Organisatie | Eijsden-Margraten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgmeester en wethouders van de gemeente Eijsden-Margraten houdende regels voor jeugdhulp Besluit Jeugdhulp gemeente Eijsden-Margraten 2015, versie 3 |
Citeertitel | Besluit Jeugdhulp gemeente Eijsden-Margraten 2015, versie 3 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Artikelsgewijze toelichting |
Deze regeling vervangt het Besluit jeugdhulp gemeente Eijsden-Margraten 2015, versie 2.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 20-12-2016 | . |
Voor u ligt versie 3 van het besluit jeugdhulp 2015 van de gemeente Eijsden-Margraten (hierna: besluit). In dit besluit zijn de nadere regels en bedragen opgenomen, die een uitwerking zijn van de verordening Jeugdhulp 2015 gemeente Eijsden-Margraten, (hierna: verordening).
Aangezien de meeste taken op dit terrein voor de gemeente nieuwe taken zijn en de uitvoering nog in ontwikkeling is, kan het nodig zijn de beleidsregels op basis van opgedane ervaring in de loop van de tijd aan te passen. Soms is een kleine snelle aanpassing vereist om optimale ondersteuning te bieden aan de jeugdige en/of zijn ouders. Het besluit biedt deze flexibiliteit.
Het besluit is vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders van Eijsden-Margraten op 20 december 2016.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Verordening jeugdhulp 2015 gemeente Eijsden-Margraten of de Algemene Wet Bestuursrecht. Alle bedragen die in dit besluit worden genoemd, zijn inclusief BTW, tenzij anders is vermeld.
In dit besluit wordt verstaan onder:
cliëntondersteuning: ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
formele hulp: hulp die wordt geleverd door:
een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten volgens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van zorg als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel j of k;
een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van zorg als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel j of k, en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is afgegeven;
overige voorziening: een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een snelle beperkte toegangsbeoordeling en die een flexibele, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een jeugdige en/of zijn ouders ondervinden, als bedoeld in artikel 2.3 van de verordening;
Voor de afhandeling van klachten in het kader van de uitvoering van de verordening Jeugdhulp en het besluit is het gemeentelijk klachtenreglement in het kader van de ‘Verordening interne klachtbehandeling gemeente Eijsden-Margraten 2014’ van toepassing.
Hoofdstuk 3. Beoordeling van de hulpvraag
Bij de beoordeling van de hulpvraag hanteert het college het afwegingskader als beschreven in artikel 7 van de verordening. Een individuele voorziening (in natura) of persoonsgebonden budget is eerst aan de orde wanneer (de combinatie van) andere mogelijkheden niet leiden tot passende ondersteuning van de cliënt.
Hoofdstuk 5. Regels ten aanzien van het persoonsgebonden budget
Artikel 10: voorwaarden voor een persoonsgebonden budget
Uit het plan dient te kunnen worden afgeleid of en in hoeverre:
de jeugdige en/of zijn ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ten aanzien van de hulpvraag dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp in staat zijn om de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren en
Artikel 12: tariefbepaling persoonsgebonden budget
De pgb tarieven voor de dienstverlening in het kader van de Wmo 2015/Jeugdwet worden, jaarlijks, met ingang van 1 januari, geïndexeerd conform het CPI-indexcijfer, alle huishoudens (reeks 2006 = 100). De aanpassing zal worden berekend op basis van de jaarmutatie van de maand juli en wordt afgerond op één decimaal.
Artikel 15: controle van het persoonsgebonden budget
Indien, met de in dit artikel genoemde bescheiden niet of niet volledig adequate besteding van het persoonsgebonden budget aangetoond kan worden of bij gebleken misbruik dan wel aanwending van het persoonsgebonden budget ten behoeve van andere zaken dan waartoe dit is toegekend, kan het college het al verstrekte persoonsgebonden budget geheel of ten dele intrekken en terugvorderen.
Ingeval van een persoonsgebonden budget voor een eenmalige aanschaf vooraf wordt uitbetaald, controleert het college de besteding hiervan achteraf. Cliënt dient binnen 3 maanden na verstrekking van het persoonsgebonden budget desgevraagd een originele nota te kunnen overleggen. Het vastgestelde persoonsgebonden budget betreft een maximum vergoeding. Indien de ingediende nota lager is dan het toegekende PGB, zal het PGB worden gelijkgesteld met het bedrag vermeld in de nota.
Artikel 16: Inspraak en medezeggenschap
Het college zal de adviesraden van het college vroegtijdig in de gelegenheid stellen voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief re kunnen vervullen.