Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Diemen

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDiemen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 2009
CiteertitelVerordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerptoekenning voorzieningen ten aanzien van het onderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de “Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 1998” en de “Verordening bewegingsonderwijs Diemen 2001”.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, artikelen 140 en 141;
  2. Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden, artikelen XIII, XV en XVII;
  3. Gemeentewet, artikel 5;
  4. Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 4.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2009Onbekend

18-12-2008

Diemer Nieuws, d.d. 24-12-2008, pagina 7.

08-69

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 2009

Opmerkingen m.b.t. de regeling

 

Deze regeling vervangt de “Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 1998” en de “Verordening bewegingsonderwijs Diemen 2001”.

 

 

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

 

  • 1.

    Wet op het primair onderwijs, artikelen 140 en 141;

  • 2.

    Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden, artikelen XIII, XV en XVII;

  • 3.

    Gemeentewet, artikel 5;

  • 4.

    Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 4.

 

 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

 

Geen.

 

 

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

 

 

Datum

inwerkingtreding

01-01-2009

 

Terugwerkende kracht t/m

 

 

Betreft

nieuwe regeling

 

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

18-12-2008

Diemer Nieuws

d.d. 24-12-2008,

pagina 7.

 

Kenmerk voorstel

nr. 08-69

 

 

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 2009

 

Nr.: 08-69

De raad van de gemeente Diemen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2008;

gelet op artikelen 140 en 141 van de Wet op het primair onderwijs;

gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;

gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;

gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

gezien het gevoerde overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de scholen in de gemeente d.d. 2 september 2008;

overwegende dat het noodzakelijk is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Diemen 2009.

 

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

  • b.

    schoolbestuur : bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school;

  • c.

    school : school voor basisonderwijs;

    • -

      school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • d.

    voorziening : een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • e.

    aanvullende voorziening : een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • f.

    indieningdatum : uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waardoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • g.

    toekenningscriteria : de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • h.

    tijdvak : periode zoals opgenomen in bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • i.

    subsidieplafond : een bedrag bedoeld zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

  • j.

    feitelijke beschikbaarstelling : de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • k.

    subsidievaststelling : een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

  • l.

    wet : Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3.

    Het college kan de bijlage behorende bij de voorziening aanpassen en zal daarover de raad informeren.

  • 4.

    Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3. Aanvullende voorzieningen

  • 1.

    Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2.

    Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op een aanvullende voorziening.

Artikel 4. Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 30 november zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 januari tot en met 31 december van het volgende kalenderjaar.

HOOFDSTUK 2. PROCEDURES

Paragraaf 2.1. Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5. Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6. Indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak wenst, dient voor de indieningdatum een aanvraag in bij het college. De indieningdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toetsingscriteria.

      Bij het ontbreken van één of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7. Beslissingstermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen twaalf weken na de indieningdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij de reden voor de verlenging aan.

  • 3.

    Het college maakt de beschikking op de aanvraag binnen twee weken na het nemen daarvan schriftelijk aan het schoolbestuur bekend.

Artikel 8. Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2. Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9. Indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2.

    Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10. Beslissingstermijn

Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11. Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3. Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding.

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1.

    De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening, of

    • b.

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3.

    De beschikking tot subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie;

    • b.

      voor zover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college;

    • c.

      de bepaling dat de wet van toepassing is en voor zover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt in vier termijnen plaats binnen het tijdvak.

Artikel 13. Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4.2. van de wet van toepassing.

Artikel 14. Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij er sprake is van overdracht van de voorziening aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 15. Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 16. Beslissing van het college in gevallen waarin deze verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17. Intrekking oude regeling

  • 1.

    De Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 1998 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De Verordening bewegingsonderwijs Diemen 2001 wordt ingetrokken.

Artikel 18. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Diemen 2009”.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Diemen in zijn openbare vergadering van 18 december 2008.

