gelegenheid een statement te maken.

  • 2.

    Een statement duurt maximaal een minuut. Tijdens het maken van zijn statement mag de spreker niet worden geïnterrumpeerd.

  • 3.

    Nadat de statements gemaakt zijn, kunnen de leden, en anderen die daartoe genodigd zijn, daarop reageren en een bijdrage aan het debat leveren.

  • 4.

    De fractiewoordvoerder of andere deelnemer uit een fractie die voornemens is om tijdens ‘Het Besluit’ een motie of amendement in te dienen over een onderwerp dat tijdens ‘Het Debat’ wordt behandeld, kondigt dat tijdens de behandeling van het betreffende onderwerp tijdens ‘Het Debat’ aan, tenzij hij het indienen van een motie of amendement tijdens ‘Het Debat’ niet voorzien had. De voorzitter vraagt de andere fractiewoordvoerders of zij hierover willen debatteren.

  • 5.

    Tijdens het debat gelden geen vaste spreektermijnen.

  • 6.

    Gedurende het debat mogen sprekers elkaar interrumperen, tenzij dit tot verstoring van de orde leidt.

  • 7.

    In het kader van de bewaking van de door de agendacommissie bepaalde planning van de vergadering kan de voorzitter de deelnemers aan ‘Het Debat’, in afwijking van het bepaalde in lid 5, een spreektijd stellen of, in afwijking van het bepaalde in lid 6, bepalen dat een spreker zonder verdere interrupties zijn betoog mag afronden.

  • 8.

    De vergadering kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te debatteren.

  • 9.

    Op verzoek van een lid of de voorzitter kan de vergadering besluiten het debat te schorsen teneinde de gelegenheid te geven tot nader beraad.

Artikel 21. Orde tijdens ‘Het Debat’

  • 1.

    De voorzitter verzoekt bij de opening van de vergadering de leden staande een moment van stilte voor bezinning of gebed in acht te nemen.

  • 2.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de vergadering direct. Als er geen meerderheid is voor zowel het aannemen als het verwerpen van een voorstel van orde, beslist de voorzitter.

  • 4.

    Indien de agendacommissie een maximale vergadertijd heeft vastgesteld, kan deze niet worden overschreden. Overschrijding is wel toegestaan als het gaat om onderwerpen zoals bedoeld in artikel 16 lid 5, voor zo ver overschrijding daardoor wordt veroorzaakt.

  • 5.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, dan wel anderszins de orde verstoort, roept de voorzitter hem tot de orde. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. De voorzitter stelt de spreker in de gelegenheid de woorden die ertoe hebben geleid dat hij tot de orde is geroepen, terug te nemen. De weergave hiervan wordt alsdan niet in het verslag opgenomen.

  • 6.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 7.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen ‘Het Debat’ uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring is hen verboden, tenzij de agendacommissie vooraf kenbaar heeft gemaakt dat dit is toegestaan. Het op een andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 8.

    Degenen die van Het Debat geluid- en/of beeldregistraties willen maken, melden zich bij de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen. Zij dienen rekening te houden met de privacy van bezoekers.

HOOFDSTUK 3 – DE RAADSVERGADERING

Artikel 22. Oproep en voorlopige agenda

  • 1.

    De raadsvoorzitter stelt ten minste zeven dagen voor een raadsvergadering de raadsleden in kennis van de oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de raadsvoorzitter na kennisgeving van een oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt. Als een aanvullende agenda wordt opgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering aan de leden ter kennis gebracht.

Artikel 23. Vaststellen agenda

De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 24. Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met de bekendmaking van de oproep in het raadsinformatiesysteem geplaatst. Als na de bekendmaking van de oproep stukken worden toegevoegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2.

    In de openbare kennisgeving wordt de toegankelijkheid tot de stukken aangegeven.

  • 3.

    Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage. Als alternatief kan ervoor gekozen worden de stukken in het besloten gedeelte van het raadsinformatiesysteem te plaatsen.

Artikel 25. Openbare kennisgeving

Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in een in Neder-Betuwe verschijnend nieuwsblad en in het raadsinformatiesysteem op de gemeentelijke website.

Artikel 26. Vergaderingen van de raad

  • 1.

