Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeer- en parkeerbelastingverordening Nissewaard |
Citeertitel | Parkeer- en parkeerbelastingverordening Nissewaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | artikel 1.2, 2.1, 2.4, 2.5, 3.1, 3.3, 3.4, 5.3, 5.9 | 06-12-2023 | 23.R.00155A | ||
01-01-2023 | 01-01-2024 | artikel 1.2, 5.3 | 07-12-2022 | 22.R.00148 B | |
01-08-2022 | 01-01-2023 | artikel 1.2, 5.3, 6.4, bijlage 1 | 29-06-2022 | 22.R.00079 | |
01-01-2022 | 01-08-2022 | artikel 1.2, 1.3, 5.3, 5.9, 6.4, bijlage 1 | 08-12-2021 | 21.R.00127 A | |
01-10-2021 | 01-01-2022 | artikel 1.2, 6.4, bijlage 1 | 22-09-2021 | 21.R.00097 | |
01-01-2021 | 01-10-2021 | artikel 2.2, 2.3, 2.5, 5.3, 5.9, 6.4 | 09-12-2020 | 20.R.00140 A | |
01-07-2020 | 01-01-2021 | artikel 1.1, 1.2, 5.3, 5.5, 5.10, bijlage 1 | 17-06-2020 | 20.R.00070 | |
01-01-2020 | 01-07-2020 | artikel 1.1, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.7, 5.9, 5.10 | 11-12-2019 | 19.R.00186 | |
01-01-2019 | 01-01-2020 | artikel 1.3, 5.3, 5.9, 5.11, bijlage 1 | 12-12-2018 | 18.R.00198A | |
19-12-2018 | 01-01-2019 | artikel 1.3, 5.3, 5.9, 5.11, bijlage 1 | 12-12-2018 | 18.R.00198A | |
01-01-2018 | 19-12-2018 | art. 5.3, 5.9 | 08-11-2017 | 17.R.00194 | |
16-11-2017 | 01-09-2017 | 01-01-2018 | art. 1.2, bijlage 1 | 08-11-2017 | 17.R.00194 |
01-01-2017 | 01-09-2017 | nieuwe regeling | 07-12-2016 | 16.R.00273A |
De raad van de gemeente Nissewaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 november 2016;
gelet op de artikelen 149 en 225 van de Gemeentewet en op artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
gezien het advies van de commissie Leefomgeving van 23 november 2016;
besluit de volgende verordening vast te stellen:
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
De volgende gebieden in Spijkenisse, aangeduid op de als bijlage I bij deze verordening behorende kaart, worden aangewezen als parkeerzones:
Centrum Kern, welke zone wordt begrensd door de Vierambachtenboezem (watergang), Schenkelweg (fietspad westzijde), Dr. J.M. den Uyllaan (fietspad zuidzijde), Raadhuislaan (fietspad zuidzijde, achterzijde zuidelijke bebouwing met de huisnummers 1 tot en met 85, voorzijde zuidelijke bebouwing met de huisnummers 87 tot en met 111, en fietspad zuidzijde), Marrewijklaan (fietspad westzijde, achterzijde zuidwestelijke bebouwing met de huisnummers 18 tot en met 160, fietspad westzijde, inclusief het parkeerterrein aan de zuidwestzijde), Vredehofplein (fietspad zuidzijde), Vredehofstraat (fietspad zuidzijde), Karel Doormanstraat (voetpad oostzijde), met uitzondering van:
Centrum Oost, welke zone wordt begrensd door de Raadhuislaan (achterzijde zuidelijke bebouwing met de huisnummers 1 tot en met 85, en fietspad zuidzijde), Dr. J.M. den Uyllaan (fietspad zuidzijde), Schenkelweg (fietspad westzijde), Ruwaard van Puttenweg (fietspad zuidzijde), Schepenpad, met uitzondering van:
Centrum Zuid, welke zone wordt begrensd door de Vredehofstraat (achterzijde noordelijke bebouwing met de huisnummers 12 tot en met 18), Karel Doormanstraat (voetpad oostzijde), Vredehofstraat (fietspad zuidzijde), Vredehofplein (fietspad zuidzijde), Marrewijklaan (fietspad westzijde, exclusief het parkeerterrein aan de zuidwestzijde, achterzijde zuidwestelijke bebouwing met de huisnummers 18 tot en met 160, fietspad westzijde), Raadhuislaan (fietspad zuidzijde en voorzijde zuidelijke bebouwing met de huisnummers 87 tot en met 111), Schepenpad, Ruwaard van Puttenweg (fietspad zuidzijde), Hekelingseweg, met uitzondering van:
In afwijking van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders een tijdelijke vergunning verlenen aan de aanvrager die in een parkeerzone gaat wonen, mits hij zijn toekomstige woonadres aantoont door overlegging van een huurcontract voor een periode van ten minste drie maanden of een koopcontract.
