Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amstelveen

Reglement van orde van de erfgoedcommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmstelveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde van de erfgoedcommissie
CiteertitelReglement van orde van de erfgoedcommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Erfgoedwet, artikel 4.20

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-10-201626-02-2019nieuwe regeling

28-09-2016

Gemeenteblad 2016, 136629

Z-2016/040968

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde van de erfgoedcommissie

Bijlage 9b van de Bouwverordening

Artikel 1. Definitie

In dit Reglement wordt verstaan onder commissie: de Erfgoedcommissie

Artikel 2. Status van de commissie

De Erfgoedcommissie fungeert als Adviescommissie als bedoeld in artikel 4.20 van de Erfgoedwet.

Artikel 3. Taakomschrijving

  • 1.

    De commissie adviseert het college over de erfgoed aspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 2.

    De commissie adviseert het college gevraagd en ongevraagd over:

    • a.

      het register van beschermde monumenten als bedoeld in artikel 3 van de Erfgoedwet (aanwijzing als cultureel erfgoed);

    • b.

      aanvragen als bedoeld in hoofdstuk 4 in de Erfgoedwet (bescherming van erfgoed);

    • c.

      het aanwijzen of intrekken ensembles als bedoeld in artikel 3.13 van de Erfgoedwet;

    • d.

      aanvragen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • e.

      de toepassing van de Erfgoedverordening gemeente Amstelveen (aanwijzing van gemeentelijke monumenten en gemeentelijk beschermde stads- of dorpsgezichten);

    • f.

      de toepassing van de 'Nadere regels voor subsidiëring ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten 2013' (horend bij de 'Algemene subsidieverordening Amstelveen 2012');

    • g.

      alle overige onderwerpen die de zorg voor het erfgoed betreffen.

  • 3.

    Voor de advisering baseert de commissie zich op de door de gemeenteraad vastgestelde erfgoednota .

  • 4.

    De commissie legt het college eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden, waarin in ieder geval aan de orde komt:

    • a.

      op welke wijze toepassing is gegeven aan de advisering op grond van de Erfgoedverordening gemeente Amstelveen;

    • b.

      bijzondere projecten en/of beleidsmatige adviezen;

    • c.

      de werkwijze van de commissie, waaronder de wijze waarop rekening is gehouden met zienswijzen van (derde-)belanghebbenden.

Artikel 4. Samenstelling van de commissie en quorum.

  • 1.

    De commissie bestaat uit minimaal twee leden en een voorzitter .

  • 2.

    De commissie wordt ambtelijk ondersteund door een secretaris.

  • 3.

    Bij verhindering van de voorzitter treedt een van de leden als zodanig op; bij verhindering van de leden kunnen zij door plaatsvervangers worden vervangen.

  • 4.

    De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste twee leden aan-wezig zijn.

  • 5.

    In afwijking van het vorige lid kan de commissie ongeacht het aantal aanwezige leden adviseren over een bouwplan indien daarover in de voorgaande vergadering niet kon worden geadviseerd wegens het ontbreken van het quorum.

  • 6.

    Indien ten aanzien van een uit te brengen advies de stemmen staken, wordt het plan voor een second opinion voorgelegd aan een andere erfgoedcommissie.

  • 7.

    De commissie wordt zodanig samengesteld dat daarin de volgende disciplines zijn vertegenwoordigd: restauratiearchitectuur, (plaatselijke) cultuurhistorie/architectuurhistorie .

  • 8.

    De commissieleden zijn onafhankelijk en onthouden zich van een oordeel over plannen waarbij zij een persoonlijk of zakelijk belang hebben.

  • 9.

    Indien meer dan één van de commissieleden op dezelfde dag verhinderd is de vergadering bij te wonen, draagt de secretaris zorg voor de aanwezigheid van een vervangend lid om de als gevolg hiervan ontbrekende expertise aan te vullen. Voor het vervangen van leden wordt geput uit het bestand met de meest recent afgetreden leden.

Artikel 5. Benoeming en zittingsduur.

  • 1.

    De leden van de commissie, waaronder ook de voorzitter, worden door de raad op voordracht van het college benoemd en ontslagen.

  • 2.

    De benoeming heeft een geldigheidsduur van drie jaar en kan eenmaal met drie jaar worden verlengd.

  • 3.

    Bij het bepalen van de zittingsduur telt de doorgebrachte zittingsduur in de voor-malige commissies van Amstelveen mee.

  • 4.

    Het college wijst de secretarissen van de commissie aan.

  • 5.

