Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 228a en 255 Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2016 | 31-12-2017 | nieuwe regeling | 21-12-2016 Gemeenteblad 2016, nr. 185212 | INT/16/751016 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016, nr. INT/16/751016;
gelet op de artikelen 228 a en 255 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017
Artikel 2 – Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 – Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt voor woon- en andere doeleinden, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten samen als één geheel worden gebruikt voor alleen woondoeleinden of alleen andere doeleinden, deze als één perceel worden aangemerkt.
De belasting wordt niet geheven van een perceel met een waarde van minder dan € 20.000,-. Betreft het perceel een onroerende zaak dan is de waarde gelijk aan de voor dat belastingjaar geldende waarde, zoals vastgesteld op grond van de bepalingen van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6 – Maatstaf van heffing en tarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 9 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt, waarvoor hetzelfde belastingbedrag verschuldigd is.
Artikel 10 – Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde
aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan € 50,-
de verschuldigde belasting door middel van automatisch incasso in twee termijnen van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één
aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- doch minder dan € 10.000,- en de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat:
Bij de invordering van rioolheffing wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990: a. het percentage voor de kosten van bestaan gesteld op 100%; b. de kwijtscheldingsnorm voor personen van 65 jaar of ouder gesteld op 100 % van de toepasselijke netto AOW-bedragen; c. bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen rekening gehouden met de netto-kosten van kinderopvang; d. aan personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen (kleine ondernemers) kwijtschelding verleend voor privé-belastingschulden, onder de voorwaarden die voor natuurlijke personen/niet-ondernemers gelden. 2. Bij de invordering van rioolheffing als bedoeld in artikel 1 van de tarieventabel behorend bij deze verordening wordt kwijtschelding verleend tot een maximum van € 102,96 voor een meerpersoonshuishouden en € 77,22 voor een eenpersoonshuishouden. Het maximumbedrag wordt bij heffing naar tijdsgelang, zoals bedoeld in artikel 9, naar evenredigheid omgerekend.
Artikel 12 – Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Artikel 13 – Overgangsbepaling
De “Verordening rioolheffing 2016”, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rioolheffing 2017”.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar, gehouden op 21 december 2016.
Tarieventabel behorende bij de Verordening rioolheffing 2017
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Zevenaar van 21 december 2016, Mij bekend, De griffier,