De griffier,

De voorzitter,

Bijlagen: voorzieningen in het kader van de Verordening materiële en financiële gelijkstelling gemeente Diemen 2009

Bijlage 1. Verkeersonderwijs

Aanduiding van de voorziening

Het praktisch verkeersexamen voor leerlingen uit groep 8 wordt jaarlijks afgenomen door de Dienst IVV van de gemeente Amsterdam. Het examen wordt afgenomen in het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer. De examens vinden plaats op daartoe door de gemeente Amsterdam beschikbaar gestelde fietsen.

Indieningdatum

Het schoolbestuur laat voor 15 januari van het desbetreffende jaar weten hoeveel kinderen uit groep 8 deelnemen aan het examen.

Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een kalenderjaar.

Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening

De gemeente vergoedt de kosten van het praktisch verkeersexamen voor de leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs.

Berekening toekenning

De kosten zijn € 30,00 per leerling. Gemeenten kunnen voor 50% van de kosten verkeerseducatie subsidie aanvragen bij de stadsregio Amsterdam. Dit komt erop neer dat de gemeente en de stadsregio Amsterdam ieder € 15 voor haar rekening neemt. De scholen dragen zelf zorg voor het vervoer van en naar het parcours en het theoretisch verkeersexamen. De schoolbesturen krijgen hiervoor geen rechtstreekse subsidie, aangezien de kosten door de gemeente worden verrekend met de Dienst IVV.

Bijlage 2. Remedial teaching

Aanduiding van de voorziening

Sinds 1977 zijn er binnen het basisonderwijs in de gemeente Diemen leerkrachten werkzaam om leerlingen die moeite hebben met de leerstof extra ondersteuning te bieden om zo te voorkomen dat deze leerlingen moeten worden doorverwezen naar het speciaal basisonderwijs. Deze leerkrachten hebben naast hun onderwijsbevoegdheid aanvullende opleidingen en cursussen gevolgd voor de taak als remedial teacher. De activiteiten van een remedial teacher beslaan onder meer het geven van individuele begeleiding aan leerlingen die dat nodig hebben, het uitvoeren van diagnostisch onderzoek en het opstellen van handelingsplannen.

Indieningdatum

De schoolbesturen hoeven voor deze voorziening geen aanvraag in te dienen. De subsidie wordt verleend op basis van de 1 oktobertelling van het jaar voorafgaand aan het tijdvak.

Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een kalenderjaar.

Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening

De gemeente vergoedt de kosten van remedial teaching voor de scholen voor het basisonderwijs. De subsidiebijdrage remedial teaching aan de scholen zal in 2009 voor het laatst worden verstrekt. In het vooroverleg met de schoolbesturen is door Stichting Openbaar Onderwijs Primair en Stichting Spirit in overweging gegeven de bezuinigingen voor hen sneller te doen ingaan om hiermee financiële ruimte te creëren voor en geleidelijkere afbouw van de formatie voor de éénpitters, St. Petrusschool en De Nieuwe Kring.

Berekening toekenning

Voor de financiering van de remedial teaching is in 2008 is uitgegaan van een gemiddelde kostprijs per uur van € 24,27 per uur. Deze uurprijs wordt in 2009 aangepast in overstemming met de ontwikkeling van de personeelslasten in de gemeentelijke begroting.

Voor de subsidiering voor 2009 wordt op het voorstel van St. OOP en Stichting Spirit ingegaan en zal het beschikbare geld, zijnde € 39.000,00, worden verdeeld over de éénpitters op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober 2008.

Bijlage 3. Schoolsportdagen

Aanduiding van de voorziening

In het kader van het bewegingsonderwijs worden vijfmaal per jaar sportdagen en schoolsporttoernooien georganiseerd. De schoolsportdagen worden georganiseerd door Stichting Openbaar Onderwijs Primair en opgenomen in het jaarlijkse sportkalender.

