Organisatie | Voerendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening 2017 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:23, lid 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 22-12-2016 Gemeenteblad, 2016, 18 | 2016/8/9 |
Artikel 3. Bevoegdheid college
Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of subsidieplafonds en – indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Artikel 6. Bij aanvraag in te dienen gegevens
Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
Indien er sprake is van cofinanciering door derden dient eveneens hierover informatie te worden verstrekt (dekkingsplan). Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.
De aanvraag voor subsidie kan, naast de in artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen, in ieder geval worden geweigerd indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
a) de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd;
b) de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
c) de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden – hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden – kunnen beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;
d) de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager niet voldoende is geborgd;
e) de subsidieverlening anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente Voerendaal;
f) de aanvraag voor subsidie beschouwd moet worden als een ongeoorloofde steunmaatregel in de zin van artikel 107 van het VWEU (het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie), dan wel in strijd is met een verplichting als gevolg van een ander door de staat gesloten verdrag;
g) de aanvrager geregistreerd staat wegens misbruik en/of oneigenlijk gebruik van een eerder verstrekte subsidie.
Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Artikel 11. Verlening subsidie
In de beschikking tot verlening van een gemeentelijke subsidie worden de volgende elementen opgenomen voor zo ver van toepassing:
a. de hoogte van het subsidiebedrag;
b. de termijn waarvoor dit bedrag wordt toegekend;
c. de prestaties waartoe de instelling zich verbindt;
d. de gevolgen van het niet nakomen van de te verrichten prestaties;
e. de gevolgen van eventuele over- en onderschrijding van het toegekende subsidiebedrag;
f. de wijze waarop tussentijds over de voortgang van de overeengekomen prestaties dient te orden gerapporteerd.
Artikel 12. Betaling en bevoorschotting
Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoel in artikel 11 van deze verordening wordt gegeven, wordt in de subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald en eventueel het percentage van het toegekende subsidiebedrag dat na definitieve subsidievaststelling wordt uitbetaald.
Artikel 13. Tussentijdse rapportage
Bij subsidies van in totaal € 2.500 euro of hoger, welke worden verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
Artikel 15. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk/digitaal over:
a) besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;
b) relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
c) ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;
d) wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.
Artikel 17. Eindverantwoording subsidies vanaf 2.500 euro
Indien de subsidieverlening 2.500 euro of meer bedraagt, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:
a) bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten zijn verricht;
b) bij een jaarlijkse of meerjarige verstrekte subsidie, vóór 1 juni in het jaar na afloop van het (boek-)jaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.
Artikel 18. Vaststelling subsidies vanaf 2.500 euro
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
Het college kan besluiten tot opschorting van het verstrekken van voorschotten of tot wijziging of intrekking van de subsidiebeschikking in de gevallen genoemd in de artikelen 4:48 en/of 4:49 en/of 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 20. Maatregel beëindiging jaarlijkse of meerjarige subsidie
Wanneer de gemeente als gevolg van veranderde omstandigheden of veranderde inzichten besluit een jaarlijkse of meerjarige subsidie aan een organisatie te beëindigen, wordt deze organisatie hierover - met inachtneming van een redelijke termijn - tijdig geïnformeerd.
De basissubsidie is bedoeld om een bijdrage te leveren in de kosten van een organisatie die voortvloeien uit de uitvoering van de kernactiviteiten als blijk van waardering voor de inzet voor de lokale samenleving. Deze activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
a) sluiten aan op gemeentelijk beleid, en;
b) zijn gericht op de eigen leden c.q. doelgroep, en;
c) vinden plaats zonder professionele doeleinden, en;
d) kunnen zonder gemeentelijke subsidie niet worden uitgevoerd, of;
e) er bestaat op grond van rijksvoorschriften of op grond van door de gemeente verstrekte opdrachten een verplichting tot subsidiëren.