    De openbare vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad vinden plaats op donderdag.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in de artikel 17 en 18 van de Gemeentewet kan de agendacommissie in bijzondere gevallen een andere dag en/of een andere locatie aanwijzen.

Artikel 27. Ingediende voorstellen

  • 1.

    Een voorstel aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raad kan alleen worden ingetrokken met toestemming van de raad.

  • 2.

    Als de raad van mening is dat een voorstel zoals bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan de indiener dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt. Op verzoek van de raad kan deze keuze aan de agendacommissie worden gelaten. Dit lid is niet van toepassing op burgerinitiatieven.

Artikel 28. Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de raadsvoorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 29. Opening en sluiting van de vergadering

  • 1.

    De raadsvoorzitter verzoekt bij de opening van de vergadering de leden van de raad staande een moment van stilte voor bezinning of gebed in acht te nemen. Indien de raadsvergadering onderdeel uitmaakt van een avondprogramma waarop ook ‘Het Debat’ is geagendeerd, vindt dit moment van stilte evenwel plaats aan het begin van ‘Het Debat’.

  • 2.

    De raadsvoorzitter verzoekt bij de sluiting van de vergadering de leden van de raad staande een moment van stilte voor bezinning of gebed in acht te nemen.

Artikel 30. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Artikel 31. Deelname aan de beraadslagingen door derden

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 32. Orde tijdens de raadsvergadering

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3.

    Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de raadsvoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen. Zij dienen rekening te houden met de privacy van bezoekers.

Artikel 33. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de raadsvoorzitter afgesloten.

  • 3.

    Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 5.

    Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 34. Vragen(half)uur

  • 1.

    In de raadsvergadering is er een vragen(half)uur, tenzij er bij de raadsvoorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan de agendacommissie bepalen dat het vragenuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De raadsvoorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenuur eindigt.

  • 2.

    Raadsleden die tijdens het vragen(half)uur vragen wil stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp en uiterlijk om 19.30 uur daags vóór het vragen(half)uur, door tussenkomst van de griffier, bij de raadsvoorzitter.

  • 3.

    Vragen voor het vragenuur richten zich op de politieke actualiteit of betreffen zaken met een spoedeisend karakter.

  • 4.

    De raadsvoorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen indien:

    • a.

      de vraag naar zijn oordeel niet aan de voorwaarde onder lid 3 voldoet;

    • b.

      hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven;

    • c.

      het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt;

  • 5.

    De raadsvoorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld.

  • 6.

    De raadsvoorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het college, voor de burgemeester en voor de overige raadsleden.

  • 7.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

  • 8.

    Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om in één termijn aanvullende vragen te stellen.

  • 9.

    Vervolgens kan de raadsvoorzitter aan andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp. Elk raadslid krijgt hiertoe maximaal één termijn.

  • 10.

    Tijdens het vragenuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

Artikel 35. Interpellatie

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de raadsvoorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De raadsvoorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3.

    Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de raadsvoorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering. De raad besluit bij gewone meerderheid of het verzoek wordt toegekend.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt de spreektijden van interpellant, de wethouders, c.q. de burgemeester en de raadsleden. De interpellant voert tijdens een toegekende interpellatie eerst het woord. Na de beantwoording door het college c.q. de burgemeester krijgt de interpellant desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen. Vervolgens stelt de voorzitter de andere leden in de gelegenheid om over hetzelfde onderwerp een reactie te geven, dan wel kort in debat te gaan met interpellant of het college c.q. de burgemeester

  • 5.

    Raadsleden kunnen tijdens een interpellatiedebat een motie indienen.

Artikel 36. Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken die niet tot de stukken van een ander agendapunt behoren worden op een lijst geplaatst. Deze stukken en bijbehorende lijst worden als één agendapunt behandeld.

  • 2.

    De raad stelt op advies van de griffie de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Artikel 37. Mededelingen uit gemeenschappelijke regelingen

Een lid van de raad, de burgemeester of een wethouder, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de raadsvoorzitter verwijzen naar de beeldvormende avond.

Artikel 38. Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de raadsvoorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de raadsvoorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben en bij de start van de behandeling van het betreffende agendapunt aanwezig zijn in de raadzaal.

