Artikel 1 – Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening en de tarieventabel wordt
verstaan onder:
- a.
- b.
maand: een kalendermaand;
- c.
- d.
- e.
horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:27,
eerste lid, sub a, van de Algemene plaatselijke verordening 2010
gemeente Zevenaar;
- f.
terras: een terras als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, sub
b, van de Algemene plaatselijke verordening 2010 gemeente
Zevenaar;
- g.
standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 5:17 van de
Algemene plaatselijke verordening 2010 gemeente Zevenaar;
- h.
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven door middel van
parkeerapparatuur.
Artikel 2 – Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter
zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en
de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 – Belastingplicht
1.De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer
voorwerpen heeft onder, op of boven
1. voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene
ten behoeve van wie die
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegronden worden
aangetroffen.
2.In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente
een vergunning heeft verleend voor het
2. hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de
openbare dienst bestemde
gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens
rechtsopvolger aangemerkt als
degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het
voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven
voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 – Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven: a. voor het hebben van
voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden
gedoogd;
- b.
voor voorwerpen, waarvan de gemeente Zevenaar genothebbende
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering
van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
- c.
voor voorwerpen, waarvoor ter zake reeds een privaatrechtelijke
vergoeding is overeengekomen;
- d.
voor braderieën, mits een duidelijke relatie met lokale belangen
gelegd wordt;
- e.
voor niet-commerciële particuliere initiatieven, waaronder
bijvoorbeeld te verstaan: wijk-, buurt- en straatfeesten,
kindermarkten e.d.
Artikel 5 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven
opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van
een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid
aangemerkt.
Artikel 6 – Belastingtijdvak
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 – Wijze van heffing
De precariobelasting wordt geheven door middel van een gedagtekende,
schriftelijke kennisgeving.
Artikel 8 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar
tijdsgelang
- 1.
De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het
belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de
belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde
gedeelten als er voor dat tijdvak, na de aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde
gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting
als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog
volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 – Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk twee maanden na de
dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van
de op één aanslagbiljet verenigde
aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het
bedrag daarvan minder is dan € 50,-
de verschuldigde belasting door middel van automatisch incasso in
twee termijnen van de betaalrekening van de belastingschuldige kan
worden afgeschreven.
- 3.
In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid geldt ingeval
het totaalbedrag van de op één
aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar
één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- doch minder
dan € 10.000,- en de verschuldigde bedragen door middel van
automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige
kunnen worden afgeschreven, dat:
- a.
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1
juli van het belastingjaar waarop ze
betrekking hebben, moeten worden betaald in zoveel gelijke
termijnen als er na de maand van dagtekening van het
aanslagbiljet tot en met september nog maanden in het
belastingjaar overblijven;
- b.
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 1 juli van het
belastingjaar waarop ze betrekking hebben, moeten worden
betaald in drie gelijke termijnen.
- 4.
Indien een machtiging wordt afgegeven na dagtekening van de aanslag
wordt het aantal termijnen gelijkgesteld aan het resterend aantal
termijnen wat van toepassing zou zijn indien de machtiging vóór het
opmaken van het aanslagbiljet zou zijn verstrekt.
- 5.
Bij het van toepassing zijn van de voorgaande leden vervallen de
incassotermijnen op of rond de laatste werkdag van de maand, waarbij
de eerste termijn ten minste veertien dagen na de dagtekening van de
aanslag valt.
- 6.
Het termijnbedrag wordt berekend naar evenredigheid van het aantal
nog te vervallen incassotermijnen van het aanslagbiljet.
- 7.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de
voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 – Kwijtschelding
Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 11 – Nadere regels door het college van burgemeester en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
Artikel 12 – Overgangsbepaling
De “Verordening precariobelasting 2016”, vastgesteld bij raadsbesluit
van 21 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13,
tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande
dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor deze
datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 – Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na
die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Artikel 14 - Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening
precariobelasting 2017”.
Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2017
Hoofdstuk 1 Terras
- 1.
1 Voor een terras behorende bij een horecabedrijf met een
vergunning tot het open mogen houden van het terras tot een
tijdstip gelegen na 22:00 uur, gelegen in het horeca-
concentratiegebied, wordt een tarief per m², per jaar in
rekening gebracht van € 29,40
- 1.
2 Voor een terras, niet bedoeld in artikel 1.1 van deze
tarieventabel, wordt een tarief per m2, per jaar in rekening
gebracht van € 19,80
Hoofdstuk 2 Braderie
Voor het houden van een braderie, blijkens een hiervoor
afgegeven vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke
Verordening, wordt per m2 een tarief berekend van €
0,40. Het aantal m2 wordt, tenzij anders blijkt,
vastgesteld op de ingevolge de vergunning beschikbaar gestelde
oppervlakte.
Hoofdstuk 3 Standplaatsen
- 3.
1 Voor het hebben van een standplaats wordt gerekend
voor een periode van:
- 3.
1a per dag of een gedeelte daarvan € 8,20
- 3.
1b met dien verstande dat het tarief niet minder
bedraagt dan € 16,35
- 3.
2 Het tarief als bedoeld in artikel 3.1 wordt, indien de
standplaats zich in het kernwinkelgebied van Zevenaar
bevindt, verhoogd met 25%
Hoofdstuk 4 Roerende zaken op
parkeerapparatuurplaatsen
Voor het plaatsen van roerende zaken, niet zijnde
motorvoertuigen, op een parkeerapparatuurplaats wordt een tarief
berekend van € 3,15 per parkeerapparatuurplaats per dag.
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Zevenaar van
21 december 2016,
Mij bekend,
De griffier,