Paragraaf 2: Procedure
Artikel 6: Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
Artikel 7: Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de artikelen:
- a.
- b.
6:6, voor wat betreft de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;
- c.
6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;
- d.
- e.
- f.
van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.
Artikel 8: Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen in ter zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het verwerend orgaan vereist.
Artikel 9: Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.
- 2.
Indien de voorzitter op grond van het in artikel 7 sub d genoemde artikel van de wet besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan:
Artikel 10: Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter deelt de belanghebbenden ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.
- 2.
Belanghebbenden kunnen, binnen de in de uitnodiging genoemde termijn en onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden medegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste en tweede lid.
Artikel 11: Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 12: Onpartijdigheid
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Artikel 13: Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is in principe openbaar.
- 2.
Niet openbaar is de zitting ter behandeling van bezwaren tegen besluiten op basis van de Algemene bijstandswet en de Wet voorzieningen gehandicapten en bezwaren tegen rechtspositionele besluiten.
- 3.
Indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet, en de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting met gesloten deuren plaats.
Artikel 14: Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeld de namen van de aanwezigen met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke weergave in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden die aan het verslag worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
Artikel 15: Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) toegezonden;
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16: Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.
- 4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.
- 5.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.
Artikel 17: Uitbrengen advies
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en de eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoeld bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen, dan wel uitstel overeen te komen als bedoeld in artikel 7:10, vierde lid, van de wet.
- 3.
Van een besluit tot verdaging alsmede van een overeengekomen uitstel, ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.