Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels subsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers |
Citeertitel | Nadere regels subsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn |
Deze nadere regels zijn vervallen onder voorbehoud van de intrekking van de Bijzondere subsidieverordening voor opvang en begeleiding van kwetsbare burgers. De intrekking daarvan is op 25 mei 2017 inwerking getreden en daarmee ook het vervallen van deze nadere regels.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit:
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 25-05-2017 | nieuwe regeling | 03-07-2007 Gemeenteblad 2007, afd. 1, nr. 434 | Gemeenteblad 2007, afd. 1, nr. 434 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
maatschappelijk steunsysteem: een georganiseerd netwerk van personen, diensten en voorzieningen dat kwetsbare personen ondersteunt in hun pogingen om in de samenleving te participeren; de kwetsbare persoon maakt zelf deel uit van het netwerk, evenals eventuele mantelzorgers; de diensten en voorzieningen hebben betrekking op zorg en welzijn en omvatten zowel formele als informele zorg;
Hoofdstuk 2 Producten, teleenheden, prestatie-indicatoren en weigeringsgronden
Artikel 2.1 Productgroep preventie
Binnen de productgroep preventie worden op basis van artikel 1.2, derde lid, van de verordening de volgende producten vastgesteld, waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
I. de teleenheid voor individuele preventieactiviteiten is het aantal unieke personen per preventieactiviteit dat op jaarbasis participeert in individuele preventieactiviteiten;
II. de prestatie-indicatoren voor individuele preventieactiviteiten zijn het aantal face-to-face contacten op jaarbasis en de gemiddelde duur van het contact naar preventieactiviteit;
I. de teleenheid voor collectieve preventieactiviteiten met een selectief karakter is het aantal unieke personen dat op jaarbasis participeert in selectieve preventieactiviteiten van de instelling in verhouding tot de prevalentie van de doelgroep van de specifieke preventieactiviteit, voor zover prevalentiegegevens beschikbaar zijn;
II. de prestatie-indicatoren voor collectieve preventieactiviteiten met een selectief karakter zijn het aantal eenmalige contacten, het aantal seriële contacten en het aantal cursuscontacten op jaarbasis;
III. de teleenheid voor preventieve verstrekkingen is het aantal verstrekkingen op jaarbasis;
IV. de prestatie-indicator voor preventieve verstrekkingen is de openstelling van de verstrekkingslocatie in aantal uren op jaarbasis;
Subsidie voor collectieve preventieactiviteiten kan alleen verleend worden indien de activiteiten in de subsidieaanvraag:
I. begrip en herkenning van (ernstige) psychische klachten of herkenning van huiselijk geweld te bevorderen;
II. burgers bewust te maken van wat zij zelf kunnen doen aan (het voorkomen van) psychische klachten en burgers toerusten met vaardigheden hiertoe, of
III. burgers duidelijk maken hoe zij hulp kunnen vragen bij instanties voor gezondheidszorg en hulpverlening;
Artikel 2.2 Productgroep ambulante begeleiding en dienstverlening
Binnen de productgroep ambulante begeleiding en dienstverlening worden op basis van artikel 1.2, derde lid, van de verordening de volgende producten vastgesteld, waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
I. de teleenheid voor ambulante begeleidingstrajecten is het aantal voltooide trajecten op jaarbasis;
II. de prestatie-indicatoren voor ambulante begeleidingstrajecten zijn het aantal unieke cliënten op jaarbasis, het aantal face-to-face contacten op jaarbasis en het aantal indirect cliëntgebonden contacten op jaarbasis;
eenmalig dienstverleningscontact of begeleidingscontact:
I. de teleenheid voor eenmalige dienstverleningscontacten of begeleidingscontacten is het aantal unieke personen met wie contact is gerealiseerd op jaarbasis;
II. de prestatie-indicatoren voor dienstverleningsactiviteiten zijn het aantal face-to-face contacten en de gemiddelde duur van het contact;
externe deskundigheidsbevordering:
I. de teleenheid voor externe deskundigheidsbevordering is het aantal bereikte professionals en intermediairs op jaarbasis;
II. de prestatie-indicatoren voor externe deskundigheidsbevordering zijn het aantal bijeenkomsten op jaarbasis, het gemiddelde aantal deelnemers per bijeenkomst en de gemiddelde duur van de bijeenkomst.
Subsidie kan alleen verleend worden indien de activiteiten betrekking hebben op dak- en thuislozen, zwerfjongeren, veelplegers met ernstige verslavings- of psychiatrische problematiek, zelfstandig wonende OGGZ-cliënten met verslavingsproblematiek of mensen die ten gevolge van een delict psycho-sociale ondersteuning nodig hebben;
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan subsidie voor vrijwilligersbemiddeling tevens worden verleend indien de activiteiten betrekking hebben op zelfstandig wonende OGGZ-cliënten zonder verslavingsproblematiek en mensen met een psychiatrische aandoening die gebruikmaken of hebben gemaakt van de geestelijke gezondheidszorg.