Indieningdatum

De schoolbesturen hoeven voor deze voorziening geen aanvraag in te dienen. De subsidie wordt verleend op basis van de 1 oktobertelling van het jaar voorafgaand aan het tijdvak.

Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een kalenderjaar.

Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening

De voorziening schoolsportdagen is beschikbaar voor de basisscholen. De schoolbesturen ontvangen een bedrag per leerling voor consumpties van de leerlingen.

Berekening toekenning

De schoolbesturen ontvangen op basis van de 1 oktobertelling voor het volgende jaar een subsidiebedrag. Het bedrag per leerling is € 0,50.

Aan Stichting Openbaar Onderwijs Primair wordt jaarlijks een subsidie toegekend van € 5.000 voor de algemene kosten van de schoolsportdagen, zoals bekers en vaantjes.

Bijlage 4. Bewegingsonderwijs

Aanduiding van de voorziening

Voor zowel het openbaar als het bijzonder basisonderwijs wordt een deel van de basisformatie die de scholen vanuit de rijksoverheid ontvangen ingezet voor bewegingsonderwijs. De invulling van het bewegingsonderwijs is onderdeel van het lokaal onderwijsbeleid, waarbij in het verleden nadrukkelijk de keuze is gemaakt hier gemeentelijke middelen voor beschikbaar te stellen. Dit stelt de scholen in staat de kinderen van groep 3 tot en met 8 circa twee keer drie kwartier gymnastiekonderwijs door een vakleraar te laten geven. De vakleerkrachten zijn in dienst bij de schoolbesturen.

Indieningdatum

De schoolbesturen hoeven voor deze voorziening geen aanvraag in te dienen. De subsidie wordt verleend op basis van de 1 oktobertelling van het jaar voorafgaand aan het tijdvak.

Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een kalenderjaar.

Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening

De voorziening bewegingsonderwijs is beschikbaar voor de basisscholen.

Berekening toekenning

De gemeentelijke bijdrage wordt vanaf 1 januari 2009 bepaald op basis van de 1 oktobertelling en een gemiddelde prijs per leerling. Het bedrag per leerling is voor 2008 €40,46. Jaarlijks zal het bedrag per leerling worden geindexeerd, zijnde in overstemming met de ontwikkeling van de personeelslasten in de gemeentelijke begroting.

Bijlage 5. Schoolzwemmen

Aanduiding van de voorziening

In het kader van bewegingsonderwijs krijgen alle kinderen in groep 5 een half uur per week schoolzwemmen met als doel dat de betrokken leerlingen die nog geen diploma hebben binnen één schooljaar één of meerdere zwemdiploma´s behalen. Kinderen die hun diploma niet halen, kunnen dat alsnog in groep 6, 7 & 8 doen. Deze kinderen gaan eens per maand 30 minuten zwemmen in het kader van het bewegingsonderwijs (natte gymnastiek).

Indieningdatum

De schoolbesturen hoeven voor deze voorziening geen aanvraag in te dienen. De subsidie wordt verleend op basis van de 1 oktobertelling van het jaar voorafgaand aan het tijdvak.

Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een kalenderjaar.

Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening

De voorziening schoolzwemmen is beschikbaar voor de basisscholen.

Berekening toekenning

De subsidiering van schoolzwemmen is onderdeel van de subsidie bewegingsonderwijs en derhalve zal er geen apart bedrag beschikbaar worden gesteld. Bij wijze van voorziening wordt het gemeentelijk zwembad kosteloos ter beschikking gesteld.

Bijlage 6. Schoolbegeleiding

Aanduiding van de voorziening

De inzet van schoolbegeleidingsmiddelen past binnen de gemeentelijke doelstelling van het preventief jeugdbeleid: individuele ontwikkelingskansen voor kinderen in de gemeente Diemen vergroten, waardoor maatschappelijk ongewenste effecten worden verminderd, dan wel voorkomen.

