Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2017 gemeente IJsselstein
Hoofdstukken
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke Stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaar
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke verordening (APV)
Hoofdstuk 14 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 15 Kansspelen
Hoofdstuk 16 Telecommunicatie/kabels & leidingen
Hoofdstuk 17 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 18 Diversen
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/
omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Vermindering
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Overige bestemmingswijzigingen
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend
onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 5 in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere
beschikking
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
| | |
1.1.1 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de
registratie van een partnerschap of het omzetten van een
geregistreerd partnerschap in een huwelijk: | |
1.1.1.1 | op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur | € 346,45 |
1.1.1.2 | op enig ander moment dan genoemd in 1.1.1.1 | € 396,45 |
1.1.1.3 | met dien verstande dat geen leges worden geheven indien de
voltrekking van het huwelijk of de registratie van een
partnerschap plaats heeft op maandag om 9.00 uur of om 9.30
uur in het stadhuis en één van de partners ingezetene is van
de gemeente, of indien de omzetting van een partnerschap in
een huwelijk zonder enig ceremonieel plaats vindt op het
stadhuis. | Nihil |
1.1.2 | het tarief, als bedoeld onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2 wordt bij
de voltrekking van het huwelijk, het partnerschap of het
omzetten van een partnerschap in een huwelijk in het
voormalig stadhuis aan de Utrechtsestraat 79 vermeerderd
met: | € 101,00 |
1.1.3 | Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk, de
registratie van een partnerschap, of het omzetten van een
geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een bijzonder
huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk
Wetboek, is | |
1.1.3.1 | op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur | € 346,45 |
1.1.3.2 | op enig ander moment anders dan genoemd in 1.1.1.3 | € 396,45 |
1.1.4 | Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: | |
1.1.4.1 | een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale
uitvoering | € 17,70 |
1.1.4.2 | een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe
uitvoering | € 30,80 |
1.1.5 | Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de
registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan
besteed kwartier | € 22,00 |
1.1.6 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet
rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is
opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. | |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2 | Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten
behoeve van een aanvraag: | |
1.2.1 | van een nationaal paspoort: | |
1.2.1.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € 64,75;* |
1.2.1.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 51,45* |
1.2.2 | van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden
bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in
subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): | |
1.2.2.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € 64,75;* |
1.2.2.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 51,45;* |
1.2.3 | van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op
grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als
Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): | |
1.2.3.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € 64,75;* |
1.2.3.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 51,45;* |
1.2.4 | van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument
voor vreemdelingen | € 51,45;* |
1.2.5 | van een Nederlandse identiteitskaart: | |
1.2.5.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € 50,65;* |
1.2.5.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 28,60;* |
1.2.6 | voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en
met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde
leges vermeerderd met een bedrag van | € 47,55;* |
* Dit is het maximumtarief vanaf 1 januari 2017. De maximumtarieven zijn tevens
afgerond op € 0,05 naar beneden.
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een
rijbewijs, danwel het maximale tarief | € 38,95.* |
1.3.2. | vervallen | nihil |
1.3.3 | Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt: | |
1.3.3.1 | bij een spoedlevering vermeerderd met het genoemde bedrag in
de geldende "regeling afdracht vergoeding afgifte
rijbewijzen"; | € 34,10** |
1.3.4 | voor het afgeven van een eigen verklaring ten behoeve van
het Centraal Bureau Rijbewijzen. Of het door CBR
vastgestelde tarief | € 32,80 |
* Dit is het maximumtarief voor 2017.
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
1.4.1 | Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van
de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking
verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de
basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. | |
1.4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
1.4.2.1 | tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking | € 10,25 |
1.4.3 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de
gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed
kwartier | € 22,00 |
1.4.4 | Voor het op verzoek doornemen van een persoonslijst geldt
hetzelfde tarief als bedoeld in artikel 1.4.2.1 | € 10,25 |
1.4.5 | Het tarief voor het verstrekken van informatie op basis van
selecties uit het Basisadministratie Personen bedraagt voor
ieder daaraan besteed kwartier: | € 22,00 |
1.4.6 | vervallen | nihil |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
1.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende
de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in
artikel D4 van de Kieswet | € 15,25 |
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
1.6.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in
artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: | |
1.6.1.1 | bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat
uit: | |
1.6.1.1.1 | ten hoogste 100 pagina’s, per pagina | € 0,23;* |
| met een maximum per bericht van | € 5,00;* |
1.6.1.1.2 | meer dan 100 pagina’s | € 22,50;* |
1.6.1.2 | bij verstrekking anders dan op papier | € 5,00* |
1.6.1.3 | dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van
de verwerking, moeilijk toegankelijke
gegevensverwerking | € 22,50* |
1.6.2 | Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen
1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen
worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. | |
1.6.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming
persoonsgegevens | € 4,50* |
* Dit is het maximumtarief.
