Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
2.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om
een omgevingsvergunning voor een project bedraagt: de som
van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de
vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere
grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief naast
genoemd percentage van de bouwkosten: | 2,62% |
| met een minimumbedrag van: | € 111,90 |
2.3.1.2 | Welstandstoets | |
2.3.1.2.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor
een omgevingsvergunning is aangevraagd en toetsing aan
welstandscriteria van de welstandsnota moet plaatsvinden
wordt: | |
2.3.1.2.1.1 | indien hierover het advies van de Welstandscommissie moet
worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel
2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met naast genoemd
percentage van de bouwkosten: | 0,54% |
| met een minimumbedrag van: | € 83,85 |
2.3.1.2.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat
onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het
bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk
is: | € 82,75 |
2.3.1.3 | Verplicht advies agrarische
commissie | |
2.3.1.3.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Stichting
Agrarische beoordelingscommissie wordt beoordeeld | € 602,00 |
2.3.1.3.2 | indien het advies nieuwe vestigingen of
bedrijfsverplaatsingen betref, wordt dit bedrag verhoogd
met: | € 133,70 |
2.3.1.4 | Aanvraag hogere waarden geluidhinder | |
| Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag
hogere waarden geluidhinder ingevolge artikel 83 Wet
geluidhinder, bedraagt: | € 304,65 |
| | |
2.3.1.5 | Achteraf ingediende aanvraag | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 binnen deze
titel bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen
van de activiteit naast genoemd percentage van de op de
grond van dit onderdeel verschuldigde leges. | 25% |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief het
hiernaast genoemde percentage van de aanlegkosten: | 2,62% |
| met een minimumbedrag van: | € 111,90 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake
is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.3.1.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) | € 391,75 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (kruimelgeval) | € 509,25 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) | |
| - in de vorm van een projectbesluit | € 1.741,00 |
| - in de vorm van een bestemmingsplanherziening (krachtens
artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening | € 1.958,00 |
2.3.3.4 | vervallen | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan, krachtens artikel
6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 391,75 |
2.3.3.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, krachtens
artikel 3.7 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 378,35 |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal of provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die
zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de
Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder
c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of
provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | offerte basis |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake
is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) | € 430,90 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (kruimelgeval) | € 535,30 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | |
| - in de vorm van een projectbesluit | € 1.795,20 |
| - in de vorm van een bestemmingsplanherziening (krachtens
artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 2.023,70 |
2.3.4.4 | vervallen | |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan, krachtens artikel
6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 426,50 |
2.3.4.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, krachtens
artikel 3.7 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 426,50 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal of provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die
zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de
Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder
c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of
provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | offerte basis |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie
tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, wordt het hiernaast genoemde
bedrag | € 185,30 |
| vermeerderd met een bedrag voor een inrichting met een
vloeroppervlak binnen de constructie van de gebouwfunctie
van: | |
| - 0 tot en met 100 m2 | € 357,45 |
| - 101 tot en met 250 m2 | € 536,20 |
| - 251 tot en met 750 m2 | € 714,80 |
| - 751 tot en met 1.500 m2 | € 1.072,25 |
| - 1.501 tot en met 2.500 m2 | € 1.607,70 |
| - 2.501 tot en met 5.000 m2 | € 2.323,25 |
| - 5.001 tot en met 10.000 m2 | € 3.215,80 |
| - 10.001 m2 en meer | € 4.289,20 |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, g
of h van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking
tot een krachtens provinciale verordening of de
gemeentelijke Monumentenverordening aangewezen monument,
waarvoor op grond van die provinciale of gemeentelijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1. genoemde
bedrag: | € 55,85 |
2.3.6.1.1 | voor het wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd
monument als bedoeld in de Monumentenwet of de
Monumentenverordening: | |
| wordt het bedrag uit 2.3.6.1 verhoogt met naast genoemd
percentage van de bouwkosten: | 0,54% |
2.3.6.2 | Archeologievergunning | |
| Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een archeologievergunning in het kader van de
Gemeentelijke monumentenvergunning bedraagt: | € 111,90 |
2.3.7 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die
schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of
planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief naast het in
2.3.1.1 genoemde bedrag: | € 111,90 |
2.3.7.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitats en soorten in een door de
minister van economische zaken, landbouw en innovatie
aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid,
van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief naast
het in 2.3.1.1 genoemde bedrag: | € 110,25 |
2.3.8 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,
derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemde
bedrag: | € 111,75 |
2.3.9 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld en die activiteit of handeling | |
2.3.9.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 111,75 |
2.3.9.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | € 111,75 |
2.3.9.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag
dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende
vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit
zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de
activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 111,75 |
2.3.9.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen
van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien
een begroting als bedoeld in de eerste volzin is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | offerte basis |
2.3.10 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.10.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
eerste fase betrekking heeft. | |
2.3.10.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
tweede fase betrekking heeft, vermeerderd met naast genoemd
percentage | 25% |
| van de, volgens dit hoofdstuk te betalen leges voor de
gehele activiteit (deelactiviteiten van fase 1 en 2
tezamen). | |
2.3.10.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verkrijgen van een gewijzigde omgevingsvergunning
eerste fase: het bedrag naar het tarief en berekend op de
wijze als in 2.3.1.1 bepaald en verminderd met de voor de
primaire omgevingsvergunning eerste fase berekende leges.
Met dien verstande dat in elk geval naast genoemd bedrag
verschuldigd is en dat geen restitutie van de voor de
primaire omgevingsvergunning eerste fase betaalde leges
plaatsvindt. | € 111,75 |
2.3.11 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.11.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 111,75 |
2.3.11.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 190,50 |
2.3.12 | Advies | |
2.3.12.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere
instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het
ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het
in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | offerte basis |
| Als begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de
aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken. | |
2.3.13 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.13.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.13.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven: | € 212,15 |
2.3.13.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | offerte basis |
| Als deze begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de
aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken. | |