Om de individuele ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten zal er ingezet moeten worden op individuele leerlingenzorg (o.m. kind-onderzoeken), alsmede op het netwerk van professionals (zorgbreedteoverleggen) eromheen dat zorg moet kunnen bieden aan de kinderen.

Indieningdatum

De schoolbesturen hoeven voor deze voorziening geen aanvraag in te dienen. De subsidie wordt verleend op basis van de 1 oktobertelling van het jaar voorafgaand aan het tijdvak.

Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een kalenderjaar.

Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening in overleg met de schoolbesturen is de toekomst van de schoolbegeleidingsmiddelen als volgt vastgesteld:

In overleg met de schoolbesturen is de toekomst van de schoolbegeleidingsmiddelen als volgt vastgesteld:

• Het gemeentelijk deel van schoolbegeleidingsmiddelen voor individuele leerlingenzorg (zijnde de 60% van het budget 2008 , afgerond € 60.000,-) blijft door de gemeente beschikbaar gesteld voor dit doel, onder voorwaarde dat schoolbesturen ook tenminste een zelfde bedrag besteden aan individuele leerlingenzorg. De verdeling van de middelen over de schoolbesturen vindt plaats op basis van leerlingaantal;

• De gemeentelijke schoolbegeleidingsmiddelen voor de individuele leerlingenzorg worden vanaf 2009 beschikbaar gesteld aan de schoolbesturen op basis van het aantal leerlingen op teldatum 1 oktober voorafgaand aan het jaar waar de subsidie betrekking op heeft. Over de besteding van deze middelen, alsmede de inzet van de cofinanciering, dient verantwoording te worden afgelegd aan de gemeente;

• Voor de periode januari - juli 2009, zijnde de tweede helft van het komende schooljaar 2008-2009, dienen zowel de gemeentelijke middelen als eenzelfde bedrag van de schoolbesturen besteed te worden bij het ABC voor de individuele leerlingenzorg (continuering van huidige afspraken uit het convenant). Hierbij wordt een kleine ruimte geboden aan enkele partijen om, na overleg met de gemeente, voor een klein deel van hun eigen schoolbegeleidingsmiddelen voor individuele leerlingenzorg, elders diensten in te kopen. ´t ABC zal samen met de schoolbesturen zorgdragen voor een goede wijze van verantwoording, die na juli 2009 door de schoolbesturen gehanteerd kan worden voor de verantwoording naar de gemeente;

• Vanaf augustus 2009 zijn schoolbesturen vrij om de individuele leerlingenzorg in te kopen waar zij willen, waarbij de voorwaarde geldt dat er wel sprake moet zijn van inkoop van gecertificeerde diensten, in verband met de kwaliteit;

• Deze afspraken gelden tot met kalenderjaar 2010. Dit tijdspad loopt parallel aan het tijdspad van de notitie preventief jeugdbeleid.

Tevens worden de overige 40% van de gemeentelijke schoolbegeleidingsmiddelen (afgerond € 40.000) worden besteed aan het versterken van de keten van signaleren - toeleiding - actie, zoals is besloten bij de vaststelling van de notitie “preventief jeugdbeleid”. Hiervoor worden onder meer de zorgbreedteoverleggen op de 7 basisscholen ingericht. Daarnaast wordt onder meer de cofinanciering voor schoolmaatschappelijk werk uit dit budget bekostigd;

Berekening toekenning

Zie bij toekenningscriteria.

