Organisatie | Cromstrijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiele verordening gemeente Cromstrijen |
Citeertitel | Financiele verordening gemeente Cromstrijen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 212, Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 29-03-2019 | Nieuwe regeling | 20-12-2016 GVOP 30 december 2016 | Z.05738/ADV-BenW-16-00312 |
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
In deze verordening verstaan wij onder:
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet samen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van
(onderdelen van) de organisatie van de gemeente Cromstrijen en ten behoeve van de
Hoofdstuk 2 - Begroting en verantwoording
1.De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode bij de vaststelling van de begroting een programma-indeling en de taakvelden per programma voor die raadsperiode vast.2. De raad stelt op voorstel van het college per programma de beleidsindicatoren vast. Het voorstel van het college bevat ten minste de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de realisatie van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
1.De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma.
Bij de begrotingsbehandeling kan de raad aangeven aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Indien het college een overschrijding van de geautoriseerde lasten of investeringskrediet
voorziet, meldt het college dit in de eerstvolgende raadsvergadering aan de raad. Het college
voegt hierbij een voorstel voor wijziging van de geautoriseerde lasten van het programma of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen,
legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel aan de
1.Het college informeert de raad door middel van bestuurlijke rapportages (tweemaal per jaar) en een financiële actualisatie (eenmaal per jaar) over de realisatie van de begroting van de gemeente.
De bestuurlijke rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het
beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van de baten en lasten (begrotingswijziging), het geprognosticeerde rekeningsresultaat, de mutaties in de investeringskredieten en het verloop van de boekwaarden van de reserves en de bouwgrondexploitaties aan het begin en het einde van het jaar.
In de bestuurlijke rapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en de balansposten > € 25.000,00 toegelicht.
1.Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3 - Financieel beleid
Waardering en afschrijving vaste activa
1.Het college biedt de raad ter vaststelling eenmaal in de vier jaar een nota waardering- rente- en afschrijvingsbeleid aan. Deze nota bevat beleidsregels over het waarderen van activa, afschrijvingen en rente.
1.Het college biedt de raad ter vaststelling eenmaal in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. Deze nota bevat beleidsregels over de reserves en voorzieningen.
1.Het college biedt de raad ter vaststelling eenmaal in de vier jaar een treasurystatuut aan. Het treasurystatuut bevat beleidsregels over de financieringsfunctie.
1.Het college biedt de raad ter vaststelling eenmaal in de vier jaar een nota risicomanagement aan. Deze nota geeft de kaders met betrekking tot het weerstandsvermogen en het risicomanagement aan.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en dienstendie worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijn de activa. Voor de rechten en de heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
De totale apparaatskosten verdelen wij onder in kosten ten behoeve van het primaire proces (directe loonkosten) en overhead (loonkosten ondersteunend personeel, huisvesting, ICT etc.). De directe loonkosten rekenen wij op basis van de geraamde tijdsbesteding rechtstreeks toe aan de taakvelden waar de medewerkers hoofdzakelijk werkzaam voor zijn. Taakvelden waar medewerkers minder dan 5% van de tijd aan besteden laten wij buiten beschouwing (met uitzondering van bouwgronden, investeringen, riolering en de begraafplaatsen).
De overheadskosten rekenen wij via een opslagpercentage op de directe loonkosten (extracomptabel) toe aan de tarieven. Het percentage bepalen wij door de totale overhead te delen door de totale directe loonkosten.
4.Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijnde activa en rentevergoeding over de voorzieningen wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald door de totale rentekosten te delen door de boekwaarde van de totale activa aan het begin van het boekjaar. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Hoofdstuk 4 - Financiële organisatie en financieel beheer
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen periodiek. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.