Er wordt geen subsidie verstrekt voor activiteiten die:
a) niet tot de hoofd- c.q. kernactiviteiten behoren – ook wel nevenactiviteiten genoemd - en de hiermee samenhangende kosten, of;
b) reeds op een andere wijze dan ingevolge deze verordening worden gesubsidieerd, of;
Artikel 23. Aanvraag basissubsidie
In afwijking van artikel 6 lid 3 van deze verordening worden bij de aanvraag de volgende stukken overlegd:
een opgave van het aantal actieve en passieve leden inclusief woonplaats, indien van toepassing onderverdeeld naar doelgroepen (jeugdigen en jongeren, senioren en/of kwetsbare groepen burgers). Het College kan deze ledenlijsten verifiëren middels een vergelijk met een door de koepelorganisatie te verstrekken gewaarmerkte ledenlijst.
Artikel 26. Ontsnappingsbepaling meerjarigheid
Zolang de subsidie nog niet is vastgesteld, kan het college een meerjaarlijkse subsidieverlening tussentijds beëindigen of wijzigen met inachtneming van een redelijke termijn, indien veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate verzetten tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie.
Artikel 27. Activiteitensubsidie
De activiteitensubsidie is bedoeld om een bijdrage te leveren in (activiteiten-)kosten van een organisatie die een maatschappelijke meerwaarde hebben voor de lokale samenleving. Deze activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
a) sluiten aan op gemeentelijk beleid (maatschappelijke activiteiten),
b) het versterken van zelfredzaamheid van burgers en/of;
c) het bevorderen van maatschappelijke participatie door burgers en/of;
d) het versterken van het verenigingsleven en/of;
e) het behouden van sport- en gemeenschapsaccommodaties en/of;
f) uitbreiding c.q. versterking van voor- en naschoolse voorzieningen en/of;
g) de lichamelijke en geestelijke gezondheid van burgers.
h) zijn gericht op de eigen leden c.q. doelgroep en/of specifieke doelgroepen zoals kwetsbare burgers, ouderen, jeugdigen en jongeren, en;
i) vinden plaats zonder professionele doeleinden, en;
j) kunnen zonder gemeentelijke subsidie niet worden uitgevoerd, of;
k) bestaat op grond van rijksvoorschriften of op grond van door de gemeente verstrekte opdrachten een verplichting tot subsidiëren.
Artikel 29. Aanvraag activiteitensubsidie
In afwijking van van artikel 7 lid 1 van deze verordening wordt een aanvraag voor een activiteitensubsidie bij het college ingediend binnen 1 van de 4 tranches. De tranches zijn als volgt ingedeeld:
- Tranche 1: 1 februari tot en met 31 maart
- Tranche 2: 1 april tot en met 30 juni
Artikel 31. Incidentele subsidie
Activiteiten of projecten die in aanmerking kunnen komen voor subsidie:
a) sluiten aan op gemeentelijk beleid (maatschappelijke activiteiten) en/of ter uitvoering van een gemeentelijke beleidsprioriteit, en;
b) zijn bijzonder en niet regulier, en;
c) zijn niet jaarlijks terugkerend, en;
d) moeten een openbaar karakter hebben of betrekking hebben op een nieuwe activiteit waarmee eerst proef wordt gedraaid (innovatief), of;
e) er bestaat op grond van rijksvoorschriften of op grond van door de gemeente verstrekte opdrachten een verplichting tot subsidie.
Er wordt geen subsidie verstrekt voor activiteiten of projecten die:
a) gericht zijn op burgers niet woonachtig in de gemeente Voerendaal, of;
b) reeds op een andere wijze dan ingevolge deze verordening worden gesubsidieerd, of;
c) niet haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn, of;
d) een commercieel doel dienen, of;
e) niet vernieuwend zijn en/of een regulier c.q. structureel karakter hebben.
De budgetsubsidie is bedoeld voor de uitvoering van activiteiten of het beschikbaar stellen van voorzieningen en/of producten/diensten:
a) waarvoor de gemeente verantwoordelijk is (kerntaken), en;
b) die zonder gemeentelijke subsidie niet kunnen worden uitgevoerd, of;
c) op grond van rijksvoorschriften of op grond van door de gemeente verstrekte opdrachten een verplichting tot subsidiëren bestaat.
Artikel 38. Ontsnappingsbepaling meerjarigheid
Zolang de subsidie nog niet is vastgesteld, kan het college een meerjaarlijkse subsidieverlening tussentijds beëindigen of wijzigen met inachtneming van een redelijke termijn, indien veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate verzetten tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie.
