Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Nieuwegein 2017 |
Citeertitel | Verordening op de ambtelijke bijstand en fractie ondersteuning Nieuwegein 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de 3e wijziging op de verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2004.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | nieuwe regeling | 19-12-2016 | . |
Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand
De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.
Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.
Paragraaf 2 Fractieondersteuning
Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken. De bijdrage mag niet worden aangewend voor partij-politieke doeleinden dan wel voor uitgaven die strijdig zijn met wettelijke bepalingen. Tevens mag de bijdrage niet worden aangewend voor uitgaven die betaald dienen te worden uit de vergoedingen als bedoeld in artikel 95 en 96 van de Gemeentewet. Aan de besteding van de bijdrage dienen concrete bewijsstukken ten grondslag te liggen. Uit de bewijsstukken moet blijken voor welk doel betalingen zijn verricht. Indien bewijsmiddelen ontbreken bestaat geen recht op een bijdrage.
In artikel 7 lid 1 zijn de volgende bestedingen uitgesloten:
a. bestedingen die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;
b. besteding aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecifeerde, reële declaratie;
d. bestedingen die betaald dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge een rechtspositieregeling toekomen, dan wel;
e. bestedingen aan raadsleden of bedrijven van raadsleden voor werkzaamheden die zij als beleidsmedewerker of anderszins in opdracht van een fractie verrichten;
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt de achteraf gedeclareerde bijdrage verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. Vanaf de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt de gedeclareerde bijdrage verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.