Organisatie | Oisterwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening declaratiefonds gemeente Oisterwijk 2017 |
Citeertitel | Verordening declaratiefonds gemeente Oisterwijk 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Onbekend | 22-12-2016 Onbekend | Onbekend |
Het doel van het Declaratiefonds is, door het verstrekken van een financiële tegemoetkoming voor sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten, voorkomen of doorbreken dat inwoners van de gemeente Oisterwijk met een laag inkomen in een sociaal-maatschappelijk isolement raken als gevolg van het om financiële redenen niet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.
Voor een financiële tegemoetkoming komt in aanmerking de persoon van 18 jaar of ouder, die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de geldende norm, zoals opgenomen in artikel 1, onder f, van deze verordening, en geen in aanmerking te nemen vermogen, zoals opgenomen in artikel 1, onder g, van deze verordening, heeft.
Alleenstaande van 23 jaar of ouder € 1300,00
Alleenstaande van 22 jaar € 1100,00
Alleenstaande van 21 jaar € 950,00
Alleenstaande van 18-21 jaar, uitwonend € 950,00
Alleenstaande van 18-21 jaar, thuiswonend € 350,00
3.De tegemoetkoming geldt voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden/samenwonenden en hun ten laste komende kind(eren) tot 18 jaar en geldt voor ieder gezinslid afzonderlijk.
Artikel 4 Uitsluitingen doelgroep
Van een financiële tegemoetkoming zijn de volgende categorieën inwoners uitgesloten:
Voor declaratie komen in aanmerking de kosten die zijn gemaakt voor of in verband met sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten. Het college stelt hier nadere regels over vast.
Artikel 6 Hoogte financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming op grond van deze regeling bedraagt maximaal voor:
Uitgave van de financiële vergoeding dient aan het einde van de periode waarover deze is toegekend verantwoord te worden door middel van een door het college vastgesteld declaratieformulier. Hierbij moeten bonnen/facturen worden bijgevoegd. Deze verantwoording wordt steekproefsgewijs gecontroleerd. Gedurende een controle moet de aanvrager/partner ten minste 50% van het uitgekeerde bedrag verantwoorden.
Het college vordert het gedeelte van de toegekende en verstrekte vergoeding waarvoor in de controle geen declaraties zijn ingediend terug, met dien verstande dat het wel gedeclareerde bedrag zal worden verdubbeld en slechts het meerdere wordt teruggevorderd. Het college kan op grond van bijzondere omstandigheden van terugvordering afzien.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
In bijzondere gevallen kan afgeweken worden van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het declaratiefonds is een maatwerkvoorziening op grond van de Gemeentewet. Mensen die deelnemen aan sociale, culturele, sportieve of educatieve activiteiten krijgen, binnen de door de gemeente gestelde kaders, de daadwerkelijke kosten van deelname aan genoemde activiteiten vergoed.
Met het declaratiefonds wordt beoogd dat mensen die leven van een minimuminkomen toch deel kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer door middel van lidmaatschappen, cursussen, et cetera. Dit kan een sociaal isolement voorkomen.
De ‘geldende norm’ verdient een toelichting. Per 1 januari 2015 is de kostendelersnorm ingevoerd. Hierdoor wordt de uitkering lager al naar gelang er meer volwassenen in dezelfde woning wonen. Als we het recht op een financiële tegemoetkoming koppelen aan de kostendelersnorm komen veel werkenden niet in aanmerking, omdat zij minimaal het wettelijk minimumloon verdienen en bij inwoning dus een hoger inkomen hebben dan de kostendelersnorm. Dit willen we voorkomen. Daarom koppelen we het recht op de financiële tegemoetkoming aan een percentage van de norm gehuwden voor respectievelijk gehuwden (100%), alleenstaande ouders (90%) en alleenstaanden (70%). Dit is dus bewust niet de toepasselijke bijstandsnorm.
Onder deelname aan het maatschappelijk verkeer kunnen tal van activiteiten worden verstaan. Te denken valt onder meer aan het onderhouden van sociale contacten, contacten met lotgenoten en vrijetijdsbesteding zoals ontspanning, recreatie, het uitoefenen van hobby’s en het volgen van cursussen.
Dit artikel beschrijft wie in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds.
Iemand kan pas aanspraak maken op de financiële tegemoetkoming als hij gedurende 6 maanden voorafgaand aan de peildatum, een inkomen heeft van maximaal 120% van de voor die persoon geldende norm.
Norm gehuwden: 100% norm gehuwden;
Norm alleenstaande ouder: 90% norm gehuwden;
Norm alleenstaande: 70% norm gehuwden.
Bij het vaststellen van het vermogen wordt, afhankelijk van leefvorm en leeftijd, een bedrag vrijgelaten in verband met lopende uitgaven.
Ieder gezinslid heeft afzonderlijk recht op een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds.
Artikel 4 Uitsluitingen doelgroep
Dit artikel beschrijft welke personen geen aanspraak kunnen maken op een financiële tegemoetkoming op basis van het declaratiefonds. Het gaat om studenten die een beroep (kunnen) doen op de Wet Studiefinanciering 2000 en vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel.
Verschillende kostensoorten voor sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten komen voor vergoeding in aanmerking. Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen. Hierin zal ook richting worden gegeven aan de verschillende kostensoorten die voor vergoeding in aanmerking komen.