    De commissie stelt een rooster van aftreden op en draag er zorg voor dat het college tijdig op de hoogte is van een aanstaande vacature.

  • 6.

    Aan de afgetreden leden wordt gevraagd zich gedurende een periode van drie jaar beschikhaar te houden als vervangend lid.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1.

    De commissie komt zo vaak bijeen als noodzakelijk is om tijdig advies uit te brengen.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om aan alle leden afzonderlijk mandaat te verlenen om in overleg met de secretaris advies uit te brengen over omgevingsvergunningaanvragen die van beperkte invloed zijn op de ruimtelijke kwaliteit en om hieromtrent vooroverleg te plegen.

  • 3.

    Indien het gemandateerde lid ten aanzien van een bouwaanvraag geen gebruik wenst te maken van het mandaat, legt hij de aanvraag aan de commissie voor. Voor het bepalen van de aanvang van de adviestermijn wordt uitgegaan van de datum van voorlegging aan het gemandateerde lid.

  • 4.

    De vergaderingen van de commissie en de zittingen van het gemandateerde lid zijn openbaar. De secretaris draagt er zorg voor dat de aanvrager tijdig op de hoogte is van de dag en het vermoedelijke tijdstip van behandeling van zijn bouwplan.

  • 5.

    De secretaris ondertekent de van de commissie uitgaande correspondentie en draagt er zorg voor dat de correspondentie in overeenstemming is met de visie van de commissie.

Artikel 7. Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

Het monumentenadvies

  • a.

    De commissie brengt het erfgoed advies schriftelijk uit en motiveert dit aan de hand van de van toepassing zijnde specifiek beschermingswaardige onderdelen van het monument.

  • b.

    Indien de aanvrager of derde belanghebbenden een zienswijze heeft ingediend, geeft de commissie aan op welke wijze deze hebben meegewogen.

  • c.

    De secretaris voegt het advies toe aan de aanvraag en stemt dit af met de behandelende afdeling en indien nodig met de aanvrager en/of derde belanghebbenden

  • d.

    De commissie kan een advies aanhouden om de aanvrager in de gelegenheid te stellen binnen een door de commissie gestelde termijn het bouwplan aan te passen. De commissie geeft daarbij aan op welke wijze het bouwplan kan voldoen aan de erfgoednota.

  • e.

    De commissie kan een positief erfgoedadvies ongemotiveerd uitbrengen, tenzij de commissie op de hoogte is van ingebrachte zienswijzen van derde belanghebbenden. In dat geval weerlegt de commissie die zienswijzen aan de hand van de erfgoednota en vermeldt daarbij waarom het plan wel aan de nota voldoet.

Overige adviezen De commissie brengt de overige adviezen schriftelijk en gemotiveerd uit en betrekt daarbij uitsluitend de van toepassing zijnde wettelijke en beleidsmatige kaders. De commissie kan een motivering achterwege laten indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.

Artikel 8. Termijn van advisering

  • 1.

    De commissie dan wel het fungerende gemandateerde lid brengt het advies over een aanvraag voor een vergunning binnen drie weken uit nadat door of namens het college daarom is gevraagd. Indien sprake is van een second opinion zoals bedoeld in artikel 4, zesde lid van deze verordening kan de termijn worden verlengd.

  • 2.

    De commissie brengt het advies over andere aangelegenheden uit binnen de daartoe door of namens het college bij de adviesaanvraag vermelde termijn.

  • 3.

    Het college bepaalt in welke gevallen het noodzakelijk is een plan aan de commissie voor te leggen. In overige gevallen is de secretaris op grond van artikel 6.2 van het Besluit Omgevingsrecht bevoegd om advies te geven. De secretaris brengt het advies uit binnen twee weken nadat door of namens het college daarom is gevraagd.

Artikel 9. Verslaglegging

  • 1.

    De secretaris stelt van elke vergadering een verslag op. Nadat de commissie het verslag heeft vastgesteld is dit openbaar en zendt de secretaris dit ter kennisneming aan de portefeuillehouder.

  • 2.

    De secretaris zendt het verslag voorts naar andere daarvoor in aanmerking komende personen en instanties, eventueel met een begeleidend schrijven.

Artikel 10. Geldelijke vergoeding

De leden van de commissie, waaronder de voorzitter ontvangen voor hun werkzaamheden een door het college op basis van het tarief van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit vast te stellen vergoeding.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 september 2016.

De griffier,

drs. P. Georgopoulou

De voorzitter,

drs. M.M. van 't Veld