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
1.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van: | |
1.7.1.1 | een afschrift van de gemeentelijke programmabegroting | € 48,90 |
| een afschrift van het gemeentelijke collegeprogramma | kosteloos |
1.7.1.2 | een afschrift van de gemeentelijk jaarverslag | € 50,00 |
1.7.1.3 | een afschrift van het burgerjaarverslag | kosteloos |
1.7.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
1.7.2.1 | tot het verstrekken van: | |
1.7.2.1.1 | een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per
pagina | € 0,25 |
1.7.2.1.2 | een afschrift van de stukken behorende bij een
raadsvergadering, per afschrift: | |
1.7.2.1.3. | Indien afgehaald op Stadskantoor | € 7,50; |
1.7.2.1.4 | Indien toegezonden | € 13,00 |
1.7.2.2 | tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar
op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen: | |
1.7.2.2.1 | Indien afgehaald op Stadskantoor | € 56,10 |
1.7.2.2.2 | Indien toegezonden | € 66,20 |
1.7.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van:: | |
1.7.3.1 | een exemplaar van het gemeenteblad per bladzijde | € 0,25 |
1.7.3.2 | met dien verstande dat per nummer geen hoger bedrag in
rekening wordt gebracht dan | € 88,40 |
1.7.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van: | |
1.7.4.1 | een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening | € 45,35 |
1.7.4.2 | een afschrift van de bouwverordening | € 89,30 |
1.7.4.3 | een afschrift van een bestemmingsplan | € 68,35 |
1.7.4.4. | een afschrift van een bestemmingsplan inclusief
tekeningen | € 88,20 |
1.7.4.5 | een afschrift van een belastingverordening | € 5,60 |
1.7.4.6 | een afschrift van een mandaatbesluit | € 24,95 |
1.7.4.7 | een afschrift van een delegatiebesluit | € 23,00 |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
1.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van: | |
1.8.1.1 | een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan,
voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij
de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of
stadsvernieuwingsplan: | |
1.8.1.1.1 | in formaat A4 of kleiner, per bladzijde | € 0,25 |
1.8.1.1.2 | in formaat A3, per bladzijde | € 1,85 |
1.8.1.2 | een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan,
voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij
de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of
stadsvernieuwingsplan, per dm² lichtdruk | € 14,85 |
| worden daarentegen kaarten, tekeningen, lichtdrukken of
kopieën verstrekt van een standaardbouwplan, dan bedraagt
het tarief | € 68,40 |
1.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of
uittreksel uit: | |
1.8.2.1. | de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste
lid, van de Monumentenwet 1988 | € 17,80 |
1.8.2.2 | het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in
artikel 20 van de Monumentenwet 1988 | € 9,00 |
1.8.2.3 | uit de kadastrale massale output, met betrekking tot inzage
in het kadastrale of het hypothekenregister dan wel het
verstrekken van een uittreksel van een kadastrale kaart | € 11,60 |
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
1.9.1 | tot het verstrekken van een verklaring omtrent het
gedrag | € 41,35* |
1.9.2 | tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn | € 10,25 |
1.9.3 | tot het legaliseren van een handtekening | € 10,25 |
1.9.4 | tot het afgeven van een bewijs van Nederlanderschap dat niet
bestemd is om als reisdocument te dienen, bedraagt | € 10,25 |
1.9.5 | voor elke niet elders in deze tabel opgenomen verklaring
omtrent een bepaald persoon, bedraagt | € 12,95 |
1.9.6 | voor het op verzoek verstrekken van gegevens inzake de
vervuiling van de bodem, waaronder mede begrepen wordt het
verstrekken van gegevens inzake de aan- of afwezigheid van
olietanks op een perceel, bedraagt | € 13,95 |
1.9.7 | voor een vergunning voor het aanbrengen van gevelornamenten,
inclusief welstands- advieskosten bedraagt | € 36,60 |
1.9.8 | tot het verkrijgen van een Attestatie de vita, afgegeven
door de ambtenaar van de burgerlijke stand | € 12,95 |
1,9,9 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
afgeven van een verklaring, dat het portret op een stuk, het
portret is van degene te wiens name het stuk is gesteld of
van degene die in het stuk wordt bedoeld, bedraagt | € 11,10 |
* Het maximumtarief vanaf 1 maart 2016 = 41,35 (tot 1 maart 2016: € 30,05).
