Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

Beleidsregel subsidies zelforganisaties en integratie activiteiten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel subsidies zelforganisaties en integratie activiteiten
CiteertitelBeleidsregel subsidies zelforganisaties
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening 2007, art. 1.4, lid 2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200701-01-2015Nieuwe regeling

12-06-2007

Zutphense Koerier, 20-07-2007

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel subsidies zelforganisaties en integratie activiteiten

 

 

1. Begrippen

Activiteiten gericht op integratie: activiteiten die gericht zijn op het vergroten van de participatie en opname van allochtonen in de (Zutphense) samenleving en georganiseerd door een allochtone zelforganisatie.

Allochtoon: mensen die zelf, of waarvan een van de of beide (groot-) ouders, geboren is/zijn in een niet westers land dat een potentieel onderwerp is voor achterstandenbeleid.

Zelforganisatie: een organisatie die opkomt voor de belangen van de allochtone doelgroep, die is opgericht door leden van deze doelgroep, zich inzet voor de integratie van deze doelgroep en vooral functioneert door de vrijwillige inzet van de doelgroep.

Ondersteuningssubsidie: een niet op de exploitatie-uitkomst gebaseerde subsidie bedoeld om een bepaalde activiteit of groep van activiteiten te ondersteunen.

Incidentele subsidie: een subsidie die voor een bepaalde, niet structureel of regelmatig terugkerende activiteit wordt verstrekt.

2. Doel

In deze beleidsregels zijn voorwaarden en criteria vastgesteld waaraan activiteiten of organisaties moeten voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een ondersteunings- of incidentele subsidie van de gemeente Zutphen. Het betreft hier met name activiteiten van zelforganisaties die de integratie en participatie stimuleren.

3. Grondslag

Het algemene beleid op het gebied van de integratie is neergelegd in de notitie ‘Samen Sterk’. Voor de vaststelling van deze beleidsregels heeft het college gebruik gemaakt van haar bevoegdheid beleidsregels vast te stellen op het gebied van welzijn en gezondheidszorg zoals verankerd in art. 1.4, tweede lid van de Algemene subsidieverordening 2007.

4. Doel van de subsidie

Met het verstrekken van een subsidie volgens deze beleidsregels wordt een bijdrage geleverd aan de integratie en participatie van niet westerse allochtonen in Zutphen.

5. Voorwaarden

 

5.1 Algemene voorwaarden voor de verdeling van de subsidiegelden.
  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor de ondersteunings- en incidentele subsidies twee subsidieplafonds vast:

    • a.

      Ondersteuningssubsidies;

    • b.

      Incidentele subsidies.

  • 2.

    De ingediende aanvragen voor ondersteuningssubsidie worden getotaliseerd en verdeeld over de binnengekomen aanvragen.

  • 3.

    De verdeling van de incidentele subsidies gaat in volgorde van ontvangst.

  • 4.

    Indien de ondersteuningssubsidie niet volledig wordt benut, dan kan het restant, mits binnen hetzelfde kalenderjaar, worden toegevoegd aan het budget voor de incidentele subsidies.

  • 5.

    Het bestuur van de organisatie onderhoudt regelmatig contact met het college.

  • 6.

    Voor de aanvraag van een subsidie maakt de organisatie gebruik van het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

5.2 Voorwaarden ondersteuningssubsidie
  • 1.

    De aanvrager is een rechtspersoon die zetelt in Zutphen;

  • 2.

    de aanvrager heeft ten doel de belangen van de allochtone doelgroep te behartigen en is gericht op de integratie;

  • 3.

    de te organiseren activiteiten zijn niet in overwegende mate politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk van aard;

  • 4.

    de organisatie heeft tenminste 30 betalende Zutphense leden of donateurs;

  • 5.

    een meerderheid van de leden of donateurs woont in Zutphen;

  • 6.

    de ingediende aanvragen voor ondersteuningssubsidies worden getotaliseerd en naar rato verdeeld tot een maximum van € 700, - per organisatie;

  • 7.

    een ondersteuningssubsidie bedraagt nooit meer dan de maximale begroting.