Toelichting Verordening materiële en financiële gelijkstelling gemeente Diemen 2009

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepaling

d. Voorziening

De voorzieningen die op grond van deze verordening kunnen worden aangevraagd, zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening. Uit de beschrijving van een voorziening in de bijlage kan een schoolbestuur dus opmaken of het in beginsel in aanmerking komt voor een bepaalde voorziening en zo ja, op welke wijze de bekostiging vervolgens plaatsvindt.

e. Aanvullende voorziening

De wet biedt de mogelijkheid dat de raad besluit dat het college de verordening tijdelijk kunnen aanvullen met nieuwe voorzieningen (zie b.v. artikel 140, vierde lid van de WPO). Binnen de verordening wordt het college deze mogelijkheid geboden.

f. Indieningdatum

De indieningdatum die voor een voorziening geldt, is opgenomen bij de omschrijving van de voorziening in de bijlage. De indieningdatum is afhankelijk van het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend. Voor het tijdvak moet de aanvraagprocedure zijn afgerond.

g. Toekenningscriteria

In de bijlage bij deze verordening worden als onderdeel van een voorziening de omstandigheden geformuleerd op basis waarvan bevoegde gezagsorganen in aanmerking kunnen komen voor toekenning van een voorziening.

i. Subsidieplafond

Een toekenning van een voorziening in de vorm van financiële middelen, is een subsidie. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht bestaat de mogelijkheid om voor subsidies een subsidieplafond in te stellen. Dit instrument wordt in de verordening opgenomen om de beheersbaarheid van de uitgaven te bevorderen.

k. Subsidievaststelling

Bij het beschikbaar stellen van financiële middelen gaat het altijd om een subsidie waarop, hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Met de subsidievaststelling ontstaat een definitieve aanspraak op de subsidie. De subsidie kan direct na een aanvraag van een schoolbestuur worden vastgesteld.

Artikel 2. Subsidieplafond en verdelingsregels

Eerste lid

Met het oog op de beheersbaarheid van de uitgaven kan de gemeenteraad bepalen dat een subsidieplafond wordt vastgesteld voor bepaalde voorzieningen. Indien de raad bepaalt dat voor een voorziening een subsidieplafond geldt, dienen ook verdelingsregels te worden opgesteld. In de toelichting op de bijlage wordt ingegaan op de mogelijke verdelingsregels.

Tweede lid

Om niet jaarlijks de verordening te moeten wijzigen omdat alleen de hoogte van het subsidieplafond verandert, kan de raad ervoor kiezen om het college de hoogte het subsidieplafond te laten vaststellen. De raad kan ook de wijze van verdelen opdragen aan het college. Indien de raad het vaststellen van het subsidieplafond en de verdeling voor een specifieke voorziening opdraagt aan het college, dient de bijlage bij de betreffende voorziening dit te bepalen.

Artikel 3. Aanvullende voorzieningen

Eerste lid

In dit artikel wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die de wet biedt aan het college om deze verordening tijdelijk aan te vullen met een of meerdere voorzieningen (art. 140, vierde lid WPO).

De wet zelf bepaalt vervolgens dat de gemeenteraad binnen 12 weken na het besluit van het college om de verordening tijdelijk aan te vullen, beslist over de bekrachtiging ervan. Indien de gemeenteraad niet binnen 12 weken beslist, wordt de aanvulling gelijkgesteld met een aanvulling die is bekrachtigd. Een afwijzing door de gemeenteraad van een dergelijke aanvulling, heeft geen gevolgen voor aanvragen waarop reeds is beslist of die reeds zijn ingediend en die voorzieningen betreffen waarop de aanvulling betrekking heeft. Op het moment dat bekrachtiging door de raad heeft plaatsgevonden of de termijn van 12 weken is verstreken, wordt de aanvullende voorziening opgenomen in de bijlage bij de verordening. Naast vorenstaande procedure bepaalt de wet dat de aanvulling binnen een week na het besluit van het college om de verordening tijdelijk aan te vullen, aan de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen moet worden gezonden.

Een aanvulling zoals bedoeld in artikel 3 is doorgaans bedoeld om in geval van calamiteiten snel een voorziening open te kunnen stellen. Vanwege de spoedeisendheid is er ten aanzien van deze voorziening geen indieningtermijn opgenomen. Nadat de gemeenteraad de voorziening heeft bekrachtigd of nadat de termijn van 12 weken is verstreken en de voorziening van rechtswege is bekrachtigd, kan de voorziening alleen nog worden aangevraagd via de reguliere aanvraagprocedure ex artikel 6. Immers, de aanvullende voorziening is na bekrachtiging door de raad (of nadat de termijn van 12 weken is verstreken) een reguliere voorziening geworden.