Artikel 2.3 Productgroep zorgtoeleiding
Binnen de productgroep zorgtoeleiding worden op basis van artikel 1.2, derde lid, van de verordening de volgende producten vastgesteld, waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
I. de teleenheid voor veldwerk/cliënttoeleiding is het aantal cliënten dat op jaarbasis via bemoeizorg in behandeling/begeleiding komt bij de subsidieaanvrager of bij ketenpartners;
II. de prestatie-indicatoren voor veldwerk/cliënttoeleiding zijn het aantal mensen met wie face-to-face contact wordt onderhouden op jaarbasis, het aantal mensen dat wordt overgedragen aan de hulpverlening op jaarbasis en het aantal face-to-face contacten op jaarbasis;
Subsidie voor veldwerk/cliënttoeleiding kan alleen verleend worden indien de activiteiten betrekking hebben op dak- en thuislozen, zwerfjongeren, veelplegers met ernstige psychiatrische of verslavingsproblematiek, mensen die ten gevolge van een delict psycho-sociale ondersteuning nodig hebben of zelfstandig wonende OGGZ-cliënten.
Artikel 2.4 Productgroep wonen
Binnen de productgroep wonen worden op basis van artikel 1.2, derde lid, van de verordening de volgende producten vastgesteld, waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
I. de teleenheid voor woonvoorzieningen is het aantal overnachtingen op jaarbasis;
II. de prestatie-indicatoren voor woonvoorzieningen voor dak- en thuislozen en zwerfjongeren zijn de gemiddelde bezettingsgraad op jaarbasis, de gemiddelde verblijfsduur per traject op jaarbasis en de gemiddelde uitstroom per traject op jaarbasis;
III. de prestatie-indicator voor woonvoorzieningen voor slachtoffers, getuigen en daders van huiselijk geweld is de gemiddelde verblijfsduur per traject op jaarbasis;
I. de teleenheid voor begeleid zelfstandig wonen is het aantal overnachtingen op jaarbasis;
II. de prestatie-indicatoren voor begeleid zelfstandig wonen voor dak- en thuislozen en zwerfjongeren zijn de gemiddelde bezettingsgraad op jaarbasis, de gemiddelde verblijfsduur per traject op jaarbasis en de gemiddelde uitstroom per traject op jaarbasis;
III. de prestatie-indicator voor begeleid zelfstandig wonen voor slachtoffers, getuigen en daders van huiselijk geweld is de gemiddelde verblijfsduur per traject op jaarbasis;
Subsidie voor nachtopvangvoorzieningen, woonvoorzieningen en begeleid zelfstandig wonen kan alleen verleend worden indien het product wordt verstrekt aan dak- en thuislozen, zwerfjongeren, veelplegers met ernstige pscyiatrische of verslavingsproblematiek en slachtoffers, getuigen en daders van huiselijk geweld.
Artikel 2.5 Productgroep inloopvoorzieningen
Binnen de productgroep inloopvoorzieningen worden op basis van artikel 1.2, derde lid van de verordening, de volgende producten vastgesteld, waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
I. de teleenheid voor inloophuizen is het aantal uren openstelling op jaarbasis en het gemiddelde aantal unieke bezoekers per dag;
II. de prestatie-indicatoren voor inloophuizen zijn het aantal unieke geregistreerde bezoekers op jaarbasis, het totaal aantal personen dat gebruik maakt van aanvullende hulpverlening op jaarbasis en het totaal aantal personen dat gebruik maakt van dagbesteding op jaarbasis;
I. de teleenheid voor verblijfsruimten is het aantal uren openstelling op jaarbasis en het gemiddelde aantal unieke bezoekers per dag;
II. de prestatie-indicatoren voor verblijfsruimten zijn het aantal unieke geregistreerde bezoekers op jaarbasis, het aantal personen dat gebruikmaakt van aanvullende hulpverlening en het aantal personen dat gebruikmaakt van dagbesteding op jaarbasis.
Artikel 2.6 Productgroep sociaal netwerk: cliëntgestuurde activiteiten
Artikel 4.2 Kwaliteitsverplichtingen productgroep wonen
Conform artikel 2.6, derde lid, van de verordening gelden de volgende kwaliteits-verplichtingen vast voor subsidieontvangers die subsidie ontvangen voor producten in de productgroep wonen:
de begeleiding is planmatig, hetgeen inhoudt dat:
I. de bewoner een mentor krijgt toegewezen;
II. in overleg met de bewoner een probleeminventarisatie is opgesteld;
III. in overleg met de bewoner een individueel en integraal begeleidingsplan is opgesteld;
IV. de bewoner regelmatig face-to-face contact met de mentor heeft;
V. de bewoner en de mentor het begeleidingsplan evalueren vóór beëindiging van het verblijf, en
VI. minstens eenmaal per jaar een gesprek plaatsvindt tussen mentor en bewoner over de mogelijkheid tot doorstroom naar een voorziening met grotere zelfstandigheid;