Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goeree-Overflakkee

Treasurystatuut 2017 gemeente Goeree-Overflakkee

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoeree-Overflakkee
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut 2017 gemeente Goeree-Overflakkee
CiteertitelTreasurystatuut 2017 gemeente Goeree-Overflakkee
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Financiële verordening, art. 11, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-01-201901-01-2019artikel 8, 9, 14, 15, 16

08-01-2019

gmb-2019-8366

Z-16-73590/8226
01-01-201716-01-2019nieuwe regeling

06-12-2016

gmb-2016-180025

Z-16-73590/8226

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut 2017 gemeente Goeree-Overflakkee

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee;

 

Overwegende dat:

 

ingevolge artikel 11, lid 3 van de Financiële verordening, dragen Burgemeester en wethouders zorg voor een treasurystatuut waarin is opgenomen het sturen en het beheersen van, en het toezicht houden op de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s;

 

gelet op:

het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet, Wet financiering decentrale overheden (Fido), Uitvoeringsregeling Financiering Decentrale Overheden, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en de Financiële verordening van de gemeente Goeree-Overflakkee

 

b e s l u i t e n:

 

vast te stellen het: het navolgende treasurystatuut:

Artikel 1 Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

Beleggen

Uitzetten van overtollige middelen voor korte of lange termijn;

Derivaten

Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico's te sturen en financieringskosten te minimaliseren;

Deposito

Niet verhandelbare belegging van tijdelijke liquiditeitsoverschotten bij een bank. Hierbij wordt een bedrag voor een vaste periode tegen een vast percentage uitgezet;

Financiering

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

Financiële instelling

Kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen, gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER), en onder Nederlands of anderszins EER-toezicht vallen, zoals de Nederlandsche Bank;

Garantie

Een borgstelling waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker verbindt een of meerdere vorderingen van een geldverstrekker op een debiteur te voldoen indien de debiteur niet aan zijn betalingsverplichting voldoet;

Geldstromenbeheer

Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en

derden (betalingsverkeer);

Integrale financiering

Vorm van financiering waarbij de vermogensbehoefte van de organisatie als geheel wordt betrokken, in tegenstelling tot projectfinanciering;

Intern liquiditeitsrisico

De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren-investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

Intradaglimiet

Het maximale bedrag waarmee de Schatkistbankieren-rekening (SKB) gedurende een werkdag gedebiteerd kan worden. De intradaglimiet heeft alleen betrekking op schatkistbankieren en is een afspraak tussen de gemeente en het ministerie van Financiën;

Kasgeldlening

Opname of uitzetting van geldmiddelen voor korte termijn (van één week tot twaalf maanden);

Kasgeldlimiet

Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar, dat de gemeente maximaal met kortlopende middelen mag financieren;

Koersrisico

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde vermindert door negatieve koersontwikkelingen;

Kredietrisico

De risico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of tekort;

Liquiditeitenbeheer

Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

Liquiditeitenplanning

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en

uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;

Liquiditeitsrisico

De risico’s waarbij de gemeente op enig moment niet in zijn liquide behoefte kan voorzien, doordat er geen aanbieder op de financiële markt beschikbaar is dan wel de gemeente wettelijk beperkt wordt bij het aantrekken van geld;

Offerte

Het op verzoek aanbieden van een leverantie. Dit kan op diverse manieren geschieden. Bijvoorbeeld schriftelijk, telefonisch, per e-mail, via internet en dergelijke;

Omslagrente

Een berekeningsmethodiek waarbij de totale netto rentekosten van zowel de vreemde als de eigen financieringsmiddelen worden omgeslagen over de totale investeringen;

Projectfinanciering

Een lening die extern is aangetrokken specifiek ten behoeve van de financiering van een specifiek project of activiteit. In tegenstelling tot integrale financiering;

Rating

De inschatting door een ratinginstituut van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;

Ratinginstituut

Een creditrating wordt afgegeven door een bureau dat gespecialiseerd is in het analyseren van kredietwaardigheid. De erkende bureaus zijn Standard&Poor’s, Moody’s en Fitch;

Renterisico

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente voortvloeiend uit rentewijzigingen;

Renterisiconorm

Het bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar (op basis van Wet fido) dat aangeeft welk deel van de vaste schuld maximaal in aanmerking komt voor aflossing en/of renteherziening;

Rentetypische looptijd

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waar in op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

Rentevisie

Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

Saldobeheer

Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

Schatkistbankieren

Het verplicht aanhouden van overtollige liquide middelen en beleggingen bij het ministerie van Financiën. Waarbij het niet langer mogelijk is om financiële middelen en vermogen bij private partijen buiten de schatkist aan te houden. De middelen die decentrale overheden in de schatkist aanhouden blijven beschikbaar voor de uitoefening van hun publieke taak;

Treasuryfunctie

De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De treasuryfunctie bestaat uit verschillende deelfuncties zoals risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer, financiële stromen en garanties;

Uitzetting

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en lang lopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie

  • 1.

    Het verzekeren van permanente toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.

  • 2.

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's.

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    Bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit treasurystatuut, de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden in acht te worden genomen.