Het college kan, vanwege een spoedeisend belang, ook op verzoek van één of meer van de bevoegde gezagsorganen besluiten om de verordening aan te vullen met een voorziening. Een verplichting is dit echter niet. Het gaat om aanvullend gemeentelijk beleid. Een schoolbestuur kan dus niet afdwingen dat het college de verordening tijdelijk aanvult met een voorziening.

Tweede lid

Het tweede lid stelt dat het college dient aan te geven onder welke omstandigheden schoolbesturen in aanmerking kunnen komen voor de voorziening. Het stramien van de bijlage wordt hierbij gevolgd. Op deze wijze kan, indien de raad de voorziening bekrachtigt, op relatief eenvoudige wijze de voorziening worden ingepast in de verordening.

Artikel 4. Jaarlijks overzicht

De wet stelt dat het college verplicht is om jaarlijks een overzicht bekend te maken van de op grond van de verordening toegekende voorzieningen. Dit moet gebeuren in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. In de verordening is ervoor gekozen om de bevoegde gezagsorganen die vallen onder de reikwijdte van deze verordening, rechtstreeks te informeren over de op grond van de verordening toegekende voorzieningen. Hiermee wordt een praktische invulling gegeven aan de mogelijkheid om via ‘een andere geschikte wijze' het overzicht te publiceren. In de praktijk kan dit erop neer komen dat in het kader van het reguliere overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen een dergelijk overzicht wordt toegezonden. Dit overzicht bevat: de ‘reguliere' voorzieningen die zijn toegekend voor het eerste daaropvolgende tijdvak en eventuele aanvullende voorzieningen waarover in het afgelopen jaar is beslist.

Artikel 5. Toevoegen, wijzigen en intrekken

Op het moment dat de raad voor de eerste keer de verordening vaststelt, wordt tegelijkertijd in de bijlage bij de verordening een aantal voorzieningen opgenomen.

Artikel 6. Indiening aanvraag

Eerste lid

Een schoolbestuur dat een voorziening wenst, kan deze voorziening aanvragen bij het college. Dit moet geschieden voor de indieningdatum zoals die is geformuleerd in de bijlage bij de gewenste voorziening. De indieningdatum is een fatale datum. Hiervoor is gekozen om te voorkomen dat bij hantering van een subsidieplafond de verdeling van het budget over alle bevoegde gezagsorganen, niet plaats kan vinden omdat een van de aanvragen nog moet worden ingediend.

Tweede lid

Bij de aanvraag dient een aantal gegevens dat noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag te worden bijgevoegd. De bepaling is opgebouwd uit een opsomming van enkele gegevens die bij elke aanvraag moet worden vermeld. Uit de omschrijving van de voorziening in de bijlage kan namelijk worden opgemaakt welke toekenningscriteria gelden en daarmee welke additionele gegevens noodzakelijk zijn om te beoordelen of een schoolbestuur in de omstandigheid verkeert dat het aanspraak kan maken op een voorziening.

Derde lid

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) schrijft voor dat het bestuursorgaan, voordat kan worden overgegaan om de aanvraag buiten behandeling te laten, het schoolbestuur de mogelijkheid moet bieden om de aanvraag binnen een redelijke termijn te completeren. In dit lid is een termijn van drie weken opgenomen. Indien het schoolbestuur geen gebruik maakt van deze termijn, of nog onvoldoende informatie geeft, voorziet de verordening er in dat het college de desbetreffende aanvraag buiten behandeling laat. De Algemene wet bestuursrecht bepaalt bovendien dat een besluit van het college om de aanvraag niet te behandelen aan de aanvrager moet worden bekend gemaakt. De bekendmaking vindt plaats binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken (vgl. art. 4:5, lid 4 Awb).

