Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem houdende regels omtrent mandaat stichting wijkteams Mandaatbesluit Stichting Wijkteams Arnhem

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem houdende regels omtrent mandaat stichting wijkteams Mandaatbesluit Stichting Wijkteams Arnhem
CiteertitelMandaatbesluit Stichting Wijkteams Arnhem
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpextern mandaatbesluit

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

eerste wijziging van het Mandaatbesluit Stichting Wijkteams Arnhem

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-01-201901-10-201821-04-2020eerste wijziging van het Mandaatbesluit Stichting Wijkteams Arnhem

08-01-2019

gmb-2019-21732

2016.0.61.636
01-01-201731-01-2019nieuwe regeling

20-12-2016

Gemeenteblad 2016, 182282

2016.0.61.636

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem houdende regels omtrent mandaat stichting wijkteams Mandaatbesluit Stichting Wijkteams Arnhem

 

 

 

Het college van burgemeester en wethouders;

 

Overwegende dat:

  • -

    de gemeente sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk is op het gebied van het Sociaal Domein;

  • -

    deze bevoegdheden van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016 door de sociale wijkteams binnen de gemeente Arnhem werden uitgeoefend;

  • -

    deze wijkteams per 1 januari 2017 verzelfstandigen in de vorm van een Stichting;

  • -

    het wenselijk is bevoegdheden in het sociale domein bij deze Stichting te beleggen;

     

Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

de navolgende regels vast te stellen met betrekking tot ondermandaat aan:

de voorzitter van de Stichting Wijkteams Arnhem:

Artikel 1 Begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te ne men;

Delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoor delijkheid uitoefent;

Wettelijk voorschrift: wettelijk voorschrift, zoals dit luidt op de dag waarop dit besluit in wer king treedt of zoals dit wettelijk voorschrift na wijziging zal komen te luiden;

Portefeuillehouder: het lid van het college van burgemeester en wethouders van de ge meente Arnhem dat in het bijzonder is belast met de zorg voor één of meer onderdelen van het gemeentelijk bestuur, zoals deze aan het college is opgedragen.

Artikel 2 Algemeen mandaat aan de voorzitter van de Stichting Wijkteams

1.De uitoefening van de navolgende bevoegdheden die het college toekomt, wordt opgedragen aan de voorzitter van de Stichting Wijkteams Arnhem - voor zover het betreft de aan de Stichting Wijkteams Arnhem opgedragen taken.

 

Algemeen

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

1

Het verrichten van feitelijke handelingen ter voorbereiding en uitvoering van de in artikel 3, aanhef van het Algemeen Mandaat- en Volmachtbesluit 2016 genoemde taken.

3

Het verstrekken van bevestigingen en bewijzen van ontvangst.

4

Het doorzenden van geschriften als bedoeld in artikel 2:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

5

Het doen van openbare bekendmakingen en het doen van kennisgevingen en mededelingen van voorgenomen en genomen beslissingen en van voorgenomen en verrichte andere handelingen.

6

Het toezicht houden en handhaven van de openbare orde in de voor het publiek toegankelijke gebouwen en de daarbij behorende erven, waar de Stichting zijn gehuisvest, inclusief het geven van bevelen met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid en inclusief het ontzeggen van de toegang tot de voor de openbare dienst bestemde ruimten, indien zulks noodzakelijk moet worden geacht in het belang van de handhaving van de openbare orde of de voortgang van de werkzaamheden in die ruimten, dan wel op grond van het eigendomsrecht van de gemeente.

 

Bestuursrechtelijke rechtshandelingen

1

Het vaststellen van formulieren als bedoeld in artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens.

2

Het nemen van beslissingen omtrent het niet behandelen van aanvragen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

3

Het inwinnen van advies als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

4

Het horen van een aanvrager en belanghebbenden als bedoeld in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht (De voorbereiding).

5

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan bij of krachtens afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Beslistermijn).

6

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan in het kader van de klachtbehandeling van derden inzake (de medewerkers van) de Stichting op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en paragraaf 4.2.a van de Jeugdwet voor zover het niet betreft de afdoening van klachten die zijn behandeld door de klachtencommissie.

7

Het nemen van besluiten en het verrichten van werkzaamheden voortvloeiende uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), behoudens de benoeming van een functionaris voor de gegevensbescherming als bedoeld in hoofdstuk 9 paragraaf 2 van deze wet.

 

Specifieke bevoegdheden

 

Jeugdhulp

1a

Het in overleg treden met de onderwijsinstantie als bedoeld in artikel 2.7 van de Jeugdwet.

