Organisatie | Zaltbommel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaltbommel 2007-2 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaltbommel 2007-2 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaltbommel 2007, vastgesteld door burgemeester en wethouders van Zaltbommel d.d. 26 september 2006
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2007 | 15-03-2011 | Nieuwe regeling | 20-11-2007 Gemeenteblad, 2007, 5.6 | Onbekend |
BESLUIT VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel;
gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2007-2,
vast te stellen het navolgende
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaltbommel 2007-2
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
De Wet maatschappelijke ondersteuning.
De verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaltbommel 2007-2.
c. AanvragerEen persoon met een beperking die bij het college een aanvraag indient voor het ontvangen van een voorziening, een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming op grond van de verordening of diens wettelijke vertegenwoordiger.
e. Eigen aandeel in de kosten:
Het ten eigen laste van de aanvrager blijvende deel van de kosten van een voorziening waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend.
Een door het college vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura betaald moet worden.
Een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager.
Een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt,al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens.
Een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens.
Een forfaitaire of een gemaximeerde vergoeding
Een voorziening die in eigendom, in bruikleen of huur wordt verstrekt.
Een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven.
Een persoon die een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangt.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel.
Voor voorzieningen waarvan de kosten minder dan € 60,00 bedragen wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.
Artikel 1.3 Vaststellen inkomen
In afwijking van het eerste lid vindt op aanvraag van de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend een voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen plaats, indien redelijkerwijs te verwachten is dat het inkomen in het lopende jaar ten minste € 1.816,00 lager zal zijn dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid.
Indien het derde lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar definitieve vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen over dat jaar plaats. Indien daarbij blijkt dat het bijdrageplichtig inkomen minder dan € 1.816,00 lager is geweest dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid, vindt definitieve vaststelling plaats overeenkomstig het eerste lid.
Artikel 1.5 Wijziging in de burgerlijke staat en bereiken van belang zijnde leeftijd
Voor de toepassing van de artikelen 1.3 en 1.4 van dit besluit wordt een wijziging in de burgerlijke staat van de ongehuwde persoon of gehuwde personen en het bereiken van een van belang zijnde leeftijd van een van deze personen in aanmerking genomen met ingang van de datum waarop die wijziging plaatsvindt.
Voor een voorziening als bedoeld in artikel 3.1 van de verordening is een eigen bijdrage verschuldigd.
Voor de hiervoor genoemde eigen bijdrage, inkomensbedragen en marginaal tarief (percentage op basis waarvan de eigen bijdrage voor de hogere inkomens wordt berekend) geldt, dat de jaarlijkse wijzigingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hierin gevolgd worden.
De huurkosten per vier weken van een voorziening als bedoeld in artikel 4.3, eerste lid onder c, artikel 5.1, eerste lid onder b, artikel 6.1 en 6.3 wordt bepaald door de aanschafprijs van de voorziening, voor zover van toepassing vermeerderd met de verwachte kosten voor onderhoud en verzekering gedurende de verwachte levensduur van de voorziening, vermeerderd met € 100,00 te delen door een vierde van de verwachte levensduur van de voorziening in weken.
Om te bepalen of tot de leefeenheid waar een persoon deel van uitmaakt een of meer huisgenoten behoren die in staat zijn tot het verrichten van gebruikelijke zorg zoals bedoeld in artikel 3.3 van de verordening, wordt gebruik gemaakt van het protocol gebruikelijke zorg van het Centrum Indicatiestelling Zorg (hierna te noemen: CIZ) van april 2005.
Bandbreedte bij vaststelling van de omvang van de hulp bij het huishouden:
Het bedrag per uur dat in de vorm van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt verstrekt is afgeleid van de prijzen voor zorg in natura en bedraagt:
indien enkel eenvoudige hulp bij huishoudelijke werkzaamheden nodig is, zoals licht en zwaar huishoudelijk werk, boodschappen doen, maaltijd verzorging, verzorging kleding en linnengoed, € 12,20. Alleen voor dit pgb-uurtarief wordt afgeweken van het 75% percentage en geldt dat het jaarlijks standaard uurtarief voor zorg zonder verblijf gevolgd wordt, vastgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS);
De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming, als bedoeld in artikel 4.3 lid 1 onder a van de verordening, bedraagt maximaal € 5.215,50.
De éénmalige maximale vergoeding als bedoeld in artikel 4.8 lid 2 tot en met 4 van de verordening betreffende het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 2.366,70.