  • 3.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 39. Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de raadsvoorzitter. Er wordt alleen beraadslaagd over moties die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben en bij de start van de behandeling van het betreffende agendapunt aanwezig zijn in de raadzaal.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 40. Besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor de besluitenlijsten en de geluidsopname van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de raadsvoorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de agendapunten die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het besluit;

    • e.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • f.

      (een verwijzing naar) de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • g.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van eventuele derden aan wie het door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3.

    Een conceptbesluitenlijst wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft.

  • 4.

    Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de raadsvoorzitter en griffier.

  • 5.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt een concept-besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt in het raadsinformatiesysteem.

  • 6.

    Als besluitenlijsten en geluidsopnames elektronisch beschikbaar zijn, worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 41. Beslissing

  • 1.

    De raadsvoorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de raadsvoorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

  • 3.

    Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 42. Procedure stemming

  • 1.

    De raadsvoorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de raadsvoorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3.

    Als een raadslid om niet-hoofdelijke of hoofdelijke stemming vraagt, wordt hieraan gevolg gegeven. Als één raadslid om hoofdelijke stemming vraagt, wordt als zodanig gestemd, ongeacht of andere raadsleden om niet-hoofdelijke stemming verzoeken.

  • 4.

    Bij niet-hoofdelijke stemming wordt bij handopsteken gestemd. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen vóór de raadsvoorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de raadsvoorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming roept de raadsvoorzitter of de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde vanaf het bij loting aangewezen lid. De ter vergadering aanwezige raadsleden brengen, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door “voor” of “tegen” uit te spreken, zonder enige toevoeging. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de raadsvoorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 6.

    De raadsvoorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Daarbij meldt hij welke leden (of fracties) voor en tegen stemden. De raadsvoorzitter doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 43. Volgorde stemming over moties en amendementen

  • 1.

    Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie. De raad kan besluiten van deze volgorde af te wijken.

Artikel 44. Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de raadsvoorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

  • 5.

    Indien de voltallige raad daarmee instemt kan bij handopsteken in plaats van met stembriefjes worden gestemd.

Artikel 45. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de raadsvoorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de raadsvoorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 46. Benoeming wethouders

Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

Artikel 47. Benoeming burgerraadsleden

  • 1.

    De raad benoemt, op voordracht van de fractie, voor elke fractie maximaal vier burgerraadsleden.

  • 2.

    Op een burgerraadslid zijn de artikelen 10,11,12, 13 en 15 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De raad benoemt een burgerraadslid niet voordat hij een verklaring omtrent gedrag van maximaal drie maanden oud bij de griffie heeft aangeleverd. De kosten voor de aanvraag van een verklaring omtrent gedrag komen in aanmerking voor vergoeding door de gemeente.

  • 4.

    De griffier onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten genoemd in het tweede en in het derde lid en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot burgerraadslid.

  • 5.

    Alvorens zijn functie als burgerraadslid te aanvaarden legt het burgerraadslid, in handen van de raadsvoorzitter van de raad, de eed of belofte af.

  • 6.

    De fracties doen van een voordracht tot benoeming of ontslag van burgerraadslid schriftelijk mededeling bij de griffie.

Artikel 48. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 49. Besloten vergaderingen van de gemeenteraad

  • 1.

    Elke raadsvergadering opent in openbaarheid. Een vergadering kan op elk ogenblik worden onderbroken voor een vergadering met gesloten deuren, tenzij er sprake is van een situatie als aangegeven in artikel 24 van de Gemeentewet. De deuren worden (zonder daarover te beraadslagen) gesloten, wanneer tenminste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de raadsvoorzitter het nodig oordeelt.

  • 2.

    Direct na het sluiten van de deuren besluit de raad of in beslotenheid dan wel in openbaarheid wordt vergaderd.

  • 3.

    Vervolgens beslist de raad of en, zo ja, wie er als toehoorder(s) bij een besloten vergadering aanwezig mag/mogen zijn. Daarbij geldt dat de raadsvoorzitter en griffier te allen tijde aanwezig moeten zijn in een besloten vergadering.

  • 4.

    Vóór de afloop van de besloten vergadering beslist de raad of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. Deze geheimhouding kan door de raad in een besloten vergadering worden opgeheven.

  • 5.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijke besluitenlijst opgemaakt, die niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de raad anders beslist. De besluitenlijst wordt in een volgende besloten vergadering ter goedkeuring voorgedragen, nadat zij gedurende ten minste tweemaal 24 uren voor de raad ter inzage heeft gelegen c.q. in het raadsinformatiesysteem is geplaatst.

