Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Beleidsregel vergunningvrij realiseren van gevelreclame Den Haag 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel vergunningvrij realiseren van gevelreclame Den Haag 2017
CiteertitelBeleidsregel vergunningvrij realiseren van gevelreclame Den Haag 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 3 achtste lid bijlage II Bor
  2. artikel 4:81 Awb

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017Onbekend

20-12-2016

Gemeenteblad

RIS 295992, DSO/2015.510

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel vergunningvrij realiseren van gevelreclame Den Haag 2017

 

 

 

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

 

Overwegende dat:

 

  • -

    op grond van de Wabo, artikel 2.1 eerste lid onder a en c, het college bevoegd is tot het afgeven van omgevingsvergunningen voor bouwactiviteiten, waaronder reclame-uitingen aan gebouwen;

  • -

    op grond van bijlage II van het Bor, artikel 3 achtste lid en artikel 4a, geen omgevingsvergunning is vereist voor het veranderen van een bouwwerk, mits voldaan wordt aan de daargenoemde voorwaarden en mits niet gelegen in het Rijks-beschermde stadsgezicht en mits het geen beschermd monument betreft;

  • -

    uit jurisprudentie voort vloeit dat de grens, wel of niet vergunningplichtig, niet exact valt te definiëren;

  • -

    voor het voeren van handelsreclame omgevingsvergunning is vereist op grond van artikel 2.2, eerste lid, onder h en i, van de Wabo, juncto artikel 2:97 van de APV;

  • -

    beleid is vastgesteld ten aanzien van reclame-uitingen in de reclamenota (rv 76 van 1 juli 2010, RIS 170855), maar dat sindsdien op 1 oktober 2010 de Wabo in werking is getreden en dat op 1 november 2014 het Bor laatstelijk is gewijzigd, waardoor het beleid ten aanzien van vergunningvrij bouwen van reclame-uitingen niet in werking is getreden;

  • -

    het gewenst is te komen tot deregulering en een transparante wetstoepassing voor aanvragers;

  • -

    het beleid aansluit bij het speerpunt Economie uit het Coalitieakkoord 2014-2018.

 

Gelet op artikel 3 achtste lid bijlage II Bor en artikel 4:81 Awb

 

Besluit:

 

  • I.

    Vast te stellen de Beleidsregel Vergunningvrij realiseren van gevelreclame Den Haag 2017.

     

  • II.

    Dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

 

Den Haag, 20 december 2016

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

mw. A.W.H. Bertram

 

de burgemeester ,

J.J. van Aartsen

 

 

 

BELEIDSREGEL VERGUNNINGVRIJ REALISEREN VAN GEVELRECLAME DEN HAAG 2017

 

Toelichting

 

Het college streeft ernaar te komen tot deregulering en een transparante wetstoepassing voor aanvragers. Het betreft beleid voor de wijze van interpreteren van de regels voor vergunningvrij realiseren van reclame op of aan een gebouw (gevelreclame).

Naar aanleiding van de behandeling van een geweigerde omgevingsvergunning voor een reclamebord in de commissie Bezwaarschriften is gebleken dat het reclamebeleid niet meer strookt met de huidige wetgeving en actualisering behoeft.

In de reclamenota van juni 2010 (rv 76, RIS 170855) zijn voor het vergunningvrij bouwen van reclame-uitingen op de gevel van een gebouw criteria opgenomen gebaseerd op de toen geldende regeling Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. Sindsdien is de wetgeving gewijzigd. Op 1 oktober 2010 is de Wabo in werking getreden, waardoor het beleid t.a.v. vergunningvrij bouwen van reclame-uitingen niet kon worden ingevoerd.

Uit de jurisprudentie vloeit nu voort dat de grens, wel of niet vergunningplichtig, niet exact valt te definiëren. Deze beleidsregel schept duidelijkheid over hoe de gemeente hiermee omgaat.

Op 1 november 2014 is het Besluit omgevingsrecht (Bor) laatstelijk gewijzigd. Een van de doelen van de wetgever is in dit besluit te komen tot een verdere deregulering. De opgestelde nieuwe criteria zijn hieraan en verder op hun juridische houdbaarheid getoetst. Doel is verder om voor aanvragers helderheid te verschaffen en de kosten niet onnodig op te laten lopen. Kleine reclame-uitingen, die behoren bij het legale gebruik van het pand, kunnen als vergunningvrij worden aangemerkt. Het gaat om circa 200 tot 300 aanvragen per jaar.

