Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening lijkbezorgingsrechten 2017 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening lijkbezorgingsrechten 2016. De Verordening lijkbezorgingsrechten 2016 van 5 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2017 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 09-11-2016 Stadsnieuws 2016, nr. 46, 20 november 2016 | RB16.0055 |
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van de tarieventabel zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,-
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of gedagtekende schriftelijke kennisgeving, of als het aanslagbiljet of de kennisgeving één aanslag bevat, en:
en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen op verzoek kunnen worden betaald in vijf gelijke termijnen binnen vijf jaar. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van de aanslag is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één jaar later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
1.1 het begraven van het stoffelijk
overschot in een algemeen graf per begraving € 990,55
1.2 het begraven van een stoffelijk
overschot in alle andere graven per begraving:
1.2.1 het begraven van een persoon van 3 jaar en ouder € 990,55
1.2.2 voor een persoon jonger dan 3 jaar € 469,65
1.2.3 het begraven met houten bekisting op
islamitische wijze op afdeling I-Noordoost € 1.232,85
1.3 voor het begraven van een stoffelijk overschot
op zaterdag en op werkdagen na 15.00 uur wordt per
begraving een extra bedrag geheven van € 160,15
Hoofdstuk 2 Uitgifte en verlengingsrechten van graven
2.1 het verlenen van het uitsluitend recht
tot het doen begraven en begraven houden in een
eigen graf voor een periode van 10 jaar:
2.1.1 voor graven in het oude gedeelte van de
begraafplaats, per verlening € 1.231,80
2.1.2 voor graven in het plantsoengedeelte
2.1.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlening € 1.419,60
2.2.het verlenen van het uitsluitend recht
2.2. tot het doen begraven en begraven houden in een
2.2. eigen graf voor een periode van 15 jaar:
2.2.1 voor graven in het oude gedeelte van de
begraafplaats, per verlening € 1.847,70
2.2.2 voor graven in het plantsoengedeelte
2.2.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlening € 2.129,45
2.3 het verlenen van het uitsluitend recht
2. tot het doen begraven en begraven houden in een
2. eigen graf voor een periode van 20 jaar:
2.3.1 voor graven in het oude gedeelte van de € 2.433,45
2.3.2 voor graven in het plantsoengedeelte € 3.450,20
2.3.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlening € 2.839,20
2.4 het verlenen van het uitsluitend recht
2. tot het doen begraven en begraven houden in een
2. eigen graf voor een periode van 25 jaar:
2.4.1 voor graven in het oude gedeelte van de € 3.079,50
2.4.2 voor graven in het plantsoengedeelte € 4.363,00
2.4.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlening € 3.549,10
2.5 het verlenen van het uitsluitend recht
2. tot het doen begraven en begraven houden in een
2. eigen graf voor een periode van 30 jaar:
2.5.1 voor graven in het oude gedeelte van de begraafplaats, € 3.695,45
2.5.2 voor graven in het plantsoengedeelte € 5.235,50
2.5.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlening € 4.285,58
2.6 elke verlenging van het tijdvak als
2. genoemd onder hoofdstuk 2.1 t/m 2.5 voor een periode
2.6.1 voor graven op het oude gedeelte van de
begraafplaats, per verlenging € 614,30
2.6.2 voor graven in het plantsoengedeelte per verlenging € 872,55
2.6.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlenging € 709,85
2.7 elke verlenging van het tijdvak als
2. genoemd onder hoofdstuk 2.1 t/m 2.5 voor een periode
2.7.1 voor graven op het oude gedeelte van de
begraafplaats, per verlenging € 1.228,60
2.7.2 voor graven in het plantsoengedeelte per verlenging € 1.745,10
2.7.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlenging € 1.419,65
2.8 elke verlenging van het tijdvak als
2. genoemd onder hoofdstuk 2.1 t/m 2.5 voor een periode
2.8.1 voor graven op het oude gedeelte van de
begraafplaats, per verlenging € 1.842,90
2.8.2 voor graven in het plantsoengedeelte per verlenging € 2.617,70
2.8.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlenging € 2.129,50
9 elke verlenging van het tijdvak als
genoemd onder hoofdstuk 2.1 t/m 2.5 voor een periode
2.9.1 voor graven op het oude gedeelte van de € 2.457,20
2.9.2 voor graven in het plantsoengedeelte per verlenging € 3.490,25
2.9.3 voor graven op afdeling I-Noordoost, per verlenging € 2.839,30
2.10 het door de gemeente uit te voeren onderhoud:
2.10.1 voor de eerste periode van 5 jaar € 420,15
2.10.2 voor elke opvolgende vijfjaarlijkse periode per 5 jaar € 420,15
2.10.3 het verlenen van het recht tot het
2.10.4 een gedenkteken, per verlening € 253,00
2.10.5 een naamsteen, per verlening € 51,65
2.10.6 een grafkelder, per verlening € 1.489,00
2.11 het verplicht verlengen van het uitsluitend recht
tot het doen begraven en begraven ingevolge artikel 8 lid 3
en 4 van de Beheerverordening Algemene Begraafplaats
Den Helder 2014 voor elk ontbrekend jaar:
Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen.
3.1 het plaatsen van een asbus of een urn € 110,85
3.2 het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en
bijgezet houden van asbussen in de urnenmuur of een
urnengraf voor een periode van 10 jaar € 1.227,50
3.3 elke verlenging van het tijdvak als genoemd in hoofdstuk 3.2 voor een periode van 5 jaar per verlenging € 613,75
3.4 voor het bijzetten van een asbus zaterdag en
op werkdagen na 15.00 uur wordt per
bijzetting een extra bedrag geheven van € 160,15
Hoofdstuk 4 Lichten en verstrooien.
4.1 het lichten van een lijk van een persoon van 3 jaar en ouder
4.2 het lichten van een lijk van een persoon jonger dan 3 jaar
4.3 het na lichting weer begraven van een lijk
zijn de tarieven als genoemd in hoofdstuk 1
onder 1 en 2 van overeenkomstige toepassing
4.4 het lichten van een asbus, per lichting € 100,30
4.5 het verstrooien van as, per asbus € 100,30
4.6 voor het lichten / verstrooien op- zaterdag
en op werkdagen na 15.00 uur wordt per
lichting /verstrooiing een extra bedrag geheven van € 160,15