Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Verordening ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort 2002
CiteertitelVerordening ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://www.cvdr.nl

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-12-200127-09-2012Onbekend

19-12-2001

www.amersfoort.nl (stadsberichten)

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort 2002

 

 

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Verordening Ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort 2002

Verordening

De raad van de gemeente Amersfoort;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 december 2001, sector SOB/RU (nr. 656887),

overwegende dat het gewenst is * dat het kernwinkelgebied van Amersfoort niet toegankelijk is voor verkeer behalve tijdens venstertijden zoals vastgesteld in de verkeersbesluiten kernwinkelgebied Amersfoort, SOB/SSSSB/PR/VB nrs. 595507 en 623876 van 6 november 2001; * dat de gemeente Amersfoort prioriteit heeft gegeven aan de uitvoering van haar beleidsdoelstellingen de leefbaarheid en bereikbaarheid van de (binnen)stad te verbeteren; * dat de gemeente (een deel van) de voorwaarden daartoe schept door het met uiterste terughoudendheid selectief verlenen van ontheffingen voor het berijden van het kernwinkelgebied buiten de venstertijden; * regels te stellen in verband met de fysieke afsluiting van het kernwinkelgebied waaraan het al dan niet verlenen van ontheffingen kan worden getoetst;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort 2002Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Bewoner: degene die volgens de gemeentelijke basisadministratie beschikbare persoonsgegevens woonachtig is in het kernwinkelgebied en die aantoonbaar beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein in dat gebied, terwijl de parkeerruimte zonder ontheffing, zoals bedoeld in deze verordening, niet bereikbaar is. b. Gehandicapte bewoner: degene die volgens de gemeentelijke basisadministratie beschikbare persoonsgegevens woonachtig is in het kernwinkelgebied, die aantoonbaar beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein in dat gebied, terwijl de parkeerruimte zonder ontheffing, zoals bedoeld in deze verordening, niet bereikbaar is en bovendien in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart. c. Ondernemer/ instelling: een bedrijf dat gevestigd is in het kernwinkelgebied en dat aantoonbaar beschikt over eigen parkeerruimte in dat gebied, terwijl de parkeerruimte zonder ontheffing, zoals bedoeld in deze verordening, niet bereikbaar is, of aan de andere criteria voldoet om voor een ontheffing in aanmerking te komen. d. Kernwinkelgebied: het gebied c.q. de straten zoals omschreven in de verkeersbesluiten Kernwinkelgebied Amersfoort, SOB/SSSSB/PR/VB nrs. 595507 en 623876 van 6 november 2001. . e. Ontheffing: schriftelijke verklaring dat een verkeersmaatregel (gebod of verbod) op basis van aan deze schriftelijke verklaring verbonden voorwaarden niet geldt voor de houder van die schriftelijke verklaring. f. Venstertijden: In het verkeersbesluit vastgelegde tijdsperiode(n) waarop het berijden van het Kernwinkelgebied wel is toegestaan voor de in het verkeersbesluit vastgestelde doelen. g. Motorvoertuigen (definitie zoals gedefiniëerd in het RVV 1990, artikel 1-z): alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen en gehandicaptenvortuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen. h. Parkeergelegenheid op eigen terrein: een parkeerplaats (op eigen terrein of in een garage), waarover de aanvrager kan beschikken (op grond van eigendom, ergfpacht, huur, ingebruikgeving, etcetera) of welke de aanvrager kan huren in een garage of op een open perceel grond welke (volgens raadsbesluit), een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte, of een huur- of koopovereenkomst) bestemd is voor de woning van de aanvrager, of die vermeld staat in het namens burgemeester en wethouders vastgestelde overzicht van POET-plaatsen ter inzage op het gemeentehuis of bij een door de gemeente aangewezen organisatie. i. Hulpmiddel: een pasje dat bij de toegangen van het afgesloten gebied voor een leesunit gehouden kan worden, waardoor de afsluiting omlaag gaat. Artikel 2 Aanvraag1. Een aanvraag voor een ontheffing voor het berijden van het kernwinkelgebied van de Amersfoortse binnenstad buiten de venstertijden door motorvoertuigen moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort. 2. Een aanvraag voor een ontheffing wordt te allen tijde getoetst aan de voor het jaar, waarin de ontheffing geldig moet zijn, vastgestelde Verordening ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort en eventuele bijbehorende besluiten en voorschriften. Artikel 3 Beslissingstermijnen1. Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag. 2. Zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste 2 weken verdagen; voor afloop van de onder lid 1 genoemde termijn wordt aanvrager hiervan op de hoogte gesteld. 3. Tijdelijke ontheffingen kunnen direct na de aanvraag worden verleend. Artikel 4 Voorwaarden voor ontheffingverlening1. De ontheffing kan uitsluitend verleend worden aan houders/gebruikers van motorvoertuigen, met dien verstande dat nadere voorwaarden kunnen worden gesteld aan gewicht, lengte en breedte van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing wordt verleend. 2. Aan het verlenen van een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden inzake de wijze waarop van de ontheffing gebruik mag worden gemaakt. De voorwaarden hebben betrekking op de plaats waar het gebied kan worden ingereden en de tijdsperiode waarbinnen het kernwinkelgebied mag worden bereden. 3. Aan ontheffinghouders kan worden verplicht gebruik te maken van een hulpmiddel om fysiek toegang tot het gebied te krijgen. Burgemeester en wethouders stellen noodzakelijke hulpmiddelen tegen een borgsom ter beschikking. 4. Een ontheffing wordt uitsluitend verleend indien alle voor de aanvraag van desbetreffende ontheffing benodigde gegevens c.q. bescheiden zijn overlegd en door aanvrager wordt voldaan aan alle in deze verordening beschreven omstandigheden om voor een ontheffing in aanmerking te komen. 5. De ontheffing wordt pas verleend, nadat ook de aan de ontheffing verbonden legeskosten en/of de in lid 2 van dit artikel genoemde borgsom zijn voldaan. 6. Een verstrekte ontheffing met een beperkte geldigheidsduur dient in het voertuig aanwezig te zijn tijdens het verblijf in het kernwinkelgebied ten behoeve van controle met de voorzijde duidelijk leesbaar achter de voorruit te worden geplaatst. Artikel 5 Duur van de ontheffing1. Eenmalige ontheffingen worden verstrekt voor eenmalige passages tenzij de noodzaak voor meerdere passages is aangetoond. Indien op één dag de noodzaak voor meerdere passages door hetzelfde motorvoertuig naar het oordeel van burgemeester en wethouders is aangetoond, kunnen ontheffingen voor één dag worden verstrekt. Bij bijzondere omstandigheden is verlenging van de tijdelijke ontheffing mogelijk. 2. Ontheffingen met een onbeperkte geldigheidsduur kunnen worden verleend ten behoeve van voertuigen van hulpdiensten zoals beschreven in artikel 7. 3. Ontheffingen die niet onder lid 1 of lid 2 vallen worden verleend voor de duur van een kalenderjaar. De ontheffing moet jaarlijks opnieuw worden aangevraagd. 4. Indien op enig tijdstip niet meer wordt voldaan aan de omstandigheden zoals die gebleken zijn uit de gegevens zoals die zijn overlegd bij de aanvraag voor de ontheffing of bij opzegging door de ontheffinghouder zelf, vervalt de geldigheid van de ontheffing. Artikel 6 Intrekking ontheffing De ontheffing kan worden ingetrokken: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn ingediend; b. indien de aan de ontheffing verbonden voorwaarden of beperkingen niet worden nagekomen; c. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend; d. indien de houder van de ontheffing daartoe een aanvraag indient; e. indien sprake is van misbruik van de ontheffing; f. bij in gebreke blijven van de betaling van leges en/ of waarborgsom bedoeld in artikel 4 lid 2.; g. na overlijden van de ontheffinghouder. Artikel 7 Ontheffingen voor hulpdiensten Een ontheffing voor het berijden van het kernwinkelgebied buiten de venstertijden wordt verleend voor ziekenauto’s en motorvoertuigen ten dienste van politie en brandweer indien de voertuigen als zodanig herkenbaar zijn. Artikel 8 Ontheffingen voor bewoners1. Aan een bewoner (zie artikel 1a van deze verordening) die als kentekenhouder of als houder van een leasecontract van het desbetreffende voertuig geregistreerd staat kan een ontheffing voor het berijden van dit kernwinkelgebied buiten de venstertijden worden afgegeven. 2. De ontheffing: a. wordt op naam, adres en kenteken gesteld; b. geldt slechts voor een van te voren vastgelegde route; 3. De volgende gegevens en bescheiden moet bij de aanvraag worden overlegd: a. kentekenbewijs of leasecontract; b. bewijs van eigendomsrecht, huurovereenkomst, gebruiksrecht of beschikbaarstelling van de bedoelde eigen parkeerplaats. 