Hoofdstuk III Algemene voorschriften
Artikel 10
Met betrekking tot de groepsgrootte gelden de volgende voorschriften:
- a.
in de leeftijd van 0 tot 1 jaar omvat één groep van kinderen gelijktijdig ten hoogste 12 kinderen;
- b.
in de leeftijd van 0 - 13 jaar omvat één groep van kinderen gelijktijdig ten hoogste 20 kinderen, waaronder ten hoogste 6 kinderen van 0 tot 1 jaar; en
- c.
in de leeftijd van 4 tot 13 jaar omvat één groep van kinderen gelijktijdig ten hoogste 20 kinderen.
Artikel 11
- 1.
Met betrekking tot het aantal functionarissen in relatie tot het aantal kinderen geldt dat tenminste één leidster wordt ingezet voor de verzorging en opvoeding van ten hoogste:
- a.
6 kinderen in de leeftijd van 6 weken tot 1,5 jaar;
- b.
8 kinderen in de leeftijd van 1,5 tot 3 jaar;
- c.
12 kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar;
- d.
15 kinderen in de leeftijd van 4 tot het einde van de basisschoolperiode;
- e.
het aantal leidsters bij een gemengde leeftijdsgroep wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde aantal kinderen per leeftijdsgroep, waarbij naar boven kan worden afgerond. Bij een gemengde leeftijdsgroep met baby's tot 1,5 jaar is afronding naar boven niet mogelijk.
- 2.
Gedurende een beperkte tijd, doch niet meer dan anderhalf uur na opening en vóór sluiting van het kindercentrum en in bijzondere omstandigheden, kan afgeweken worden van het eerste lid, met dien verstande dat ten alle tijde tenminste één leidster moet worden ingezet.
- 3.
Indien slechts één leidster ingezet wordt ingevolge het eerste lid, sub e of het tweede lid, wordt naast de leidster tenminste één volwassene ingezet ter ondersteuning.
Artikel 12
- 1.
Per groep is een ruimte beschikbaar, die voldoende mogelijkheden biedt voor diverse speelvormen.
- 2.
Een kindercentrum dient te beschikken over buitenruimte.
- 3.
Kinderen tot anderhalf jaar beschikken over slaapgelegenheid in een aparte ruimte en kinderen ouder dan anderhalf jaar beschikken over slaap- of rustgelegenheid op een af te scheiden plaats in de opvangruimte.
Artikel 13
- 1.
Bij eilandbesluit, houdende algemene maatregelen worden in de handleiding de kwaliteitsvoorschriften voor het houden en openstellen van een kindercentrum vastgesteld voor zover hierin niet al wordt voorzien door andere wettelijke bepalingen. De voorschriften hebben betrekking op:
- a.
de inrichting, hygiënische toestand en veiligheid van het kindercentrum voor zover deze voorschriften noodzakelijk zijn voor de kinderopvang;
- b.
de voeding, opvoeding, gezondheid en het welzijn van de kinderen;
- c.
de benodigde opleiding en ervaring van leidsters en van personen behulpzaam bij de verzorging en opvoeding;
- d.
de aansprakelijkheid en ongevallenverzekeringen; en
- e.
het werkgeversschap en personeelsbeleid.
- 2.
In de in het eerste lid vermelde handleiding kunnen nadere voorschriften worden gegeven ten aanzien van de groepsgrootte, de ruimte en het aantal functionarissen in relatie tot het aantal kinderen zoals vermeld in de artikelen 10,11 en 12.
- 3.
In geval van wijziging van de handleiding dient de commissie te worden gehoord.
Artikel 14
In de handleiding worden aan houders van een gastouderbureau voorschriften gegeven ten aanzien van:
- a.
de hygiëne, veiligheid en kwaliteit van de gastouderopvang;
- b.
de invloed van functionarissen en gastouders op het beleid van de houder;
- c.
de wijze waarop de relatie tussen gastouderbureau, aangesloten gastouders en ouders of verzorgers wordt geregeld en de relatie tussen de gastouders en ouders of verzorgers onderling; en
- d.
de aansprakelijkheid- en ongevallenverzekering.
Artikel 15
- 1.
De houder van een kindercentrum of gastouderbureau informeert ouders of verzorgers schriftelijk over:
- a.
het te voeren beleid, waaronder het pedagogisch beleid, zoals voorgeschreven in de handleiding en de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 10, 11 en 12;
- b.
de wijze waarop het contact met de ouders of verzorgers wordt onderhouden;
- c.
de wijze waarop klachten worden behandeld; en
- d.
de procedures in spoedeisende situaties.
- 2.
De houder van een kindercentrum of gastouderbureau informeert ouders of verzorgers vooraf schriftelijk over voorgenomen wijzigingen in de bedrijfsvoering of de wijze van opvang.
- 3.
Onverminderd het gestelde in het eerste lid, verschaft de houder de ouders of verzorgers alle informatie die zij verzoeken welke van belang is voor de opvang.
- 4.
Tijdens het verlenen van kinderopvang is een kindercentrum of gastouder ten alle tijde telefonisch bereikbaar.
- 5.
De telefoonnummers van hulpverlenende instanties zijn bij elke telefoon in een kindercentrum duidelijk aangegeven.
Hoofdstuk V Sancties, Overgang- en Slotbepalingen
Artikel 18
- 1.
In geval van niet naleving van de in of krachtens deze verordening gestelde eisen kan het bestuurscollege na de commissie en de vergunninghouder te hebben gehoord, dan wel hiertoe in de gelegenheid te hebben gesteld overgaan tot intrekking van de vergunning en sluiting van het kindercentrum of gastouderbureau.
- 2.
In geval van sluiting van het kindercentrum wordt de houder zo spoedig mogelijk schriftelijk geïnformeerd over de reden tot sluiting en de duur van de sluiting.
- 3.
In geval van acute bedreiging van de gezondheid of het welzijn van de kinderen kan tot onmiddellijke sluiting van een kindercentrum worden overgegaan zonder de commissie en de vergunninghouder te hebben gehoord.
- 4.
In geval van onmiddellijke sluiting worden binnen twee weken de commissie en de vergunninghouder alsnog gehoord, dan wel hiertoe in de gelegenheid gesteld.
Artikel 19
- 1.
Overtreding van het gestelde bij of krachtens artikel 3, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.
- 2.
Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.
Artikel 20
- 1.
Op verzoek van de houder die ten tijde van inwerkingtreding van deze verordening reeds kinderopvang biedt, kan voor de maximale duur van 2 jaar ten aanzien van de bij of krachtens deze verordening gestelde eisen ontheffing worden verleend. In uitzonderlijke gevallen kan deze termijn eenmalig worden verlengd met de duur van maximaal 1 jaar.
- 2.
Aan deze ontheffing kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.
- 3.
De in het eerste lid vermeide ontheffing is niet mogelijk ten aanzien van de in de artikelen 10 en 11 vermelde voorschriften.
Artikel 21
Het legestarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning en voor de verklaring genoemd in artikel 9 van deze verordening wordt door het bestuurscollege vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.
Artikel 22
Bij eilandbesluit, houdende algemene maatregelen kunnen nadere regels ter uitvoering van deze verordening worden gegeven.
Artikel 23
Deze eilandsverordening treedt in werking op de dag na afkondiging met uitzondering van artikel 3 en de artikelen 10 tot en met 15, welke 3 maanden na afkondiging in werking treden.
Artikel 24
Deze eilandsverordening wordt aangehaald als: Eilandsverordening kinderopvang Bonaire.