5.3 Voorwaarden voor de incidentele subsidies
  • 1.

    De aanvrager/zelforganisatie is een rechtspersoon die zetelt in Zutphen;

  • 2.

    de zelforganisatie organiseert de activiteit;

  • 3.

    de activiteit is gericht op integratie en participatie;

  • 4.

    de activiteit vindt plaats in Zutphen;

  • 5.

    de activiteit is gericht op de hele Zutphense bevolking;

  • 6.

    de activiteit is openbaar toegankelijk;

  • 7.

    de activiteit niet in substantiële mate politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijke vorming beogen of feitelijk betreffen;

  • 8.

    de subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de kosten tot een maximum van € 750;

  • 9.

    de subsidieaanvragen worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Indien het vastgestelde subsidieplafond is bereikt, worden de aanvragen zonder verdere inhoudelijke argumentatie afgewezen.

  • 10.

    een aanvraag om subsidie wordt tenminste twaalf weken voor aanvang van de activiteit ingediend (art 2.1 ASV)

  • 11.

    de subsidieontvanger dient binnen twaalf weken, na afloop van de activiteit waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in (art. 2.6:1 ASV)

6. Verdeling

 

6.1 de ondersteuningssubsidie
  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor een ondersteuningssubsidie voldoet de aanvrager aan de gestelde criteria in de Asv en 5.2 van deze beleidsregel;

  • 2.

    de omvang van de ondersteuningssubsidie is voor iedere organisatie gelijk.

  • 3.

    de aanvraag voor de ondersteuningssubsidie wordt ingediend bij het college uiterlijk op 1 april van het jaar voorafgaande aan het boekjaar waarvoor subsidie is ingediend.

6.2 de incidentele subsidie

Ook zelforganisaties die niet in aanmerking komen voor een ondersteuningssubsidie kunnen een incidentele subsidie aanvragen.

Om in aanmerking te komen voor een incidentele subsidie voldoet de aanvrager aan de gestelde criteria in de Asv en 5.3 van deze beleidsregel.

8. Controle
  • 1.

    Actieve toetsing bij de vaststelling van de subsidie vindt plaats op:

    • a.

      het bereik onder de leden;

    • b.

      de inhoud en realisatie van de activiteiten;

    • c.

      de verplichte inhoudelijke en financiële verslaglegging;

    • d.

      het functioneren van de vereniging of stichting;

    • e.

      het contact van de organisatie met haar achterban;

    • f.

      de wijze waarop de organisatie de doelgroep vertegenwoordigt;

    • g.

      het functioneren van het bestuur van de organisatie;

    • h.

      de bereidheid van de organisatie om te participeren in grotere samenwerkingsverbanden.

  • 2.

    Het college kan werkbezoeken en/of onaangekondigde visitaties bij de organisaties (laten) afleggen.

  • 3.

    Voor de verantwoording maakt de organisatie gebruik van de door het college vastgestelde verantwoordingsformulier.

     

9. Hardheidsclausule

Het college kan in individuele gevallen van deze beleidsregels afwijken dan wel buiten toepassing laten, voorzover de toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Deze beleidsregels zijn vastgesteld door het college d.d. 12-6-2007 en gepubliceerd in het gemeenteblad d.d. 20-6-2007. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘beleidsregel subsidies zelforganisaties’ en treden in werking per 1-8-2007.

Toelichting Beleidsregels subsidies zelforganisaties en integratie activiteiten

1. begrippen

Met de definiëring van het begrip allochtoon wordt aangesloten bij de definitie van het CBS en zoals deze wordt gebruikt bij de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). Deze subsidieregel is bedoeld voor de allochtonen uit de B categorie: niet westerse allochtonen uit de overige landen die geen potentiële doelgroep zijn van achterstandbeleid (met name Oost Europa, Zuid Europa, Azië, Midden- en Zuid-Amerika, Afrika)

 

2. Doel

Met deze beleidsregel maken wij gebruik van de beleidsvrijheid die de Algemene Subsidie Verordening (ASV) geeft. Als subsidiegever stimuleren wij met deze beleidsregel de integratie van allochtone en autochtone groepen in Zutphen. Alleen zelforganisaties krijgen door deze beleidsregel de financiële armslag om integratieactiviteiten te organiseren.

