Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Beschermd Wonen 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels Beschermd Wonen 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Epe 2015, art. 8 en 11.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Onbekend | 21-12-2016 Gemeenteblad 2016-188918 d.d. 30-12-2016 | 2016-26526 |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN EPE
Overwegende dat het gewenst is dat de gemeente beleidsregels vaststelt ter uitvoering van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Epe 2015.
Gelet op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en Jeugdwet en artikel 8 en 11 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Epe 2015.
Met ingang van 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van Beschermd Wonen binnen de Wmo. De feitelijke realisatie van deze ondersteuning is door aanwijzing van het Rijk voorlopig een taak van de centrumgemeenten. Voor wat betreft (Maatschappelijke) Opvang is er sprake van voortzetting van de centrumgemeente constructie, Beschermd Wonen is daar nu aan toegevoegd. Via de verlening van mandaat bieden regiogemeenten hun centrumgemeente het juridisch kader om de betreffende taken daadwerkelijk uit te voeren.
Bij Beschermd Wonen gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan mensen met psychische of psychosociale problemen (ZZP GGZ categorie C).
Beschermd Wonen is een maatwerkvoorziening. Deze maatwerkvoorziening biedt mensen 24-uurs toezicht. De doelstelling van Beschermd Wonen is om voor mensen met psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving zo veel mogelijk zelfredzaamheid en participatie in de maatschappij te bereiken.
Er is sprake van onderscheid in:
Langdurig zorgafhankelijk (groep 1): De cliënt heeft meerdere diagnoses en ontvangt ondersteuning gericht op herstel en stabiliteit. Deze inzet is gericht op ondersteuning bij het herstel, zodat er meer stabiliteit ontstaat. Het is de vraag of de cliënt op termijn kan uitstromen. Mogelijk is het bieden van stabiliteit het maximaal haalbare. Inzet van bouwsteen Woonzorg herstel (24 uur zorg en toezicht aanwezig), of bouwsteen Groepswonen herstel (24 uur zorg en toezicht aanwezig).
Ontwikkelgericht (groep 2): De cliënt ontvangt begeleiding in het kader van herstel en uitstroom binnen 1 tot 3 jaar. De begeleiding is gericht op de ontwikkeling van de zelfredzaamheid en participatie op alle levensdomeinen. Er wordt gewerkt aan uitstroom, maar de inzet om het herstel van de cliënt te bewerkstelligen, vraagt nog de meeste aandacht. Inzet van bouwsteen Woonzorg herstel (24 uur zorg en toezicht aanwezig), of bouwsteen Groepswonen herstel (24 uur zorg en toezicht aanwezig).
Uitstroomgericht (groep 3): De cliënt is naar verwachting in staat om binnen een jaar zelfstandig te gaan wonen. De ondersteuning is vooral gericht op het zich eigen maken van de vaardigheden die daarvoor nodig zijn. De begeleiding richt zich ook op het vinden van passende woonruimte. Inzet van bouwsteen Woonzorg uitstroom (24 uur zorg en toezicht nabij), of bouwsteen Groepswonen uitstroom (24 uur zorg en toezicht nabij).
Het college stelt aan de hand van onderstaande criteria vast of de cliënt tot de doelgroep behoort:
De problemen die de cliënt ondervindt in het zelfstandig handhaven in de samenleving zijn niet op te lossen op eigen kracht, bijvoorbeeld met gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp van andere personen uit het sociale netwerk, gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen, algemene voorzieningen of voorliggende voorzieningen, (para)medische zorg en/of door extramurale begeleiding.
Naast hetgeen in artikel 15, lid 2 van de verordening is geregeld, kan het college een maatwerkvoorziening Beschermd Wonen tevens weigeren of intrekken indien:
Voor burgers die voor 1 januari 2015 al een indicatie voor een GGZ-C pakket vanuit de AWBZ kregen, geldt dat er sprake is van overgangsrecht. In deze overgangsperiode moet de gemeente in overleg met de cliënt een nieuw ondersteunings-arrangement vaststellen.
Wie op 1 januari 2015 een geldige indicatie op grond van de AWBZ heeft voor een ZZP GGZ-C gaat in eerste instantie over naar Beschermd Wonen in de Wmo. De cliënt behoudt zijn aanspraken op Beschermd Wonen tenminste voor een periode van 5 jaar of indien de lopende indicatie voor een kortere periode geldt, voor de nog resterende duur van die indicatie en uiterlijk tot 1-1-2020. Wij noemen dit de groep
Zelfredzaam (groep 4): De cliënt woont zelfstandig in de wijk en ontvangt ambulante begeleiding, gericht op herstel en/of stabiliteit. Het kan hierbij gaan om enkele uren begeleiding per week tot en met intensieve begeleiding. Cliënten die gebruik maken van het overgangsrecht op basis van een CIZ-indicatie die is afgegeven vóór 1 januari 2015 en deze extramuraal verzilveren, vallen onder deze groep. Na afloop van het overgangsrecht (per 31 december 2019) of het aflopen van de CIZ-indicatie, zal een groot deel van deze cliënten doorstromen naar ambulante ondersteuning in de lokale Wmo.