De financiële tegemoetkoming die het college verstrekt voor de kosten van het verwerven van grond als bedoeld in artikel 4.11 van de verordening bedraagt de werkelijke kosten, waarbij het maximum aantal vierkante meters geldt per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals vermeld in bijlage 1.
Indien een eigenaar/bewoner zijn woning verkoopt binnen 10 jaar na gereedmelding van een woningaanpassing waarvoor een financiële tegemoetkoming is verleend als bedoeld in artikel 4.3, eerste lid onder b van de verordening die meer bedraagt dan € 15.000,00, is de eigenaar/bewoner verplicht tot terugbetaling van de aanpassingskosten indien de aanpassing heeft geleid tot waardevermeerdering van de woning.
Het college geeft opdracht tot het verrichten van een waardebepaling van de woning direct voorafgaand aan de verstrekking van de financiële tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid en direct na gereedmelding van de aanpassing. Het positieve verschil in waarde tussen beide waardebepalingen wordt beschouwd als waardestijging als gevolg van de aanpassing van de woning.
De maximale vergoeding als bedoeld in artikelen 4.16 en 4.17 van de verordening betreffende de aanpassing van woonschepen en woonwagens indien voldaan wordt aan gestelde voorwaarden is € 1.012,50.
De financiële tegemoetkoming die het college verstrekt voor de kosten van onderhoud en keuring van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 4.18 van de verordening bedraagt de werkelijke kosten tot een maximum bedrag genoemd in bijlage 2.
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 4.19 van de verordening bedraagt de werkelijke kosten met een maximum van € 521,60 per maand, met inachtneming van het bepaalde in het hierboven genoemde artikel 4.19 van de verordening, als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.
Een persoon met een beperking kan gebruik maken van het collectief aanvullende vervoer zoals bedoeld in artikel 5.1. lid 1 onder a van de verordening (regiotaxi Rivierenland) tegen een tarief dat overeenkomt met het tarief voor openbaar vervoer.
De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 sub d onder 2 t/m 4 van de Verordening is ten hoogste van de hierna onder a tot en met f genoemde maxima:
Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi geldt dat maximaal de kosten voor het afleggen van 2000 kilometers per jaar kunnen worden gedeclareerd. Indien de aanvrager gebruik maakt van een andere vervoersvoorziening die verstrekt is in het kader van de Verordening, worden de kilometers die met deze voorziening worden afgelegd in mindering gebracht.
Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoel(bus)taxi geldt dat maximaal de kosten voor het afleggen van 2000 kilometers per jaar kunnen worden gedeclareerd. Indien de aanvrager gebruik maakt van een andere vervoersvoorziening die verstrekt is in het kader van de Verordening, worden de kilometers die met deze voorziening worden afgelegd in mindering gebracht.
Het inkomen als bedoeld in artikel 5.2, vijfde lid van de Verordening bedraagt
Indien het college een financiële tegemoetkoming verstrekt voor een vervoersvoorziening in de vorm van een “ander verplaatsingsmiddel” op grond van artikel 5.1 lid 1 sub d onder 5 en artikel 5.5 van de verordening wordt bij bijzondere uitvoeringen van een algemeen gebruikelijk verplaatsingsmiddel, zoals een fiets, slechts een gedeelte vergoed wanneer deze in eigendom wordt aangeschaft. Er wordt een tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf toegekend onder aftrek van de aanschafkosten van de algemeen gebruikelijk versie van het verplaatsingmiddel. Het college hanteert de volgende kostprijs van een algemeen gebruikelijk vervoermiddel;
De inkomensgrens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 5.8 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, bedraagt
Een aanvraag voor een voorziening, een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming die op grond van de verordening wordt verstrekt, dient te worden ingediend in het gemeentekantoor aan de Hogeweg 11 in Zaltbommel of op een andere door het college aangewezen locatie.
Aldus vastgesteld op 20 november 2007
Burgemeester en wethouders van Zaltbommel,
de secretaris, de burgemeester,
drs. L.H. Derksen. A. van den Bosch.
Dit Gemeenteblad is uitgegeven op 22 november 2007
Woonvoorzieningen en maximaal aantal m2-ers.
Aantal m2 waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden gegeven ingevolge artikel 4.11 (Wmo-verordening en) artikel 4.5 (Wmo-besluit) Het is mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van aantoonbare medische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m2 dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd. Dit overzicht geldt ook voor die situaties waarvoor geen extra grond hoeft te worden aangekocht.
Aantal m2 waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning, tenzij er een medische noodzaak is voor meer m2.
Het aantal m2 verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m2.