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 9 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad. Daarbij wordt met de toepassing van dit artikel zorgvuldig en spaarzaam omgegaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Voerendaal van 22 december 2016.
Actief lid: een lid is iemand die ingeschreven staat bij een vereniging of stichting en hiervoor contributie betaald. Een actief lid maakt gebruik van de faciliteiten en/of de activiteiten van de organisatie en/of is bereid zijn of haar ervaringen/kwaliteiten in te zetten voor de (vrijwilliger-)organisatie. Bijvoorbeeld vrijwillige inzet plegen voor activiteiten, projecten of programma’s ofwel deelnemen aan het bestuur.
Budgetsubsidie: een budgetsubsidie voor (semipublieke) professionele organisaties kenmerkt zich door een duidelijke omschrijving van activiteiten, voorzieningen en/of producten/diensten, een toegekend subsidiebedrag voor een bepaalde periode, bepaalde mate van vrijheid binnen het subsidiekader en subsidieovereenkomst, toegestane reserve/fondsvorming (tot op bepaalde hoogte) en tot slot vindt subsidievaststelling op basis van een rapportage met resultaten c.q. prestaties en mogelijk effecten plaats (output, outcome).
Burgerinitiatief: een particulier die activiteiten uitvoert met een maatschappelijk doel en zonder (commercieel) winstoogmerk. Een veel gehanteerd werkbegrip is ‘een initiatief van één of meer burgers dat onverplicht wordt gestart ten behoeve van anderen of de samenleving’. Burgerinitiatieven beginnen meestal informeel, maar worden met regelmaat formeel vanwege vereisten uit de omgeving (sociale ondernemingen, organisatievormen zijn bijv. stichting, vereniging of coöperatie).
Dekkingsplan: dit plan biedt inzicht in de wijze waarop de kosten van een activiteit, voorziening, product/dienst, zaak of object wordt gefinancierd. Met andere woorden het biedt inzicht in de organisaties waarbij subsidies zijn aangevraagd of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten of subsidieaanvraag, plus indien van toepassing de stand van zaken met betrekking tot de financieringsstroom van derden.
Hoofd- of kernactiviteit: diensten of activiteiten die de (vrijwilliger-)organisatie aan haar leden verricht. Het betreffen activiteiten die de (vrijwilliger-)organisatie bestaansrecht geven en die de organisatie typeren. Bijvoorbeeld de voetbalvereniging draait om samen voetballen en de fanfare om samen muziek maken.
Incidentele subsidie: een subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele activiteiten en projecten niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken. Het betreffen ook investeringen (zaken/objecten) die een vrijwilligersorganisatie (vereniging, stichting) moet plegen voor de uitvoering van haar kernactiviteiten, zoals uniformen, instrumenten of (ver-)bouw accommodatie. Ook wel eenmalige subsidie genoemd.
Lid met een beperking: een lid met een verstandelijke, lichamelijke, zintuiglijke beperking of een lid met psychiatrische of psychosociale problemen die extra of gespecialiseerde begeleiding nodig heeft en/ of gebruik maakt van aangepast materiaal/ voorzieningen om de activiteit te kunnen doen, tenzij het college anders bepaalt.
Nevenactiviteit: diensten of activiteiten die de (vrijwilliger-)organisatie naast de hoofdactiviteiten of –diensten verricht zoals de exploitatie van een kantine, maken van reclame (sponsoring), verlenen van toegang tot wedstrijden en verstrekken van ledenbladen, sportieve activiteiten van derden (diensten), of verkoop van artikelen (levering).
Passief lid: een lid is iemand die ingeschreven staat bij een vereniging of stichting en hiervoor contributie betaald. Een passief lid maakt geen gebruik van de faciliteiten en/of de activiteiten van de organisatie, dan wel is niet bereid zich persoonlijk in te zetten voor de (vrijwilligers-)organisatie.
Subsidieverlening: een beschikking met een omschrijving van de activiteiten, voorzieningen producten/diensten en/of zaken/objecten waarvoor subsidie wordt verleend en waarin het maximaal toegekende subsidiebedrag wordt vermeld, alsmede de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen c.q. voorwaarden.