  • 6.

    De raadsvoorzitter doet binnen 24 uren na afloop van een zitting waarin over enig punt geheimhouding is opgelegd, bij vertrouwelijk schrijven aan alle leden mededeling van de opgelegde geheimhouding.

Artikel 50. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Artikel 51. Geheimhouding in andere vergaderingen dan de raadsvergadering

  • 1.

    Het bepaalde in artikel 48 geldt eveneens voor commissievergaderingen. Indachtig het bepaalde in hoofdstukken 2 en 4 vinden Het Debat en de college-informatieavonden altijd en volledig in de openbaarheid plaats.

  • 2.

    Elke commissievergadering opent in openbaarheid. Een vergadering kan op elk ogenblik worden onderbroken voor een vergadering met gesloten deuren, tenzij er sprake is van een situatie als aangegeven in artikel 24 van de Gemeentewet. De deuren worden (zonder daarover te beraadslagen) gesloten, wanneer tenminste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de raadsvoorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    De commissie beslist of en, zo ja, wie er als toehoorder(s) bij een besloten commissievergadering aanwezig mag/mogen zijn. Raadsvoorzitter en griffier mogen te allen tijde aanwezig zijn.

  • 4.

    Direct na het sluiten van de deuren besluit de commissie of in beslotenheid dan wel in openbaarheid wordt vergaderd.

  • 5.

    Vóór de afloop van de besloten commissievergadering beslist de commissie of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden, voor zo ver de commissie hiertoe bevoegd is. Deze geheimhouding kan door de raad in een besloten vergadering worden opgeheven.

  • 6.

    Van een commissievergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijke besluitenlijst opgemaakt, die niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie of de raad anders beslist. De besluitenlijst wordt in een volgende besloten commissievergadering ter goedkeuring voorgedragen, nadat zij gedurende ten minste tweemaal 24 uren voor de raad ter inzage heeft gelegen c.q. in het raadsinformatiesysteem is geplaatst.

  • 7.

    De commissievoorzitter doet binnen 24 uren na afloop van een zitting waarin over enig punt geheimhouding is opgelegd, bij vertrouwelijk schrijven aan alle leden mededeling van de opgelegde geheimhouding.

  • 8.

    Er worden geen informele bijeenkomsten over geheime stukken gehouden.

  • 9.

    De raad kan besluiten een ‘commissie ter behandeling van geheime stukken’ in te stellen. Indien een dergelijke commissie wordt ingesteld, is het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 van overeenkomstige toepassing. Een dergelijke commissie dient geen andere onderwerpen te behandelen dan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

HOOFDSTUK 4 – OVERIGE ZAKEN

Artikel 52. Functie van de college-informatieavond

Tijdens de college-informatieavond worden de leden van de raad door het college, de burgemeester, een vereniging club of organisatie over één of meerdere thema’s of ontwikkelingen geïnformeerd, eventueel in de vorm van presentaties. Ook kan de avond gebruikt worden om te peilen hoe raadsleden tegen een bepaald vraagstuk aankijken, bijvoorbeeld in de vorm van een brede discussie (al dan niet met derden). Ook het onderhouden van contacten tussen bestuur (raad en college) en samenleving kan een functie van de college-informatieavond zijn, eventueel in de vorm van een werkbezoek.

Artikel 53. Status van en besluitvorming tijdens de college-informatieavond

  • 1.

    De college-informatieavond heeft geen formele status. De vorm van elke college-informatieavond wordt door het college op maat gekozen.

  • 2.

    Tijdens een college-informatieavond worden geen ‘besluiten’ genomen. Eventueel gemaakte afspraken hebben een informeel karakter en mogen niet als raadsbesluit worden opgevat.

  • 3.

    De college-informatieavond is altijd en volledig openbaar.

  • 4.

    Het college kan ervoor kiezen van een college-informatieavond een informeel verslag te maken. Dit wordt dan ter kennisname aan de raad gezonden en door de griffie op de lijst van ingekomen stukken van de eerstvolgende raadsvergadering (waarvan de agenda nog niet is gepubliceerd) geplaatst.