Artikel 7 Beslissingstermijn

Eerste lid

Nadat aanvragen voor een of meerdere voorzieningen voor de indieningdatum zijn ingediend, beschikt het college binnen 12 weken op de aanvraag. Het college heeft dus in beginsel drie maanden om op aanvragen te beschikken. De termijn is zo gekozen dat binnen deze termijn de verzoeken die onvolledig zijn nog kunnen worden gecompleteerd (ingevolge artikel 6, derde lid, dient het schoolbestuur binnen drie weken de aanvraag te completeren). De completering moet dus binnen de 12 weken plaatsvinden. Dit is ook noodzakelijk omdat over alle aanvragen voor een voorziening op een moment moet worden beslist door het college in verband met een eventueel subsidieplafond. Op dit moment moet namelijk worden beoordeeld of de gezamenlijke aanvragen het subsidieplafond overschrijden. Tevens wordt in dit lid bepaald dat in die gevallen waarin geen indieningdatum wordt gehanteerd, de termijn waarbinnen het college een beschikking moet afgeven op 12 weken na ontvangst van de aanvraag wordt gesteld.

Tweede lid

Indien het college dit noodzakelijk acht kan de termijn van 12 weken, met vier weken worden verlengd. Dit moet gemotiveerd worden medegedeeld aan de betrokken schoolbesturen.

Artikel 8. Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen die het college in ieder geval in acht neemt bij het afgeven van een beschikking op een aanvraag om in aanmerking te komen voor een voorziening.

In weigeringsgrond genoemd in onderdeel a (`de gewenste voorziening is geen voorziening in de zin van deze verordening') komt tot uitdrukking dat de voorzieningen die in de verordening zijn opgenomen uitdrukkelijk limitatief zijn. Daarnaast dienen aanvragen te worden getoetst aan de toekenningscriteria zoals deze per voorziening zijn vastgesteld. De bijlage bij de verordening bevat de voorzieningen en een omschrijving van de omstandigheid waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening. Indien een aanvraag van een schoolbestuur tot toekenning van een voorziening niet voldoet aan één of meerdere van de toekenningscriteria, dient de gewenste voorziening te worden geweigerd. In onderdeel c is de mogelijkheid opgenomen om een voorziening te weigeren als de subsidie die is gemoeid met het ter beschikking stellen van de voorziening, is uitgeput.

Artikel 9. Indiening aanvraag

Eerste lid

Dit lid voorziet in de mogelijkheid dat een schoolbestuur een aanvul¬lende voorziening kan aanvragen. Vanwege het spoedeisende karakter van deze voorzieningen is niet gekozen voor een bepaalde indieningtermijn. Op het moment dat een aanvullende voorziening is bekrachtigd door de gemeenteraad (of indien de gemeenteraad niet binnen 12 weken beslist), is de aanvullende voorziening een reguliere voorziening in de zin van de verordening en kan deze voorziening alleen nog maar op basis van artikel 6 worden aangevraagd.

Tweede lid

Zie toelichting artikel 6, tweede en derde lid.

Artikel 10. Beslissingstermijn

Dit artikel volgt grotendeels het stramien van de besluitvormingsprocedure ten aanzien van de reguliere voorzieningen (artikel 7). Wel zijn de termijnen ingekort omdat het in het algemeen zal gaan om spoedeisende voorzieningen in geval van calamiteiten. Bepaald is dat het college binnen vier weken beschikt op een aanvraag dan wel binnen vier weken nadat aanvullende gegevens zijn verstrekt door het schoolbestuur. Binnen twee weken na de datum van de beschikking dient het schoolbestuur schriftelijk op de hoogte te worden gebracht van de beschikking van het college.