 

4. Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie: bevorderen integratie en participatie van allochtonen in Zutphen sluit aan bij de beleidsaanbevelingen die gedaan zijn in de notitie ‘Samen Sterk’.

 

5. Voorwaarden

Allochtonen organiseren zich door middel van een rechtspersoon (stichting of vereniging). Beide rechtspersonen komen voor een subsidie in aanmerking.

Door onderscheid te maken in ondersteuningsubsidies en incidentele subsidies doen wij recht aan de structuur waarbinnen gewerkt wordt: de ondersteuningssubsidies zijn vooral bedoeld om de zelforganisatie te verstevigen. Deze subsidie kan aangewend worden om de activiteiten binnen de eigen groep/ organisatie vorm te geven. Zelforganisaties kunnen dus zowel een verenigingsstructuur als een stichtingsstructuur hebben. Een vereniging kent leden, die contributie betalen. Een stichting heeft geen leden, maar kent wel donateurs. Wij stellen voorwaarden aan het minimum aantal leden/donateurs. Dit om te voorkomen dat er een te grote versnippering van gelden plaatsvindt. De standplaats van de rechtspersoon is in Zutphen. Hier komt ook meer dan de helft van de leden/donateurs vandaan. Door deze regel willen wij borgen dat de gemeentelijke subsidie ook in belangrijke mate ten goede komt aan de inwoners van Zutphen.

De zelforganisaties vragen de ondersteuningssubsidie aan voordat het begrotingsjaar begint. Het beschikbare bedrag wordt hoofdelijk omgeslagen tot een maximum van € 700, -. Mocht blijken dat als alle aanvragen behandeld zijn en de ondersteuningssubsidie niet volledig benut is, dan kan het restant aan de incidentele subsidies worden toegevoegd. Dit melden wij bij de publicatie van de subsidieplafonds.

Uit de ingediende begroting moet duidelijk blijken hoeveel betalende leden er zijn en in welke plaats deze leden wonen.

De subsidie bedraagt echter nooit meer dan de begroting van de totale kosten.

 

De incidentele subsidies zijn gericht op activiteiten die breder toegankelijk zijn dan de eigen leden/donateurs. Onder de hele Zutphense bevolking (5.3 lid 5) moet dan ook verstaan worden dat in principe iedereen uit Zutphen welkom is. Afhankelijk van de aard van de activiteit kan hierbij wel een bepaalde doelgroep (vrouwen, jongeren enz.) omschreven worden.

De incidentele subsidie dient voor de aanvang van de activiteit te worden aangevraagd. De subsidies worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Is het subsidieplafond bereikt dan worden de aanvragen zonder verdere inhoudelijke argumentatie afgewezen.

De incidentele subsidie bedraagt maximaal 50% van de ingediende begroting. Bij het aanvragen en vaststellen van de incidentele subsidie sluiten wij aan bij de ASV.

 

7. Controle

Uitgangspunt bij het verlenen van de subsidie is dat de organisaties de subsidie gebruiken ter bevordering van de integratie en participatie. Dat toetsen wij door inhoudelijke en financiële controle van de verleende subsidie. De subsidieontvanger draagt zorg voor een goede financiële en inhoudelijke verantwoording.

Daarnaast hechten wij ook veel waarde aan het feit dat de besturen van de gesubsidieerde organisaties goede contacten onderhouden met de eigen leden/achterban en dat deze organisaties deel uitmaken van het maatschappelijke leven in Zutphen. Om dat te toetsen kan het college bezoeken (laten) afleggen.

Het opgestelde verantwoordingsformulier bevat een aantal vragen waaruit blijkt dat er werkcontacten zijn met andere organisaties en of de activiteiten door een breed publiek zijn bezocht.