Artikel 54. Agenda en openbare kennisgeving van de college-informatieavond

  • 1.

    Het college is verantwoordelijk voor het opstellen van een agenda.

  • 2.

    De agenda vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de onderwerpen die aan de orde zullen komen;

    • b.

      begin- en eindtijd van de bijeenkomst;

    • c.

      de locatie.

  • 3.

    Het college kan ervoor kiezen meerdere sessies tegelijkertijd te laten plaatsvinden.

  • 4.

    Voordat de agenda wordt gepubliceerd, legt het college deze minstens drie werkdagen voor publicatie voor aan de agendacommissie.

  • 5.

    De agenda en bijbehorende stukken worden uiterlijk zeven dagen voor de college-informatieavond bij de griffie aangeleverd. De griffie plaatst de documenten in het raadsinformatiesysteem.

  • 6.

    De college-informatieavond wordt onder verantwoordelijkheid van het college op de voor afkondigingen gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

Artikel 55. Onderwerpen die niet tijdens de college-informatieavond behandeld kunnen worden

Onderwerpen en stukken waarop geheimhouding rust worden niet tijdens een college-informatieavond behandeld.

Artikel 56. Bijzondere onderdelen van de college-informatieavond

Het college kan ervoor kiezen tijdens de college-informatieavond een ‘rondvraag’ op de agenda te zetten. Deze kan gebruikt worden voor het stellen van vragen door (burger)raadsleden aan collegeleden (en andersom). Deze vragen moeten passen binnen het informatieve en informele karakter van de avond. Ook kunnen tijdens de rondvraag mededelingen worden gedaan. Het college kan ervoor kiezen dat onderwerpen voor de rondvraag daags voor de college-informatieavond (12.00 uur) bij de gemeentesecretaris worden aangemeld.

Artikel 57. Deelnemers aan de college-informatieavond

  • 1.

    Raadsleden, burgerraadsleden, de burgemeester, collegeleden, de gemeentesecretaris, door het college aangewezen ambtenaren of derden en de griffier mogen te allen tijde aan de bespreking deelnemen.

  • 2.

    Het college of de voorzitter kan ervoor kiezen dat burgers of andere derden aan de bespreking deelnemen.

Artikel 58. Orde tijdens de college-informatieavond

  • 1.

    Het college is verantwoordelijk voor (keuzen omtrent) het handhaven van de orde tijdens de college-informatieavond.

  • 2.

    Degenen die van een college-informatieavond geluid- en/of beeldregistraties willen maken, melden zich bij de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen. Zij dienen rekening te houden met de privacy van bezoekers.

Artikel 59. Schriftelijke vragen aan het college

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Als zij de voorkeur geven aan een mondelinge beantwoording, dan geven zij dat bij het indienen van de vragen aan.

  • 2.

    Schriftelijke vragen worden door tussenkomst van de griffier zo spoedig mogelijk in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn ingediend. Mocht een inhoudelijke reactie niet binnen dertig dagen gegeven kunnen worden, dan wordt de raad door de burgemeester of het college onder vermelding van redenen geïnformeerd wanneer het inhoudelijke antwoord naar verwachting beschikbaar komt.

  • 4.

    Als de vragen meer dan 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering zijn ingediend, waarbij is verzocht om mondelinge beantwoording, vindt mondelinge beantwoording plaats in de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn en op welke wijze beantwoording zal plaatsvinden.

  • 5.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier zo spoedig mogelijk in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 6.

    De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 60. Technische vragen

Raadsleden en burgerraadsleden kunnen zuiver technische vragen betreffende onderwerpen die voor Het Beeld, Het Debat of Het Besluit zijn geagendeerd rechtstreeks indienen bij de ambtelijke organisatie.

Artikel 60a. Functie van ‘Het Gesprek’

In ‘Het Gesprek’ wordt op oriënterende of opiniërende wijze van gedachten gewisseld tussen de leden van de raad en met de leden van het college over één of meerdere thema’s, zonder dat er sprake is van een concreet voorstel dat de raad binnen dezelfde vergadercyclus al krijgt voorgelegd.

Artikel 60b. Status van en besluitvorming tijdens ‘Het Gesprek’

  • 1.

    ‘Het Gesprek’ is formeel-juridisch een commissievergadering in de zin van artikel 84 Gemeentewet.