4. Voor gehandicapte bewoners die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart is lid 3b niet van toepassing Artikel 9 Ontheffingen ten behoeve van in de binnenstad gevestigde ondernemers/instellingen1. Aan een ondernemer/ instelling (zie artikel 1c van deze verordening) die als kentekenhouder of als houder van een leasecontract van het desbetreffende voertuig geregistreerd staat kan een ontheffing voor het berijden van dit kernwinkelgebied buiten de venstertijden worden afgegeven. Het aantal ontheffingen per ondernemer/ instelling is maximaal gelijk aan het aantal beschikbare parkeerplaatsen. 2. De volgende gegevens en bescheiden moeten bij de aanvraag worden overlegd: a. kentekenbewijs of leasecontract; b. inschrijvingsbewijs Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring c. bewijs van eigendomsrecht, huurovereenkomst, gebruiksrecht of beschikbaarstelling van de bedoelde eigen parkeerplaats. Artikel 10 Tijdelijke ontheffingen ten behoeve van bouw-, installatie- en reparatieverkeer- en verhuizingen1. Een tijdelijke ontheffing voor het berijden van het kernwinkelgebied buiten venstertijden kan worden verleend ten behoeve van bouw-, installatie-, reparatie- of verhuiswerkzaamheden. 2. Aanvrager dient aan te tonen, dat: * bouw-, installatie-, reparatie of verhuiswerkzaamheden in het kernwinkelgebied absoluut niet kunnen plaatsvinden tijdens de toegestane venstertijden; * de goederen, gereedschappen of materialen niet op andere wijze of op andere tijden kunnen worden afgeleverd of afgehaald; * door de politie, gemeente of een door gemeente aangewezen partij een werkontheffing voor werkzaamheden in het kernwinkelgebied is verstrekt. 3. De tijdelijke ontheffing: * wordt voor ten hoogste de duur van de werkzaamheden verstrekt; met een maximum van één jaar * wordt op naam, adres en kenteken gesteld; * geldt slechts voor een van te voren vastgelegde route. 4. Bij bijzondere omstandigheden is verlenging van de tijdelijke ontheffing mogelijk. Artikel 11 Beheer openbare ruimte1. Een ontheffing voor het berijden van het kernwinkelgebied buiten de venstertijden ten behoeve van het uitvoeren van werkzaamheden, mits die aantoonbaar niet binnen de venstertijden kunnen worden verricht, wordt verleend aan ondernemingen/instellingen die zijn belast met: a. het ophalen van vuil; b. het beheer en onderhoud van openbare ruimten. 2. De ontheffing wordt op naam, adres van de onderneming/instelling gesteld. Artikel 12 Ontheffingen voor bijzondere situaties1. Een ontheffing voor het berijden van het kernwinkelgebied buiten de venstertijden kan ook worden verleend voor de in het volgende lid genoemde bijzondere gevallen, met dien verstande dat in elk geval dient te worden aangetoond dat onderhavig vervoer niet tijdens venstertijden of op andere wijze dan met een motorvoertuig kan geschieden; 2. De in het eerste lid bedoelde bijzondere gevallen hebben betrekking op: a. ritten in verband met rouw- en trouwstoeten indien de route via de het kernwinkelgebied onvermijdelijk is; b. huisartsen met praktijk met patiënten op adressen die alleen via het kernwinkelgebied bereikbaar zijn en waarbij de loopafstand redelijkerwijs te groot is; c. vervoer van goederen van bedrijven die opgenomen zijn in het jaarlijks vastgestelde ‘besluit van het college van burgemeester en wethouders ter aanwijzing van branches die voor een ontheffing voor het kernwinkelgebied in aanmerking komen’ (de zogenaamde groene lijst). d. waardetransporten e. noodgevallen. 3. Een ontheffing voor het berijden van het kernwinkelgebied buiten de venstertijden kan ook worden verleend aan winkeliers die grote en/of zware artikelen verkopen waar voor het vervoer het gebruik van een auto redelijkerwijs noodzakelijk is. De ontheffing is bestemd voor het gebruik door klanten die een dergelijk artikel hebben gekocht. De ontheffing: a. wordt op bedrijfsnaam en adres gesteld; b. geldt slechts voor een van te voren vastgelegde route; c. geldt slechts op zaterdag tussen 17.00 en 18.00 uur. d. wordt niet verstrekt als de onderneming gebruik maakt van een (eigen) bezorgdienst of –service heeft. Artikel 13 Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot onaanvaardbare gevolgen voor een betrokkene kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken. Artikel 14 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort 2002". Artikel 15 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Artikel 16 Overgangsbepaling