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
1.10.1 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van
naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende
stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier | € 20,85 |
1.10.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van | |
1.10.3 | een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief
berustend stuk, per pagina | € 0,90 |
1.10.4 | een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend
stuk | € 16,75 |
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014
1.11 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag is: | |
1.11.1 | tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld
in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 | € 41,70 |
1.11.2 | Het tarief voor een verklaring omtrent de zuiverheid van
gebouwen, woning en huisraad bedraagt | € 41,70 |
1.11.3 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag inzake het
verkrijgen van een medische urgentie verbonden aan de
toewijzing van een woning op grond van de Regionale
Huisvestingsverordening BRU, bedraagt het tarief, het bedrag
van de hieraan verbonden medische keuring door de
gemeentelijke medische adviseur | € 165,95 |
1.11.4 | Het tarief voor het verrichten van een medisch onderzoek in
het kader van het verkrijgen een aanvullend advies omtrent
het zoekprofiel, voor een woning als bedoeld in de
Huisvestingsverordening BRU bedraagt: | € 165,95 |
1.11.5 | In die gevallen dat voor het in behandeling nemen van een
aanvraag inzake het verkrijgen van een medische urgentie
verbonden aan de toewijzing van een woning op grond van de
Regionale Huisvestingsverordening BRU, een huisbezoek moet
worden gebracht, worden de tarieven genoemd in 1.11.3 en
1.11.4 verhoogd met een bedrag van | vervallen |
1.11.6 | Indien een aanvraag voor een medische urgentie wordt
ingetrokken op het moment dat het verzoek om advies al door
de medische adviseur in procedure is genomen, zal hiervoor
het bedrag ad worden berekend, zijnde het bedrag dat
daarvoor door de medische adviseur bij de gemeente in
rekening wordt gebracht. Dit bedrag zal in mindering worden
gebracht op het betaalde bedrag voor de medische
keuring. | € 77,05 |
1.11.7 | Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op een
splitsing, samenvoeging of onttrekking in het kader van de
Huisvestingswet, bedraagt het tarief | €113,00 |
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
| Handelingen in het kader van de Leegstandswet | |
1.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
1.12.1 | tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur
van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste
lid, van de Leegstandwet | € 113,00 |
Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke verordening (APV)
1.13.1 | Het tarief, ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing
als bedoeld in de APV van de gemeente IJsselstein, voor
zover daarvoor niet in deze tabel onder de titels 1, 2 of 3
of in een andere wettelijke regeling een tarief is
opgenomen, bedraagt | € 50,15 |
1.13.2 | Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een standplaatsvergunning zoals bedoeld in artikel 5:18
van de APV, bedraagt | € 71,50 |
1.13.3 | Het overeenkomstig 1.13.2 geheven bedrag wordt vermeerderd
met per dag, berekend naar het aantal dagen waarvoor de in
1.13.2 bedoelde vergunning wordt verleend: | € 0,40 |
1.13.4 | Voor het waarmerken van een door de handelaar verplicht bij
te houden register op grond van artikel 2:67 van de APV
wordt geheven | € 17,80 |
1.13.5 | Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verlenen van een vergunning voor het inzamelen van
geld of goederen (collecte) zoals bedoeld in artikel 5:13
APV, bedraagt | € 88,10 |
1.13.6 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot
het doen van een aanwijzing zoals bedoeld in artikel 2 van
de afvalstoffenverordening bedraagt | € 88,10 |
1.13.7 | Het tarief, voor het in behandeling nemen van een
vergunningaanvraag voor het plaatsen van sandwichborden
overeenkomstig het gestelde in artikel 2:10A van de APV,
bedraagt | € 89,00 |
1.13.8 | Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een vergunning voor het in gebruik nemen van
gemeenteterrein op grond van artikel 2:10A APV,
bedraagt | € 89,00 |
1.13.9 | Wanneer sprake is van het plaatsen van meer dan één object,
wordt voor het tweede en elke volgend object het tarief van
1.13.7 verhoogd met | € 6,50 |
1.13.10 | Indien de vergunning voor langer dan één week wordt
verleend, wordt het tarief van 1.13.7 per 2 maanden verhoogd
met | € 12,95 |
1.13.11 | Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een vergunning inzake ontheffing van het verbod op
grond van artikel 5:34 van de APV (verbod stoken van vuur),
bedraagt | € 146,65 |
Hoofdstuk 14 Winkeltijdenwet
1.14 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
1.14.1 | oor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of
het Vrijstellingen- besluit Winkeltijdenwet | € 50,00 |
1.14.2 | voor het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.14.1
bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander | € 50,00 |
1.14.3 | voor het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.14.1
bedoelde ontheffing | € 50,00 |
Hoofdstuk 15 Kansspelen
1.15 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning
als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: | |
1.15.1 | voor een periode van twaalf maanden voor één
kansspelautomaat | € 56,50* |
1.15.2 | voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer
kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat | € 56,50* |
| en voor iedere volgende kansspelautomaat | € 34,00* |
1.15.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in
artikel 3 van de Wet op de kansspelen
(loterijvergunning) | €49,45 |
* Dit is het maximumtarief.