  • 2.

    De vorm van elke vergadering wordt door de agendacommissie op maat gekozen.

  • 3.

    De voorzitter van Het Gesprek is een door de agendacommissie aangewezen voorzitter uit de voorzitterspool. Het voorzitterschap kan in voorkomende gevallen ook door meerdere personen worden ingevuld. In uitzonderlijke situaties kan de agendacommissie een raadslid die geen onderdeel uitmaakt van de voorzitterspool verzoeken het voorzitterschap op zich te nemen.

  • 4.

    ‘Het Gesprek’ is altijd en volledig openbaar.

  • 5.

    Van ‘Het Gesprek’ worden geen verslag/afsprakenlijst en (formele) geluidsopname gemaakt. De agendacommissie kan besluiten hiervan in bijzondere situaties af te wijken.

  • 6.

    Door of namens het college gedane toezeggingen worden opgenomen in het raadsinformatiesysteem.

Artikel 60c. Onderwerpen, agenda en openbare kennisgeving van ‘Het Gesprek’

  • 1.

    Raadsleden, college en griffie kunnen bij de agendacommissie onderwerpen aandragen, al dan niet voorzien van een voorstel van de wijze waarop het onderwerp kan worden behandeld.

  • 2.

    De agendacommissie stelt de agenda vast.

  • 3.

    De agenda vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de onderwerpen die aan de orde zullen komen;

    • b.

      begin- en eindtijd van de bijeenkomst;

    • c.

      de voorzitter(s);

    • d.

      de locatie.

  • 4.

    De agenda en bijbehorende stukken worden uiterlijk veertien dagen voor de vergadering in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 5.

    De vergadering wordt op de voor afkondigingen gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

Artikel 60d. Deelnemers aan ‘Het Gesprek’

  • 1.

    Het Gesprek kent geen vaste, benoemde leden. In beginsel kunnen alle (burger)raadsleden deelnemen aan de bijeenkomst, tenzij de agendacommissie om gemotiveerde redenen een beperking van het aantal deelnemers instelt.

  • 2.

    Alle (burger)raadsleden die aan Het Gesprek deelnemen, tekenen vóór aanvang van de vergadering de presentielijst.

  • 3.

    De fungerende voorzitter is geen fractiewoordvoerder over een onderwerp dat tijdens zijn voorzitterschap aan de orde is.

  • 4.

    Van collegeleden en door het college aangewezen ambtenaren wordt verwacht dat zij deelnemen aan de behandeling van de onderwerpen die onder hun portefeuille/expertise vallen.

  • 5.

    Er is in principe geen gelegenheid voor insprekers. Wel kan de agendacommissie ervoor kiezen dat externe deskundigen deelnemen aan de bijeenkomst.

Artikel 60e. Orde tijdens ‘Het Gesprek’

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen ‘Het Gesprek’ uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op een andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 2.

    Degenen die van ‘Het Gesprek’ geluid- en/of beeldregistraties willen maken, melden zich bij de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Artikel 61. Presidium (fractievoorzittersoverleg)

  • 1.

    Er is een presidium dat bestaat uit de raadsvoorzitter en de fractievoorzitters.

  • 2.

    Het presidium wordt bijeengeroepen door de raadsvoorzitter of indien één of meerdere fractievoorzitters hierom verzoeken.

  • 3.

    Fractievoorzitters van fracties van twee of meer raadsleden wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.

  • 4.

    De griffier is de secretaris van het presidium.

  • 5.

    Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 6.

    Het presidium doet desgewenst aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad (en zijn commissies) voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie of een andere commissie.

  • 7.

    Het presidium vergadert in principe in beslotenheid.

  • 8.

    Het verslag en/of besluitenlijst wordt toegestuurd aan alle leden van de raad dan wel in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

Artikel 62. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de raadsvoorzitter.

Artikel 63. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2015 vastgesteld d.d. 18 december 2014.

  • 3.

    Bij tegenstrijdigheden prevaleren de bepalingen in dit reglement boven raadsbesluiten van vroegere datum.

  • 4.

    Dit reglement wordt aangehaald als: ‘Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2017’.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 december 2016

de griffier, de voorzitter,

drs. E. van der Neut ir. C.W. Veerhoek

Toelichting

 

Toelichting