1b

Het verzamelen en verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 2.10 van de Jeugdwet juncto artikel 2.5.1 van de Wet maatschappelijke Ondersteuning 2015.

1c

Het voeren van overleg en het vastleggen van de wijze van overleg in een protocol met de gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 3.5 van de Jeugdwet.

1d

Het verlangen een nieuwe verklaring omtrent het gedrag over te leggen als bedoeld in artikel 4.1.6, derde lid van de Jeugdwet.

1e

Het verstrekken van inlichtingen en algemene gegevens aan de cliëntenraad als bedoeld in artikel 4.2.8 van de Jeugdwet.

1f

Het toevoegen van documenten aan het dossier als bedoeld in artikel 6.1.13, eerste lid Jeugdwet.

2a

Het ontvangen van meldingen van hulpvragen als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid van de Verordening Jeugdhulp.

2b

Het beslissen over individuele voorzieningen als bedoeld in artikel 4 en 5 van de Verordening Jeugdhulp (met uitzondering van het afgeven van beschikkingen ten behoeve van procedures ter verkrijging van een kinderbeschermingsmaatregel).

2c

Het beslissen op verzoeken om Persoons Gebonden Budget (PGB) als bedoeld in artikel 6 van de Verordening Jeugdhulp.

2d

Het herzien en intrekken van individuele voorzieningen als bedoeld in artikel 7, tweede lid van de Verordening Jeugdhulp.

2e

Het terugvorderen van PGB's of geldwaarde van individuele voorzieningen als bedoeld in artikel 7, derde lid van de Verordening Jeugdhulp.

2f

Het herzien en intrekken van PGB’s als bedoeld in artikel 7, vierde lid van de Verordening Jeugdhulp.

2g

Het bieden van of het verwijzen naar overige voorzieningen als bedoeld in de Verordening Jeugdhulp.

 

Maatschappelijke ondersteuning

3

Het verzamelen en verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Wet maatschappelijke Ondersteuning 2015.

4a

Het beslissen over maatwerkvoorzieningen als bedoeld in artikel 2.1 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2015.

4b

Het bieden van of het verwijzen naar algemene voorzieningen als bedoeld in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2015.

4c

Het geven van toestemming als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid onder e, sub 1 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2015.

4d

Het beoordelen van de noodzaak, de mate van compensatie en passendheid van de voorziening en de gemaakte kosten achteraf als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, onder e, sub 2 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2015

4e

Het beslissen over intrekken of wijzigen van maatwerkvoorzieningen als bedoeld in artikel 14.2 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2015.

4f

Het beslissen over het verrekenen van PGB’s en het terugvorderen van in natura verstrekte voorzieningen en PGB’s als bedoeld in artikel 14.3 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2015.

 

Schuldhulpverlening

5

Het nemen van besluiten inzake de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, schulddienstverlening en inzetten inkomensbeheer.

 

Leerlingenvervoer

6

Het nemen van besluiten inzake leerlingenvervoer.

 

Huisvestingsverordening

7

Het beslissen over urgentieverklaringen ten behoeve van WMO-indicaties.

2.De functionaris als bedoeld in het eerste lid van dit artikel kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden schriftelijk opdragen aan de door hem aan te wijzen en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen. Hij kan de betreffende personen daartoe instructies geven.

Artikel 3 Instructies voor de gemandateerde

  • 1.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in de artikel 2 en 3 van dit besluit wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijk voorschrift, beleidsregel, circulaire, aanwijzing en richtlijn van daartoe bevoegde wetgevende organen en bestuursorganen in acht genomen.

  • 2.

    Indien zich naar het oordeel van een gemandateerde als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van dit besluit één of meer van de navolgende gevallen voordoet, overlegt de gemandateerde de zaak met de betrokken portefeuillehouder, alvorens een besluit te nemen:

    • A.

      de te nemen beslissing wijkt af van bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften;

    • B.

      uit de te nemen beslissing kunnen niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties voortvloeien;

    • C.

      tijdens de voorbereiding van het besluit komt naar voren dat de te nemen beslissing bestuurlijk of maatschappelijk gevoelig ligt.

  • 3.

    De uitgaande stukken worden als volgt ondertekend:

    Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

    namens het college,

    gevolgd door de handtekening, de naam en daaronder de functieaanduiding van de

Artikel 4 Slotbepaling

  • 1.

    Dit besluit wordt aangehaald als ‘Mandaatbesluit Stichting Wijkteams Arnhem’.

  • 2.

    Het onderhavig besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

 

 

Arnhem, 20 december 2016

 

Burgemeester en Wethouders van Arnhem,

de secretaris, de burgemeester,