Hoofdstuk 16 Telecommunicatie/kabels & leidingen
1.16.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent
plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden
als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de
Telecommunicatiewet | € 88,95 |
1.16.2 | Indien de lengte van de kabel of leiding meer bedraagt dan
30 meter, wordt het bedrag in artikel 1.16.1 per 30 meter
verhoogd met | € 6,40 |
1.16.3 | Indien met betrekking tot een melding overleg moet
plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare
grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling van de
aanvraag aan de aanvrager wordt medegedeeld. | € 64,90 |
1.16.4 | Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de
status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van
de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding
aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting
die ter zake door het college van burgemeester en wethouders
is opgesteld. | Offerte basis |
1.16.5 | Indien een begroting als bedoeld in 1.16.4 is uitgebracht,
wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter
kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
1.16.6 | Het tarief, ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 2:11 APV
voor het leggen van kabels en leidingen, bedraagt | € 88,95 |
1.16.7 | Indien de lengte van de kabel of leiding meer bedraagt dan
30 meter, wordt het bedrag in artikel 1.16.6 per 30 meter
verhoogd met | € 6,40 |
1.16.8 | Indien met betrekking tot het in behandeling nemen van een
aanvraag als bedoeld in 1.15.6 coördinatie van gemeentewege
dient plaats te vinden, wordt het bedrag bedoeld in 1.16.6
verhoogd met per uur welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling van
de aanvraag aan de aanvrager wordt medegedeeld. | € 64,90 |
Hoofdstuk 17 Verkeer en vervoer
1.17 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
1.17.1 | tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel
87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
1990 | € 39,30 |
1.17.2 | tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel
9.1 van de Regeling voertuigen | € .39,30 |
1.17.3 | tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als
bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve
bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) | € 167,50 |
1.17.4 | het overeenkomstig in artikel 1.17.3 geheven bedrag te
verhogen met de kosten van het realiseren van de
gehandicaptenparkeerplaats | € 211,20 |
1.17.5 | Indien ingevolge artikel 2 Regeling Gehandicaptenkaart een
medische keuring is vereist voor het verkrijgen of verlengen
van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49
van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het
Wegverkeer (BABW), bedraagt het tarief | € .115,40 |
1.17.6 | Indien voor het verkrijgen, behouden, verlengen of
vernieuwen van een gehandicaptenkaart als bedoeld in artikel
49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het
Wegverkeer (BABW) een medische keuring, herkeuring of
anderszins een keuring vereist is, bedraagt het tarief | € .115,40 |
1.17.7 | Indien de medische keuring of herkeuring uitsluitend heeft
bestaan uit dossieronderzoek en de keuringsinstantie dit
verklaart, bedraagt het tarief: | € 56,00 |
1.17.8 | Indien op verzoek van de aanvrager een aanvullend medisch
advies wordt gevraagd bedraagt het tarief daarvoor: | € 56,00 |
1.17.9 | Indien er door de keuringsarts van de keuringsinstantie een
huisbezoek moet worden afgelegd bedraagt het tarief | € 177,25 |
1.17.10 | tot het verkrijgen van een eenmalige ontheffing, als bedoeld
in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen | € 157,40 |
1.17.11 | tot het verkrijgen van een ontheffing voor de duur van een
jaar, als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke
stoffen | € 235,00 |
1.17.12 | tot het verlengen van een ontheffing voor de duur van een
jaar, als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke
stoffen | € 118,00 |
1.17.13 | tot het verkrijgen van een bijzondere toestemming laden en lossen, als bedoeld in bijlage 1 van het ADR-verdrag | € 77,60 |
1.17.14 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van
een aanvraag: | |
1.17.15 | tot het verkrijgen van een verkeersbesluit op kenteken
conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het
realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats | € 158,40 |
1.17.16 | het overeenkomstig artikel 1.17.15 geheven bedrag wordt
verhoogd met de kosten van het realiseren van de
gehandicaptenparkeerplaats, indien de parkeerplaats wordt
aangelegd op een bestaande parkeerplaats | € 221,60 |
1.17.17 | het overeenkomstig artikel 1.17.15 geheven bedrag wordt
verhoogd met de kosten van het realiseren van de
gehandicaptenparkeerplaats, indien er sprake is van een
nieuw aan te leggen parkeerplaats | € 1.056,10 |
1.17.18 | het bedrag genoemd in 1.17.17 wordt verhoogd met 50% van het
bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van
de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde meerkosten,
blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien
een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de
dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is
gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke
advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de
begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf
verleend. | |
1.17.19 | tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats als
gevolg van een binnengemeentelijke verhuizing van
begunstige | € 158,40 |
1.17.1.1 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van
een aanvraag: | |
1.17.1.2 | tot het verkrijgen van een ontheffing blauwe zone | € 105,65 |
1.17.1.3 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een tweede aanvraag
op het zelfde adres, dan bedraagt het tarief | € 58,40 |
Hoofdstuk 18 Diversen
1.18.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van:: | |
1.18.1.1 | gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor
niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke
regeling een tarief is opgenomen, per pagina | € 4,40 |
1.18.2. | afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor
zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere
wettelijke regeling een tarief is opgenomen: | |
1.18.2.1 | per pagina op papier van A4-formaat | € 0,25 |
1.18.2.2 | per pagina op papier van een ander formaat | € 1,85 |
1.18.2.3 | Per pagina A4 in kleur | € 1,85 |
1.18.3 | kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend
bij de in subonderdelen 1.18.2.1 en 1.18.2.2 genoemde
stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in
een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per
kaart, tekening of lichtdruk | € 6,15 |
| vermeerderd met: | |
| voor elke dm² waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening
of lichtdruk de 10 dm² te boven gaat; | € 1,85 |
1.18.4 | een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders
in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een
tarief is opgenomen | € 20,25 |
1.18.5 | stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager
moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in
deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief
is opgenomen, per pagina | € 5,35 |
1.18.6 | indien op verzoek van de aanvrager toezending per post of
thuisbezorging van de in deze tabel genoemde bescheiden
plaatsvindt, worden de in deze tabel genoemde tarieven, voor
zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere
wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per toezending
verhoogd met een bedrag van | € 3,05 |
1.18.7 | indien het onder 1.18.2 bedoelde geval, de aard van de toe
te zenden bescheiden hiertoe noodzaakt, vindt aangetekende
toezending plaats en worden de hiervoor in deze tabel
genoemde tarieven, voor zover daarvoor niet elders in deze
tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is
opgenomen, per toezending verhoogd met een bedrag van | € 8,40 |
1.18.8 | tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde
vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere
beschikking | € 113,00 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/
omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
2.1.1.1 | aanlegkosten: |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve
voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische
installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren
werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de
aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de
werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder
aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken
of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
2.1.1.2 | bouwkosten: |
| |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve
voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische
installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren
werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten
die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve
van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken,
exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of
gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze
titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde
in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het
tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag
betrekking heeft; |
2.1.1.3 | Vooroverleg: |
| Een eenmalig overleg waarbij aan de hand van relevante
tekeningen van de bestaande- en beoogde situatie een advies
wordt gegeven over een in te dienen aanvraag. (Dit geldt ook
voor het beoordelen van schetsplannen en principe
aanvragen) |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld. |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
| Vooroverleg | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
2.2.1 | tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen
van een indicatie of een voorgenomen project in het kader
van de Wabo vergunbaar is naast genoemd bedrag per uur, welk
bedrag voorafgaand aan het vooroverleg aan de aanvrager
wordt medegedeeld | € 87,95 |
2.2.2 | tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een
omgevingsvergunning: | 50,00% |
| Naast genoemd percentages van de leges zoals deze bij een
daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het
project zouden worden vastgesteld. |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor
een project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit het
project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag
betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra
toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden
uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het
bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit,
handeling of andere grondslag een legesbedrag worden
gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de
Wabo, bedraagt het tarief, naast genoemd percentage van de
bouwkosten: | 2,65% |
| met een minimum van | € 113,00 |
| | |
2.3.1.2 | Welstandstoets | |
2.3.1.2.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor
een omgevingsvergunning is aangevraagd en toetsing aan
welstandscriteria van de welstandsnota moet plaatsvinden
wordt: | |
| Indien hierover het advies van de Welstandscommissie moet
worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel
2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met naast genoemd
percentage | 0,55% |
| van de bouwkosten met een minimumbedrag van: | € 84,70 |
| Extra welstandstoets | |
2.3.1.2.2 | Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt
het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat
subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het
bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk
is: | € 83,60 |
| | |
2.3.1.3 | Verplicht advies agrarische commissie | |
2.3.1.3.1 | Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt
het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de
in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de
Stichting agrarische commissie nodig is en wordt
beoordeeld: | € 608,00 |
2.3.1.3.2 | Indien het advies nieuwe vestigingen of
bedrijfsverplaatsingen betreft, wordt het bedrag bij
subonderdeel 2.3.1.3 verhoogd met: . | € 135,05 |
| | |
2.3.1.4 | Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4.1 | Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt
het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag
wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de
bouwactiviteit, van de op grond van dat onderdeel
verschuldigde leges: | 25% |
| Aanvraag hogere waarde geluidshinder | |
2.3.1.5 | Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag
hogere waarden geluidhinder ingevolge artikel 83 Wet
geluidhinder, bedraagt | € 307,70 |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Op donderdag 26 januari is er een extra Raadvergadering
ingepland. De agenda en de stukken van deze vergadering
vindt u vanaf donderdag 19 januari op de website. | 2,65% |
| van de aanlegkosten, met een minimum van: | € 113,00 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is
van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het
tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het
bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien
tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde
activiteiten: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast, danwel ontheffing wordt verleend o
pbasis van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke 0rdening
(binnenplanse afwijking): | € 395,65 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast , dan wel ontheffing wordt verleend op
basis van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening
(buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke
afwijking): | € 514,35 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast, dan wel een Projectbesluitprocedure
wordt doorlopen krachtens artikel 3.10 van de Wet
ruimtelijke ordening (buitenplanse afwijking): | |
| In de vorm van een projectbesluit, (krachtens artikel 3.10
van de Wet ruimtelijke ordening | €1.758,40 |
| In de vorm van een bestemmingsplanherziening (krachtens
artikel 3.1. van de Wet ruimtelijke ordening) | €1.977,60 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking, krachtens artikel 3.22 van de Wet