Ontheffingen die voor de in artikel 12 genoemde datum zijn afgegeven blijven geldig tot het verstrijken van de termijn waarvoor ze zijn afgegeven, doch uiterlijk tot 20 weken na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2001.

de secretaris,                                                                de burgemeester,

PUBLICATIEDATUM: 19 december 2001

Voorbeeld groene lijst

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TER AANWIJZING VAN bRANCHES die voor een ontheffing voor het kernwinkelgebied in aanmerking komen

Gelet op artikel 12 lid 2 ad c van de verording ontheffingen kernwinkelgebied Amersfoort 2001 worden in dit besluit de branches vastgesteld die in aanmerking komen voor een ontheffing voor het berijden van het kernwinkelgebied van Amersfoort buiten de venstertijden.

Voorbeeldlijst branches die voor een ontheffing voor het kernwinkelgebied in aanmerking komen (groene lijst)

 Nummer

Branche

6512

Detailhandel in vis-, schaal- en weekdieren

6531

Apotheken

6710-6714

Maaltijdverstrekkende bedrijven met een bezorgdienst c.q. dineruitzending en dergelijke

Toelichting op het besluit van het college van burgemeester en wethouders ter aanwijzing van bedrijven die voor een ontheffing voor het kernwinkelgebied in aanmerking komen.

Voorbeeld kaderDe desbetreffende ontheffingen worden verstrekt aan bedrijven waar om bedrijfseconomische en / of organisatorische redenen aanvoer en afvoer van goederen buiten de venstertijden een absolute noodzaak is.

Voorbeeld motivatieVoor zover ingeschat kan worden zal de onmogelijkheid van het ontvangen van de vracht dan wel het versturen van goederen buiten de venstertijden negatieve gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Het betreft dan: * branches die naar het oordeel van burgemeester en wethouders in het algemeen (meer dan) één keer per dag bevoorraad moeten worden, danwel alleen buiten de venstertijden bevoorraad kunnen worden; de aard van de artikelen, danwel een specifiek aanvoertraject brengt dit met zich mee; * branches die het bezorgen van goederen (verswaren) als kernactiviteit danwel als belangrijke nevenactiviteit hebben.