  • 2.

    Een gemeentegarantie heeft altijd de voorkeur boven een gemeentelijke lening. Indien een garantie voldoende is wordt nimmer een lening door de gemeente verstrekt. De beleidsregels garantieverlening dienen gevolgd te worden.

  • 3.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.

  • 4.

    Leningen aan woningmarktstarters mogen verstrekt worden onder de voorwaarden die zijn opgenomen in de Verordening Startersleningen Goeree-Overflakkee. Daarnaast mogen leningen aan inwoners verstrekt worden onder de voorwaarden die zijn opgenomen in de Verordening Blijverslening Goeree-Overflakkee en de Verordening Duurzaamheidslening Goeree-Overflakkee.

  • 5.

    Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.

  • 6.

    Aandeelhouderschap in deelnemingen is beschreven in een afzonderlijke nota Verbonden Partijen

Artikel 4 Renterisicobeheer

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet Fido.

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet Fido.

  • 3.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.

  • 4.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

Artikel 5 Risicobeheer bij uitzettingen

  • 1.

    Bij het uitzetten van overtollige liquide middelen wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de volgende mogelijkheden:

    • a.

      een rekening courant bij het agentschap van het ministerie van Financiën (schatkistbankieren) of de depositofaciliteit bij bovengenoemde agentschap.

    • b.

      Een decentrale overheid niet zijnde de toezichthoudende provincie.

    • c.

      Banken bij wie de gemeente een rekeningstructuur aanhoudt. De bij deze banken aangehouden tegoeden worden periodiek afgeroomd naar de onder a genoemde rekening: hierbij geldt een wettelijk voorgeschreven drempel;

    • d.

      Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden die gelden voor de onder a genoemde rekening o.a. de intradaglimiet;

  • 2.

    Aandelen worden alleen gekocht in het kader van de uitoefening van de publieke taak en in lijn met de nota verbonden partijen;

  • 3.

    Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

Artikel 6 Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico's door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van 4 jaar.

Artikel 7 Valutarisicobeheer

Valutarisico's worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in Euro’s.

Artikel 8 Projectfinanciering

  • 1.

    Projectfinanciering wijkt af van de normale financieringswijze van de Gemeente Goeree-Overflakkee. Als beleidslijn geldt dat de gemeente de methode van integrale financiering hanteert.

  • 2.

    Er kunnen redenen zijn om voor een specifiek investeringsproject een projectfinanciering aan te trekken om zo de projectrente te fixeren. In uitzonderingsgevallen kan een investeringsproject in aanmerking komen voor een ander rentepercentage dan het omslagpercentage. Dit kan het geval zijn als door externe partijen (bijvoorbeeld het Rijk) een rentetarief wordt opgelegd of als het project dusdanig grote financiële risico’s met zich meebrengt dat zekerheid van financieringslasten is gewenst (het omslagpercentage kan fluctueren per jaar).

  • 3.

    Voor het minimaliseren van renterisico mag projectfinanciering eerder aangetrokken worden dan de start van het project. De projectfinanciering mag niet langer doorlopen dan de afschrijvingstermijn van de investering. Het wordt als projectfinanciering beschouwd zolang zowel de investering als de lening nog op de balans staan.

  • 4.

    Projecten met een investering vanaf € 4 miljoen kunnen in aanmerking komen voor projectfinanciering.

Artikel 9 Langlopende opgenomen leningen

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen.

  • 3.

    Alvorens een financiering wordt aangetrokken worden minimaal twee offertes opgevraagd, welke schriftelijk / e-mail worden vastgelegd.

  • 4.

    Nieuwe leningen ter financiering van bestaande (fixe) leningen kunnen door het college van burgemeester en wethouders zonder voorafgaande mededeling aan de raad worden aangetrokken.

  • 5.

    Leningen ter financiering van (investerings)uitgaven en ter consolidering van de vlottende schuld kunnen zonder voorafgaande mededeling aan de raad worden aangetrokken tot een bedrag van € 15 miljoen.

  • 6.

    Het aantrekken van leningen teneinde deze te beleggen is niet toegestaan.

Artikel 10 Kortlopende opgenomen leningen

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode tot één jaar of korter gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij geldt de kasgeldlimiet conform de Wet Fido;

  • 2.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld en kasgeldleningen.

  • 3.

    Het benutten van het kredietlimiet op rekening courant.

Artikel 11 Garantiebeleid

De uitgangspunten en criteria voor het garantiebeleid zijn opgenomen in de beleidsregels garantieverlening.

Artikel 12 Relatiebeheer

De gemeente hanteert voor het aanhouden van bankrelaties de navolgende minimale uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan ten minste een AA-rating, afgegeven door een erkend ratingbureau.

  • 2.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EU-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Artikel 13 Uitgangspunten AO/IC treasuryfunctie

  • 1.

    Bevoegdheden zijn via mandaatregeling nader schriftelijk vastgelegd en uitgewerkt in artikel 14 en 15 van dit treasurystatuut;

  • 2.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

    • b.

      de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 3.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 4.

    De transacties worden onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de functionaris die belast is met betalingsverkeer.