ruimtelijke ordening) | € 513,60 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan krachtens artikel
6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening)): | € 395,70 |
| van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag; | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | 1,5% |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, krachtens
artikel 3.7 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening)): | € 382,15 |
2.3.3.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang of
provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met
de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3,
derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12,
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking
van nationale of provinciale regelgeving) het bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om
een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | Offerte basis |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is
van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het
tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen
van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die
onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast, dan wel ontheffing wordt verleend op
basis van artikel 3.6, eerste lid, sub c van de Wet
ruimtelijke ordening (binnenplanse afwijking): | € 435,20 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast, dan wel ontheffing wordt verleend op
basis van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening
(buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke
afwijking): | €540,65 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | |
| indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast danwel een Projectbesluitprocedure
wordt doorlopen krachtens artikel 3.10 van de Wet
ruimtelijke ordening | € 1.813,15 |
| in de vorm van een bestemmingsplanherziening (krachtens
artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 2.043,95 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking, krachtens artikel 3.22 van de Wet
ruimtelijke ordening) | € 540,65 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan, krachtens artikel
6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening): | € 430,10 |
2.3.4.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit krachtens
artikel 3.7 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening):): | € 430,10 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 366,50 |
2.3.4.8 | indien de aanvraag een project van nationaal of provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die
zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de
Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder
c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of
provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | Offerte basis |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, wordt het hiernaast genoemde
bedrag | € 187,15 |
2.3.5.2 | vermeerderd met een bedrag voor een inrichting met een
vloeroppervlak binnen de constructie van de gebouwfunctie
van: | |
| 0 tot en met 100 m2 | € 361,10 |
| 101 tot en met 250 m2 | € 541,15 |
| 251 tot en met 750 m2 | € 721,95 |
| 751 tot en met 1.500 m2 | € 1.083,00 |
| 1.501 tot en met 2.500 m2 | € 1.623,80. |
| 2.501 tot en met 5.000 m2 | € 2.346,50 |
| 5.001 tot en met 10.000 m2 | € 3.247,95 |
| 10.001 m2 en meer | € 4.332,10 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met
betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit
als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo
met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of
de gemeentelijke Monumentenverordening aangewezen monument
een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
naast het in 2.3.1.1 genoemd bedrag | € 56,40 |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument
als bedoeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening
wordt het bedrag uit 2.3.6.1 verhoogd met een percentage van
de bouwkosten: : | 0,55% |
2.3.6.1.2 | Archeologievergunning | |
| Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een archeologievergunning in het kader van de
Gemeentelijke monumentenvergunning bedraagt | € 113,00 |
| | |
2.3.7 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een
beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het
natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor
de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid,
van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief, naast
het in 2.3.1.1 genoemde bedrag | € 113,00 |
2.3.7.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van
projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats
en soorten in een door de minister van Economische Zaken
aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid,
van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief, naast
het in 2.3.1.1 genoemde bedrag | € 111,35 |
| | |
2.3.8 | Handelingen in het kader van de Flora- en
faunawet | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling
waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora-
en faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief naast
het in 2.3.1.1 genoemde bedrag | € 112,85 |
| | |
2.3.9 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van
een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of
handeling: | |
2.3.9.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief | € 112,85 |
2.3.9.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief | € 112,85 |
2.3.9.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag
dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende
vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit
zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de
activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 112,85 |
2.3.9.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen
van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in
de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de
aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken. | Offerte basis |
| | |
2.3.10 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt,
als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | |
2.3.10.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het
verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste
fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de
aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.10.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het
verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede
fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de
aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, vermeerderd
met een percentage van de , volgens dit hoofdstuk te betalen
leges voor de gehele activiteit (deelactiviteiten van fase 1
en 2 tezamen).. | 25% |
2.3.10.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verkrijgen van een gewijzigde omgevingsvergunning
eerste fase: het bedrag naar het tarief en berekend op de
wijze als in 2.3.11.1 bepaald en verminderd met de voor de
primaire omgevingsvergunning eerste fase berekende leges.