Met deze beleidsregel worden de bepalingen ten aanzien van vergunningvrije reclame-uitingen in de reclamenota vervangen en opnieuw ingevoerd als beleid, afgestemd op de Wabo. Inhoudelijk is de regeling nagenoeg hetzelfde gebleven, maar overgebracht naar de juridische vorm van een beleidsregel. Daarin wordt meegenomen een vergunningvrijdom (met dezelfde reikwijdte) voor het voeren van handelsreclame. Dit vereist een geringe aanpassing van de APV. Een voorstel hiertoe wordt apart aan de gemeenteraad voorgelegd.

 

Wettelijk kader

 

Op grond van artikel 2, lid 21, van bijlage II van het Bor is vergunningvrij:

een ander bouwwerk in voor- of achtererfgebied, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a.

    niet hoger dan 1 m, en

  • b.

    de oppervlakte niet meer dan 2 m2

De beleidsregel ziet niet op deze bouwwerken.

 

Voor veranderingen van een bouwwerk is in artikel 3, lid 8, van bijlage II, van het Bor, een regeling opgenomen waarbij deze veranderingen vergunningvrij zijn voor de activiteit bouwen. Voldaan moet worden aan de volgende eisen:

  • a.

    geen verandering van de draagconstructie

  • b.

    geen verandering van de brandcompartimentering of beschermde subbrandcompartimentering

  • c.

    geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte, en

  • d.

    geen uitbreiding van het bouwvolume.

 

Wettelijk gezien zijn (losstaande) reclame-uitingen in de buitenruimte en in het Rijks-beschermde stadsgezicht of aan beschermde monumenten, vergunningplichtig voor de activiteit bouwen.

Deze vallen niet onder deze beleidsregel. Dit geldt ook voor LED-schermen, knipperende reclames en het dichtplakken van winkelramen. Deze blijven in ieder geval op grond van de APV vergunningplichtig.

Voor reclame-uitingen die buiten deze regeling vallen is een omgevingsvergunning vereist als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a (bouwen) en mogelijk c (planologisch gebruik), en artikel 2.2 eerste lid, onder h (voeren handelsreclame) van de Wabo.

 

Jurisprudentie

 

Uit verschillende uitspraken van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State komt de lijn dat een object, zonnecollector, reclamebord of een ander bouwwerk, dat duidelijk een separate ‘constructie’ inhoudt, die op of aan een bestaand bouwwerk wordt aangebracht, niet kan gelden als een ‘verandering’ van dat bestaande bouwwerk. In die gevallen valt de activiteit niet onder artikel 3 lid 8 bijlage II van het Bor en is deze niet vergunningvrij op grond van dit artikel.

Uit de jurisprudentie vloeit ook voort dat de grens, wel of niet vergunningplichtig, niet exact valt te definiëren. Deze beleidsregel schept duidelijkheid over hoe de gemeente hiermee omgaat.

 

Vormen van reclamedragers nader beschouwd

 

Als we allerlei vormen van reclame nader beschouwen, zien we in de rechtspraak het volgende beeld:

  • -

    letters op bestaande ondergrond zijn meestal, afhankelijk van de afmetingen, vergunningvrij;

  • -

    als het echter volumineuze letters betreft, die met een bepaalde ‘constructie’ aan het bouwwerk zijn bevestigd, zijn deze vergunningplichtig;

  • -

    het schilderen van een naam etc. is vergunningvrij op basis van het Bor. Het betreft geen ‘bouwen’ in de zin van de wet (NB de APV bevat wel regels en beperkingen hiervoor);

  • -

    een nieuw boeibord of geveldeel, waarop letters zijn aangebracht valt onder de grensgevallen; een plat reclamebord aan de gevel, van beperkte afmetingen (en beperkte dikte), wordt gezien als vergunningvrij; grotere borden zijn meestal vergunningplichtig; een grens voor wat betreft afmetingen is moeilijk te geven. Indien het een ‘separate constructie’ betreft is het bouwwerk, volgens de jurisprudentie, vergunningplichtig;

  • -

    een losstaand reclamebord is meestal vergunningplichtig, behoudens artikel 2, lid 21 van bijlage II van het Bor;

  • -

    een spanframe is een separate constructie en daarmee vergunningplichtig;

  • -

    LED-schermen en dergelijke zijn separate constructies, die worden toegevoegd aan een gebouw en zijn daarmee vergunningplichtig; de lichtsterkte en lichthinder valt onder milieuregelgeving en kan niet via de bouwregelgeving worden beoordeeld (wel via de APV);

  • -

    een aparte categorie vormen de reclamedragers ten behoeve van bouwprojecten (‘bouwborden’), die zijn binnen de normen van artikel 2, lid 20, van bijlage II van het Bor, vergunningvrij.

 

Algemene plaatselijke verordening (APV) voor Den Haag

 

Voor het voeren van handelsreclame is omgevingsvergunning vereist op grond van artikel 2.2, eerste lid, onder h en i, van de Wabo, juncto artikel 2:97 van de APV.