Artikel 14 Verantwoordelijkheden

De belangrijkste verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd:

Orgaan/Functie

Verantwoordelijkheden

De Gemeenteraad

• Het vaststellen van de financiële verordening waarin verwezen wordt naar het treasurystatuut.

• Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan aan de hand van de paragraaf financiering in de begroting en jaarverslag.

Het college van B&W

• Het vaststellen van de beleidskaders en limieten voor de treasuryfunctie in een treasurystatuut.

• Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid).

• Fiattering van de afgesloten langlopende transacties.

• Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

• Het verstrekken van leningen / garanties.

Wethouder Financiën

• Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid) en zorgdragen voor de taak zoals beschreven in de mandaatregeling.

Medewerker AO/IC

• Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen.

• Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college van B & W en Managementteam.

• Opstellen van het treasurystatuut in samenwerking met de medewerker treasury.

De budgethouders

• Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen.

• Het verstrekken van informatie over de uitgaven en inkomsten met betrekking tot de producten.

• Het fiatteren van betalingen ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

De medewerker treasury

• Het zorg dragen voor de liquiditeit.

• Het zorgdragen voor de (meerjarige)liquiditeitenplanning.

• Het onderhouden van contacten met banken en financiële instellingen en geldmakelaars.

• Het beheersen van risico’s op het gebied van de treasury.

• Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van korte– en langlopende financiering op basis van de liquiditeitenplanning.

• Het monitoren van ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt.

• Het ondersteunen en adviseren van de afdelingen met betrekking tot treasury- en financieringsvraagtukken.

• Het adviseren over en voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied.

• Opstellen van het treasurystatuut in samenwerking met de medewerker AO/IC.

Controller

• Afstemmen (meerjarige)liquiditeitenplanning met medewerker treasury.

• Instemmen met aantrekken kasgeldlening.

• Periodiek overleg met wethouder Financiën inzake treasuryactiviteiten.

Medewerker financiële administratie

• Het controleren of afgesloten transacties overeenstemmen met werkelijk ontvangen/betaalde gelden.

• Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen (saldobeheer).

• Het uitvoeren van de regeling schatkistbankieren.

• Bankrelatie beheer.

Extern accountant

• In het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren inzake de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Artikel 15 Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan de belangrijkste bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

 

 

Bevoegde functionaris

Autorisatie door

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

 

 

1. Kortlopende uitzettingen (art. 5 lid 1)

(werkrekening schatkistbankieren)

Medewerker treasury (vervanger medewerker financiën/financieel beheer)

Medewerker financiële administratie

2. Langlopende uitzettingen (art. 5 lid 1)

(deposito schatkist of overige decentrale overheden)

Medewerker treasury (vervanger medewerker financiën/financieel beheer)

Medewerker financiële administratie

3. Betalingsopdrachten verrichten

Medewerker betalingsverkeer / 1e betalingsfiatteur

2e betalingsfiatteur

Bankrelatiebeheer

 

 

4. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Senior medewerker financiële administratie / Functioneel applicatiebeheerder BNG

Burgemeester

5. Bankcondities

Medewerker treasury

Burgemeester

6. Aan- en afmelden van gemachtigden

Medewerker treasury

Burgemeester

Financiering

 

 

7. Aantrekken kortlopende financiering (art. 10)

Medewerker treasury (vervanger medewerker financiën/financieel beheer)

Controller (vervanger senior medewerker financiële administratie)

8. Aantrekken langlopende leningen (art. 9)

Medewerker treasury (vervanger medewerker financiën/financieel beheer)

Wethouder Financiën mandaat voor afsluiten lening / Burgemeester ondertekening contract

9. Het verstrekken van leningen en garanties (art. 3)

Medewerker treasury / integraal advisering betreffende team

College van B&W

10. Het vervroegd aflossen van leningen of uitzettingen

Medewerker treasury

College van B&W

11. Besluiten tot afwaarderen van een verstrekte lening of garantie

Medewerker treasury / integraal advisering betreffende team

College van B&W

 

Artikel 16 Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

1. Het opstellen en actualiseren van de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken

Jaarlijks

Medewerker treasury

Gemeenteraad

2. Voortgang en evaluatie van treasuryactiviteiten

Eventueel in tussentijdse rapportages

Medewerker treasury

Gemeenteraad

3. Gegevens toekomstige ontvangsten / uitgaven voor de liquiditeitenplanning

Dagelijks

Budgethouders

Medewerker treasury

 

Artikel 17 Hardheidsclausule

In gevallen waarin dit statuut niet voorziet besluit het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Het Treasurystatuut 2017 treedt in werking per 1 januari 2017.

  • 2.

    Met het in werking treden van het in lid 1 genoemde Treasurystatuut vervallen de beleidsregels Treasury (Treasurystatuut) welke zijn vastgesteld op 22 oktober 2013.

Artikel 19 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Treasurystatuut 2017 gemeente Goeree-Overflakkee

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders

Van de gemeente Goeree-Overflakkee,

gehouden op 6 december 2016.

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

secretaris, burgemeester,

W.M. van Esch mr. A. Grootenboer-Dubbelman