Met dien verstande dat in elk geval naast genoemd bedrag
verschuldigd is en dat geen restitutie van de voor de
primaire omgevingsvergunning eerste fase betaalde leges
plaatsvindt. | € 112,85 |
| | |
2.3.11 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk
voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een
bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.11.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 112,85 |
2.3.11.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 192,65 |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een
beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het
natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor
de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid,
van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief,
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten: | € 0,00 |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van
projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats
en soorten in een door de minister van Economische Zaken
aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid,
van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief,
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten: | € 0,00 |
| | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en
faunawet | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling
waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora-
en faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief,
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten: | € 112,85 |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van
een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of
handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief,
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen
bedoelde activiteiten: | € 112,85 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de
andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is
van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag
dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende
vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit
zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de
activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 112,85 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen
van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in
de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de
aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken. | |
| | |
2.15.17 | Advies | |
2.3.15.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere
instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het
ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen
van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand
aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het
verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | Offerte basis |
2.3.15.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.15.1 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.16 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of
algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een
verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de
omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in
artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.16.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven: | € 214,30 |
2.3.16.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen
van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde
kosten, blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | Offerte basis |
2.3.16.2 | Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel
2.3.13.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting
aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag
voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning binnen één
jaar is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of
beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk
2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, wordt
naast genoemd percentage | 70% |
| van de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de
conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de
leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de
omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | |
| | |
2.4.2 | Korting bij integrale indiening | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op meer dan één activiteit, worden leges met naast
genoemd percentage verminderd. Dit met uitzondering van het
legesdeel voor de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4,
2.3.8, 2.3.9, 2.3.10.2.2 en 2.3.13 . | 25% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges, met
uitzondering van de leges voor die activiteit met de hoogste
legeskosten. Voor de activiteit met de hoogste legeskosten
wordt naast genoemd percentage in rekening gebracht | 100% |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
| | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1,
2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in
behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak
op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf
bedraagt: | 50% |
| | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-,
aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen
2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de
vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen
twee jaren na verlening van de vergunning en van de
vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt
naast het genoemde percentage | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat
geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2,
2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van
een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | 25% |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede
verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de
vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
2.5.4 | Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen
2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10,
2.3.12 of 2.3.13 wordt geen teruggaaf verleend. | |
2.5.5 | Er vindt geen legesteruggaaf plaats als gevolg van het lager
zijn van de daadwerkelijke bouw- en aanlegkosten, dan
waarvan bij de indiening van de aanvraag is uitgegaan. | |
2.5.6 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning
zoals bedoeld in hoofdstuk 3 of een verzoek tot beoordeling
van een conceptaanvraag zoals bedoeld in hoofdstuk 2 buiten
behandeling wordt gelaten in verband met niet-voldoen aan de
indieningvereisten zoals vermeld in het Besluit
omgevingsrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van naast
genoemd percentage van de geheven leges. | 50% |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
| | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid,
onder b, van de Wabo, | € 113,00 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging
project
2.7.1 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van
een activiteit in afwijking van een eerder ingediend plan,
waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog
geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke
vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat
verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld
in de onderdelen uit deze titel met dien verstande dat zij
niet minder dan naast genoemd bedrag zullen bedragen | € 113,00 |
| Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking
zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een
nieuw plan sprake is. | |
