Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent werkgeversbijdrage voor loonkosten Werkgeversbijdrage Loonkosten Lelystad 2017 |
Citeertitel | Werkgeversbijdrage Loonkosten Lelystad 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling werkgeversbijdrage Loonkosten Lelystad 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2016 | nieuwe regeling | 20-12-2016 | 160017353 |
1. Doel van de Werkgeversbijdrage Loonkosten
Het college kan een Werkgeversbijdrage Loonkosten (WBL) aan werkgevers verstrekken om werkgevers te stimuleren arbeidsplaatsen beschikbaar te stellen voor de doelgroep.
De regeling is generiek, ieder bedrijf of onderneming kan, ongeacht de vestigingsplaats van de onderneming of plaats van tewerkstelling van de werknemer, een beroep doen op de regeling. Bedrijven die als gevolg van een aanbesteding verplicht zijn een percentage van de loon/aanneemsom in te zetten voor het in dienst nemen van mensen uit de doelgroep worden uitgesloten. Pas als het overeengekomen bedrag is ingezet kan de werkgever weer in aanmerking komen voor de WBL.
In aanvulling van het gestelde in artikel 7 van de Participatieverordening Lelystad 2015,behoort een persoon tot de doelgroep indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De subsidie bedraagt gedurende de volgende of verlengde arbeidsovereenkomst voor werknemers die een Beroeps Begeleidende Leerweg volgen aan een Regionaal Opleidingen Centrum of Agrarisch Opleidingen Centrum 25% van het op de werknemer van toepassing zijnde bruto wettelijk minimum referentieloon naar rato van het overeengekomen aantal arbeidsuren per week en ervan uitgaande dat 25% wordt toegepast bij een fulltime werkweek.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van de regeling leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.