Organisatie | Zaltbommel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet inburgering gemeente Zaltbommel 2010 |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering gemeente Zaltbommel 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Vervangt de Verordening Wet inburgering gemeente Zaltbommel, 2007, vastgesteld door de gemeenteraad van Zaltbommel d.d. 7 december 2006 (Gbl. 2006, 11.4)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2010 | Nieuwe regeling | 08-07-2010 Gemeenteblad, 2010, 6.1 | Onbekend |
De raad van de gemeente Z a l t b o m m e l;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 april 2010,
overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening ten behoeve van inburgeringsplichtigen, de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, alsmede de bestuurlijke boetes die voor de verschillende overtredingen kunnen worden opgelegd;
gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;
vast te stellen de volgende Verordening Wet inburgering Zaltbommel 2010
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING
HOOFDSTUK 2. DOELGROEPEN EN SAMENSTELLING VAN DE INBURGERINGSVOORZIENING OF TAALKENNISVOORZIENING
Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria:
HOOFDSTUK 3. HET AANBOD VAN EEN INBURGERINGSVOORZIENING OF TAALKENNISVOORZIENING
HOOFDSTUK 4. DE BESTUURLIJKE BOETE
Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.