2.7.2 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende
omgevingsvergunning bedraagt | € 56,35 |
Hoofdstuk 8 Overige bestemmingswijzigingen
| | |
2.8.1 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1
wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk
ten aanzien waarvan: | |
2.8.1.1 | artikel 3.5 lid 3 van de Wabo wordt toegepast, verhoogd
met | € 395,70 |
2.8.2 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in
artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke
ordening, bedraagt | € 725,45 |
| | |
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
2.9.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet
benoemde beschikking: | € 113,00 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet
vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
3.1.1 | een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond
van artikel 3 van de Drank- en Horecawet | € 566,35 |
3.1.2 | een aanvraag tot een wijziging van een reeds ingevolge
artikel 3, van de Drank- en Horecawet verleende vergunning
is | € 315,65 |
| een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als
bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet is | € 55,05 |
3.1.3 | een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het
exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in
[artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening] | € 179,75 |
3.1.4 | Het tarief genoemd in artikel 3.1.3 wordt, indien de
exploitatievergunning ook geldt voor een bij het
horecabedrijf behorend terras, verhoogd met | € 145,20 |
3.1.5 | een aanvraag voor het verkrijgen van een wijziging van de
exploitatievergunning in verband met de exploitatie van een
niet eerder in de exploitatievergunning opgenomen terras,
is | € 145,20 |
3.1.6 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een ontheffing sluitingstijd zoals bedoeld in artikel
2:29 APV is | € 89,70 |
3.1.7 | Het aanpassen van een ingevolge artikel 3 van de Drank en
horeca wet verkregen vergunning met betrekking tot een
melding van een bijschrijving of doorhaling van een
leidinggevende, ingevolge artikel 30a van de drank en
horecawet, per leidinggevende: | € 54,60 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
3.2.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor de verkrijging van een evenementenvergunning op grond
van artikel 2:25 APV is, indien het gaat om: | |
3.2.1.1 | een straatfeest, straat barbecue, buurtfeest, buur barbecue
danwel feest | € 50,10 |
3.2.1.2 | een kleinschalig evenement | € 71,50 |
3.2.1.3. | een grootschalig ééndaags evenement | € 472,00 |
3.2.1.4 | een grootschalig meerdaags evenement | € 595,95 |
3.2.2 | Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag
om ontheffing van artikel 4:6 van de APV (overige
geluidshinder), is | € 71,50 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
3.3.1 | Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren
van een seksinrichting of een escortbedrijf als bedoeld in
artikel 3:4 van de APV, is | € 816,45 |
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
3.4.1 | TIJDELIJKE INRICHTING | |
| De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van vergunning voor het in
gebruik hebben van een tijdelijke inrichting, als bedoeld in
artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening: | € 162,55 |
3.4.1.1 | Voor specifieke bij name genoemde grote evenementen welke voldoen aan de criteria vastgesteld door het college
van Burgemeester en Wethouders, wordt voorafgaand aan het in
behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager een
kostenopgaaf gedaan; indien de kostenopgaaf is gedaan, wordt
de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na
de dag waarop de kostenopgaaf aan de aanvrager is ter kennis
is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |
3.4.2 | BOUWWERK OF NIET TIJDELIJKE INRICHTING | |
| De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld
onder 9A.1, voor het in gebruik hebben of houden van een
bouwwerk of een inrichting, bedoeld in lid 1a, b, c en de
van art. 6.1.1 van de Bouwverordening en van art. 2.1.1 van
de Brandveiligingsverordening; | |
3.4.2.1 | Gebouwen met een woonfunctie | € 812,75 |
3.4.2.2 | Gebouwen met een logiesfunctie | € 812,75 |
3.4.2.3 | Gebouwen met een onderwijsfunctie | € 812,75 |
3.4.2.4 | Gezondheidszorg-gebouwen | |
3.4.2.4.1 | Gezondheidsdiensten | € 812,75 |
3.4.2.5 | Bedrijfsgebouwen | |
3.4.2.5.1 3.4.2.5.2. 3.4.2.5.3. | Kantoren Fabrieken Loods, veem, opslagplaats | € 1.219,75 € 1.219,75 € 650,25 |
3.4.2.6 | Gebouwen voor wegverkeer | € 812,75 |
3.4.2.7 | Gebouwen met een publieksfunctie | |
3.4.2.7.1 3.4.2.7.2 3.4.2.7.3 3.4.2.7.4 3.4.2.7.5 3.4.2.7.6. 3.4.2.7.7 3.4.2.7.8 3.4.2.7.9 3.4.2.7.10 3.4.2.7.11 | Theater, schouwburg, bioscoop, aula Museum, bibliotheek Buurthuis, ontmoetingscentrum, wijkcentrum Kerkgebouw, gebedshuis Tentoonstellingsgebouwen Café’s, discotheek, restaurant Gymzaal, studio (bijvoorbeeld ballet) Sporthal, stadion Zwembad Winkelgebouw vervallen | € 1.301,50 € 650,25 € 650,25 € 650,25 € 812,75 € 812,75 € 650,25 € 812,75 € 650,25 € 812,75 |
3.4.2.7.12 | Tijdelijke bouwsels | € 406,95 |
3.4.2.7.13 | Markt | € 650,25 |
| Niet-bebouwde opslagterreinen voor gevaarlijke stoffen | |
3.4.2.8 | Indien en voor zover de gevraagde vergunning betrekking
heeft op het in gebruik hebben of houden van niet-bebouwde
voor bedrijfsdoeleinden bestemde terreinen bij bouwwerken,
waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2 van de
Bouwverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen,
bedragen de leges voor het in behandeling nemen van een
aanvraag voor het verlenen hiervan | € 406,95 |
| INTREKKEN VAN DE AANVRAAG | |
3.4.3 | Indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.5.1en 3.5.2
wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen
wordt op verzoek teruggaaf van 40% van de geheven leges
verleend. | |
3.4.4 | WIJZIGEN VAN DE VERGUNNING | |
3.4.4.1 | Overschrijving op een andere naam De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag, van
degene op wiens naam de vergunning is gesteld of op aanvraag
zijn rechtverkrijgende, om overschrijving op naam van een
ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld
voorzover er geen wijzigingen zijn opgetreden in het gebruik
van het bouwwerk of de inrichting of het bouwwerk of de
inrichting zelf niet gewijzigd is bedraagt | € 162,55 |
3.4.4.2 | De leges voor een aanvraag tot wijziging van een vergunning
als bedoeld in onderdeel 3.5.1 en 3.5.2 bedraagt, indien het
betreft: a. gewijzigd gebruik van een gedeelte van het bouwwerk of de
inrichting 50% van het legestarief vermeld in onderdeel
3.5.1 en 3.5.2; b. gewijzigd gebruik van het gehele bouwwerk of inrichting
50% van het legestarief vermeld in onderdeel 3.5.1 en
3.5.2; c. uitbreiding van het bouwwerk of de inrichting het leges
tarief vermeld in onderdeel 3.5.1 en 3.5.2, met dien
verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de
uitbreiding. | |
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere
beschikking
3.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag | |
3.5.1 | tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde
vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere
beschikking | € 113,00 |
3.5.2 | Indien de tijdsbesteding meer bedraagt dan 30 minuten, wordt
het overeenkomstig 3.6.1 berekende bedrag verhoogd met €
20,00 per ieder daaraan besteed kwartier boven de 30 minuten
met een maximum van € 278,75. | |
Behorende bij raadsbesluit van 15 december 2016
De griffier van gemeente IJsselstein A.J.O. van Kooij,