Artikel 2:97 van de APV geeft het volgende aan.

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats.

  • 2.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toe te staan of te gedogen dat op of aan die onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats.

 

De APV wordt aansluitend aan de vaststelling van deze beleidsregel gewijzigd, waardoor in het vervolg voor reclame-uitingen/gevelreclame, waarvoor geen vergunning is vereist voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder a van de Wabo en op grond van deze beleidsregel, ook geen vergunning meer is vereist op grond van artikel 2:97 van de APV, juncto artikel 2.2, eerste lid, onder h en i, van de Wabo. Dit voorkomt onduidelijkheid en komt ten goede van verdere deregulering.

LED-schermen, knipperende reclames en het dichtplakken van winkelramen blijven buiten toepassing van deze beleidsregel. Deze blijven in ieder geval op grond van de APV vergunningplichtig.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag

  • -

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingswet

  • -

    Bor: Besluit omgevingsrecht dat op 1 november 2014 in werking is getreden

  • -

    APV: Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag

  • -

    vergunningvrij: dat er geen omgevingsvergunning is vereist op grond van de Wabo, artikel 2.1 eerste lid, onder a en c en artikel 2.2 eerste lid, onder h en i

  • -

    gevelreclame: reclame-uiting op of aan een gebouw

  • -

    parcelleringseenheid: het deel van de gevel, dat behoort tot één bedrijf of één winkel

  • -

    begane grond zone: het deel van de gevel, dat behoort tot de eerste bovengrondse laag van het gebouw

  • -

    functie-gebonden: dat de reclame-uiting een direct verband heeft met de functie van het gebouw

Artikel 2 Toepassingsgebied

Deze beleidsregel is van toepassing op het gebied van de gemeente Den Haag, buiten het Rijks-beschermde stadsgezicht. De beleidsregel is niet van toepassing op reclame-uitingen aan beschermde monumenten

Artikel 3 Vergunningvrije reclame-uitingen

De volgende functie-gebonden reclame-uitingen, gelet op bijlage II van het Bor, artikel 3 achtste lid,worden beschouwd als vergunningvrij:

Reclame-uiting haaks op de gevel,

onverlicht of niet knipperend van binnenuit verlicht

-in de begane grond zone

-maximaal 1 per parcelleringseenheid

-maximaal 0,5 m2

-maximaal 0,15 m dik

-maximaal 0,1 m uit de gevel

-maximaal 0,5 m uit de perceelscheiding

Reclame-uiting plat op de gevel,

onverlicht of niet knipperend van binnenuit verlicht

-in de begane grond zone

-maximaal 1 per parcelleringseenheid

-maximaal 1,0 m2

-maximaal 0,4 m hoog

-maximaal 2/3 deel van de breedte van de parcelleringseenheid

-maximaal 0,15 m dik

 

 

 

 

Reclame-uiting onder een luifel, haaks op de gevel,

onverlicht of niet knipperend van binnenuit verlicht

-maximaal 1 per parcelleringseenheid

-maximaal 0,2 m2

-maximaal 0,2 m hoog

-maximaal 0,15 m dik

-maximaal 0,5 m uit de perceelscheiding

Reclame-uiting in de vorm van open belettering, plat op de gevel,

onverlicht of niet knipperend van binnenuit verlicht

-in de begane grond zone

-maximaal 1 per parcelleringseenheid

-maximaal 1 regel

-maximaal 1,0 m2 (als oppervlakte geldt de oppervlakte van een rechthoek die de open belettering omgeeft)

-maximaal 0,4 m hoog

-maximaal 2/3 deel van de breedte van de parcelleringseenheid

-maximaal 0,15 m dik

Reclame-uiting als prijsbord, aangebracht op de gevel

onverlicht of niet knipperend van binnenuit verlicht

-naast de entree

-maximaal 1 per entree

-maximaal 0,5 m2

-de langste zijde maximaal 1,0 m

Reclame-uiting als naambord voor vrije beroepen, plat op de gevel,

onverlicht

-naast de entree

-maximaal 1 per entree

-maximaal 0,5 m2

-de langste zijde maximaal 1,0 m

Reclame-uiting als vlag aan de gevel

-in de begane grond zone

-maximaal 1 per parcelleringseenheid

-maximaal 0,5 m uit de gevel

-maximaal lengte van de vlaggenstok 1,5 m

Artikel 4

Per parcelleringseenheid mogen ten hoogste twee verschillende soorten reclame-uitingen vergunningvrij worden aangebracht op of aan een gebouw

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze Beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    Deze Beleidsregel is niet van toepassing op aanvragen die vóór de datum van de inwerkingtreding van deze Beleidsregel zijn ingediend.

Artikel 6

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel vergunningvrij realiseren van gevelreclame Den Haag 2017”.