In afwijking van het eerste, tweede, vijfde en zesde lid kunnen burgemeester en wethouders een vergunning verlenen aan de aanvrager die ingezetene is met een woonadres dat is uitgezonderd van een parkeerzone, bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, en die kentekenhouder is van het voertuig dat hoger is dan 1,9 meter en lager dan 2,4 meter waarvoor hij vergunning vraagt, voor het parkeren op alle dagen van de week op het voor lang parkeren bestemde terrein aan de Breestraat, zoals aangeduid op de bij deze verordening als bijlage I behorende kaart.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag. Zij kunnen de beslissing vier weken verdagen.
De houder is degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden kentekenregister als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven, tenzij:
een voor ten hoogste drie maanden aangegane huur- of leaseovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder of gebruiker van het voertuig was, in welk geval die huurder of gebruiker wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
De belasting, bedoeld in artikel 5.1, aanhef en onder a, wordt niet geheven van degene die op grond van het derde lid is aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
In afwijking van het eerste lid is degene die gebruikt maakt van de diensten van een bedrijf dat het mobiel parkeren in de gemeente mogelijk maakt, belasting verschuldigd gedurende het tijdvak dat loopt van de aanvang tot aan het einde van het parkeren, tenzij bij de aangifte is gekozen om een kalenderdag te parkeren, in welk geval belasting is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor het aantal kalenderdagen vanaf de aanvang van de belastingplicht tot het einde van het belastingtijdvak. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ambtshalve ontheffing verleend voor het aantal kalenderdagen vanaf het einde van de belastingplicht tot het einde van het belastingtijdvak.
Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze. De aangifte is alleen voltooid indien van het voertuig waarmee wordt geparkeerd het kenteken, de parkeerplaats, de parkeertijden en de betaling van parkeerbelasting zijn aangegeven en de door of vanwege burgemeester en wethouders gestelde voorschriften in acht zijn genomen.
De betaling van parkeerbelasting kan uitsluitend plaatsvinden:
Voor het opleggen van een naheffingsaanslag worden kosten in rekening gebracht. Deze kosten maken onderdeel uit van de naheffingsaanslag en worden afzonderlijk op het aanslagbiljet vermeld. Ten aanzien van hetzelfde voertuig worden per aaneengesloten periode de kosten niet vaker dan eenmaal per kalenderdag in rekening gebracht. De kosten van de naheffingsaanslag bedragen € 76,70.
Artikel 5.10 Beperkte teruggaaf parkeerbelasting
wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van parkeerbelasting verleend ter hoogte van het bedrag van de ontheffing, bedoeld in artikel 5.4, vierde lid, laatste volzin.
De belasting, bedoeld in artikel 5.1, aanhef en onder a, wordt niet geheven ter zake van het parkeren van een:
voertuig van een houder van een standplaats- of dagplaatsvergunning, bedoeld in de Marktverordening Nissewaard 2015, mits:
een door burgemeester en wethouders verleende vrijstellingskaart of sticker op zodanige wijze bij de voorruit is aangebracht dat deze buiten het voertuig behoorlijk lees- en zichtbaar is, of als dat niet mogelijk is, op een andere maar duidelijk lees- en zichtbare wijze aan het voertuig is bevestigd.
De toepassing van deze verordening brengt geen wijziging in de rechten en plichten op grond van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in de hoofdstukken 2 en 3 afwijken voor zover de toepassing daarvan gelet op het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
In afwijking van artikel 2.1, eerste lid, behoudt de ingezetene met een woonadres aan de Achterstraat, de Raadhuislaan 57 tot en met 85, de Rademacherstraat, de Spuistraat, de Torenstraat, de Voorstraat of de Westkade die op 1 april 2021 een bewonersvergunning hield, recht op deze vergunning, tot aan de dag dat de vergunninghouder:
De Parkeer- en parkeerbelastingverordening Spijkenisse wordt ingetrokken.