Indien een cliënt sinds 1-1-2015 ononderbroken gebruik maakt van een intramurale voorziening van Beschermd Wonen en met instemming van de cliënt wordt een ondersteuningsplan opgesteld waarbij de cliënt zelfstandig gaat wonen, schort het college het overgangsrecht op de indicatie Beschermd Wonen op gedurende een periode van 90 dagen.
Binnen een periode van 90 dagen nadat de cliënt feitelijk de instelling verlaat en zelfstandig is gaan wonen, kan de cliënt kenbaar maken dat hij/zij alsnog terug wil keren naar een intramurale voorziening voor Beschermd Wonen vanwege een terugval. In dat geval loopt het overgangsrecht op de indicatie voor Beschermd Wonen gewoon door.
Voor mensen die gebruikmaken van het PGB geldt dat zij gedurende de periode van één jaar recht houden op dit PGB (uiterlijk tot 1-1-2016) en dat zij vervolgens tot de einddatum van de indicatie of uiterlijk tot 1-1-2020 wél recht houden op hun indicatie.
Epe, 21 december 2016
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de burgemeester, Ir. H. van der Hoeve MPA
de secretaris, mw. C. Kats
Bijlage 1 Begrippenlijst beleidsregels Beschermd Wonen
24-uurs toezicht: direct aanwezige zorg, begeleiding en toezicht, die gericht is op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, psychisch en psychosociaal beter functioneren, stabilisatie van het psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of voor anderen.
ZRM: zelfredzaamheidsmatrix, die de mate van zelfredzaamheid van cliënten eenvoudig en volledig in beeld brengt. De ZRM toetst de zelfredzaamheid op de leefgebieden: inkomen, dagbesteding, huisvesting, gezinsrelaties, geestelijke gezondheidszorg, fysieke gezondheid, verslaving, vaardigheden bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL), sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie. Per leefgebied is aangegeven welke feitelijke omstandigheden bij welk niveau van zelfredzaamheid horen.
Opvang: onderdak en begeleiding aan personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld of kindermishandeling. Deze personen zijn niet in staat zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (artikel 1.1.1 Wmo 2015).
Bijlage 2 Zelfredzaamheidsmatrix Beschermd Wonen
Met deze matrix wordt de situatie van de cliënt op verschillende levensdomeinen beoordeeld.
Score 5: volledig zelfredzaam,
Score 4: voldoende zelfredzaam,
Score 1: acute problematiek (crisis).
Een minimale score van 2 op het gebied van Geestelijke gezondheid is leidend. Score 1, acute problematiek, komt daarom ook niet voor in bovenstaande tabel. Score 1 bij geestelijke gezondheid is een acute fase, waarbij intramurale behandeling in een instelling nodig is. Score 1 in de andere levensdomeinen is ook een contra-indicatie voor Beschermd Wonen. Score 1 impliceert acute problematiek en deze heeft prioriteit. De crisis moet eerst voorbij zijn. Er moet enige stabiliteit op alle levensdomeinen zijn, pas dan is Beschermd Wonen passend.