Artikel 11. Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen die het college in ieder geval in acht neemt bij het afgeven van een beschikking op een aanvraag om in aanmerking te komen voor een aanvullende voorziening.

Artikel 12. Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

Een beschikking tot subsidieverlening hoeft niet het subsidiebedrag te bevatten. Indien de beschikking niet het bedrag vermeldt, dient het maximaal toe te kennen bedrag te worden vermeld. Het college kan na een beschikking tot subsidieverlening, voorschotten verlenen. Indien het college dit wenst, dient in de beschikking tot subsidieverlening te worden vermeld dat er sprake is van bevoorschotting en dient tevens de hoogte van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald, bekend gemaakt te worden.

Tweede lid

De beschikking tot toekenning van een voorziening dient in ieder geval een aantal elementen te bevatten. De beschikking bevat de periode waarvoor de voorziening is toegekend, een omschrijving van de wijze waarop het schoolbestuur uitvoering dient te geven aan de voorziening en een omschrijving van het doel waarvoor de voorziening ter beschikking is gesteld. De wijze van uitvoering kan meer of minder gedetailleerd zijn. De wijze van uitvoering is een verplichting waaraan het schoolbestuur moet voldoen. Indien het schoolbestuur niet aan deze verplichtingen voldoet, kan de voorziening geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd op grond van artikel 13.

Derde lid

Hier is bepaald dat beschikkingen tot subsidievaststelling een aantal extra gegevens dienen te bevatten. Ten eerste dient het bedrag van de subsidie te worden aangegeven. Deze bepaling volgt uit de Awb. De middelen die worden toegekend zijn doeluitkeringen. Het college mag dan ook verlangen dat het schoolbestuur aangeeft dat de toegekende middelen zijn besteed aan het doel waarvoor ze zijn bestemd. In de beschikking kan dan ook worden verwoord op welke wijze het schoolbestuur verantwoording dient af te leggen over de besteding van middelen.

Afhankelijk van de toegekende voorziening kan de rekening en verantwoording meer en minder zwaar worden opgezet. Bij een voorziening `computer´ kan een aankoopbon volstaan, bij de voorziening `vakleerkracht´ kunnen bijvoorbeeld een uitdraai van de salarisadministratie en een verantwoording dat de leerkracht daadwerkelijk voor het betreffende vak is ingezet worden overlegd.

Daarnaast kan de beschikking aangeven dat de Awb van toepassing is en welke eventuele afwijkingen er van kracht zijn.

Artikel 13. Intrekken of wijzigen beschikking

In dit artikel wordt kortheidshalve verwezen naar de Awb: deze kent een uitgebreide subsidietitel. In het kader van deregulering is het wenselijk de Awb rechtstreeks toe te passen.

Artikel 14. Verbod tot vervreemding

Met dit artikel wordt voorkomen dat bepaalde aan een schoolbestuur toegekende voorzieningen worden vervreemd door het schoolbestuur zonder dat toestemming van het college is verkregen. Uitzondering wordt gemaakt voor een bestuursoverdracht. Bij een bestuursoverdracht vindt formeel ook een vervreemding van de voorzieningen plaats. Hiervoor is echter geen toestemming van het college noodzakelijk.

Artikel 15. Informatieverstrekking

In deze bepaling is voorzien in de mogelijkheid dat het college nog nadere gegevens aan het schoolbestuur kan vragen. Weliswaar voorziet de verordening in een procedure voor die situatie dat een aantal gegevens ontbreekt bij de aanvraag; er kan echter ook een situatie ontstaan waarin het college om een nadere toelichting vraagt van hetgeen bij de aanvraag aan gegevens is bijgevoegd. Ook is het mogelijk dat het college tijdens de uitvoering nadere gegevens wenselijk acht, bijvoorbeeld indien het college toepassing wil geven aan de mogelijkheid om de (toekenning van een) voorziening in te trekken of te wijzigen.