Bijlage 3 Beleidsregels Beschermd Wonen persoonsgebonden budget
Formele hulp: een bij de Kamer van Koophandel (KvK) ingeschreven organisatie, zelfstandige zonder personeel of freelancer die zich blijkens de bedrijfsomschrijving zoals vermeld in het handelsregister van de KvK, primair richt op de benodigde ondersteuning zoals vastgesteld in het ondersteuningsplan of gezinsplan. Formele hulp kan niet geboden worden door een partner, eerste- of tweedegraads familielid;
Informele hulp De betaalde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit zijn omgeving waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg overstijgt. Hieronder verstaan we in ieder geval de hulp die door partner, eerste- of tweedegraads familieleden wordt geboden. Kan ook een vriend(in), buur of een bekende zijn;
Ondersteuningsplan of gezinsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de cliënt of het gezin, al dan niet samen met de mantelzorgers, informele en formele hulpen. Waarin staat welke vragen er zijn, welke doelen zijn gesteld en welke algemene (Wmo), andere of overige voorzieningen (Jeugdwet) en/of (individuele) (maatwerk)voorzieningen worden ingezet;
Opting-in salarisadministratie, uitgevoerd door de SVB, voor: 1) de hulpverlener die ingevolge de arbeidsovereenkomst maximaal drie dagen in de week voor de cliënt werkt. 2) De partner, een familielid of een freelancer waarmee de cliënt een zorgovereenkomst heeft afgesloten. De SVB zorgt op verzoek van cliënt en hulpverlener voor de maandelijkse afdrachten van belastingen en premies op het loon van de hulpverlener en deze ontvangt een salarisstrook;
Salarisadministratie: uitgevoerd door de SVB, als de cliënt een arbeidsovereenkomst heeft met een hulpverlener die minimaal 4 dagen per week voor de cliënt werkt waardoor de cliënt werkgever of opdrachtgever wordt. De cliënt is verplicht een salarisadministratie bij te houden. De SVB maakt maandelijks het loon voor de hulpverlener en de afdrachten aan de Belastingdienst over, verzorgt salarisstroken en de jaaropgave en doet we de jaaraangifte loonheffingen namens de cliënt;
Trekkingsrecht: de cliënt krijgt het pgb niet meer op de eigen bankrekening gestort. De SVB beheert het pgb. De SVB betaalt in opdracht van de cliënten de hulpverleners met wie een zorgovereenkomst is gesloten. Ook controleert de SVB in opdracht van de gemeente de uitgaven die worden gedaan uit het pgb;
Vertegenwoordiger: persoon of rechtspersoon die een cliënt vertegenwoordigt die niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. Personen of rechtspersonen die als vertegenwoordiger kunnen optreden zijn de curator, de mentor of de gevolmachtigde van de cliënt, dan wel, indien zodanige persoon of rechtspersoon ontbreekt, zijn echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de cliënt, tenzij deze persoon dat niet wenst, dan wel, indien ook deze persoon ontbreekt, zijn ouder, kind, broer of zus, tenzij deze persoon dat niet wenst;
Artikel 2 Mogelijkheden tot het kiezen voor een pgbAls een cliënt in aanmerking komt voor een (individuele) (maatwerk)voorziening en dit in de vorm van een pgb wenst te ontvangen, dan geldt het volgende:
Een pgb is alleen mogelijk als:
de cliënt naar het oordeel van het college in staat is de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren of hij daarvoor een vertegenwoordiger heeft die: is verbonden aan een organisatie die beschikt over het keurmerk van PerSaldo; of een persoon is die niet tevens uitvoerder is van de ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht, tenzij dit, gezien de situatie van de cliënt, de aard van de ingekochte ondersteuning en de waarborgen waarmee een verantwoorde besteding van het pgb is omgeven, naar het oordeel van het college bij de betreffende vertegenwoordiger voldoende is geborgd;
Artikel 4 Algemene regels pgb voor hulpverlening
De cliënt kan met de hulpverlener een reiskostenvergoeding van € 0,19 per km afspreken. Een kilometervergoeding kan worden verstrekt als de enkele reis afstand meer dan 6 km bedraagt. De maximaal te vergoeden reisafstand is 150 km per keer (retour reis). De totale kosten van hulpverlening, inclusief vervoer, kunnen de kostprijs zoals genoemd in artikel 3 lid 4 en 5 niet overschrijden.
Artikel 5 Ondersteuning cliënt
Artikel 6 Afwegingskader informele hulp
Bij de beoordeling van de mogelijkheid tot betaling van een mantelzorger (informele hulp) voor zijn taken zal het volgende tijdens de onderzoeksfase worden meegewogen:
Het type hulp, de frequentie van de geboden hulp, de duur van de hulp (tijdelijk of langere periode) en de mate van verplichting (kan degene die de hulp levert een keer overslaan als hij/zij ziek is of op vakantie wil, of is dit niet mogelijk?) spelen een rol bij het al dan niet overgaan tot betaling.
Artikel 7 Regels rond melding en verantwoording
Artikel 8 Regels rond terugvordering
Artikel 9 Regels rond beëindiging
Wanneer nieuwe afspraken met het college leiden tot aanpassing van de zorgovereenkomst van de informele hulp, en deze door de nieuwe gemeentelijke pgb-regels er qua inkomen op achteruitgaat, kan afhankelijk van de situatie en de omvang van de inkomensdaling een overgangsperiode van minimaal 1 maand en maximaal een half jaar worden geboden.
Artikel 11 Normbedragen en normtijden In deze regeling zijn normbedragen en normtijden opgenomen. Hiervan kan beargumenteerd worden afgeweken door het college.
Artikel 12 Hardheidsclausule In bijzondere omstandigheden kan het college ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van de regeling leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.