Paragraaf 1. Voorbereidingen
Artikel 7 vergaderfrequentie
- 1.
De raadscommissie vergadert op basis van een
afzonderlijk vast te stellen vergaderschema, in de
regel, een keer per 4 weken. De vergadering van de
raadscommissie vangt in beginsel aan om 20.00 uur en
vinden plaats in het gemeentehuis.
- 2.
De raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter
het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties
schriftelijk met opgaaf van redenen daarom
verzoeken.
- 3.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag
of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats
aanwijzen. Hij voert hierover overleg met leden van de
commissie en de griffier.
Artikel 8. Oproep en voorlopige agenda
- 1.
De commissievoorzitter zendt uiterlijk tien
dagen voor een vergadering de commissieleden een
schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met
de daarbij behorende stukken, met uitzondering van
de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de
Gemeentewet bedoelde stukken.
- 2.
Als een aanvullende agenda als bedoeld in
artikel 8, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt
deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van
de vergadering aan de leden gezonden.
Artikel 9. Aanvullende agenda; vaststellen
agenda
- 1.
In spoedeisende gevallen kan de
commissievoorzitter na het verzenden van een
schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige
agenda opstellen. De daarbij behorende stukken
worden openbaar gemaakt.
- 2.
Als omtrent de inhoud van stukken op grond van
artikel 86, eerste en tweede lid, van de
Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven
deze stukken in afwijking van het eerste lid onder
berusting van de griffier en verleent deze de
commissieleden op verzoek inzage.
- 3.
Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering
door de raadscommissie vastgesteld.
Artikel 10. Ter inzage leggen van
stukken
- 1.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen
of voorstellen op een voorlopige agenda dienen,
worden gelijktijdig met het verzenden van de
schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter
inzage gelegd. Als na het verzenden van de
schriftelijke oproep stukken ter inzage worden
gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de
leden van de raadscommissie en zo mogelijk door
middel van openbare kennisgeving.
- 2.
Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op
de website van de gemeente geplaatst.
- 3.
Als omtrent stukken op grond van artikel 86,
eerste en tweede lid, van de Gemeentewet
geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in
afwijking van het eerste en tweede lid onder
berusting van de griffier en verleent deze de
commissieleden op verzoek inzage.
Artikel 11. Openbare kennisgeving
De commissievergaderingen worden ten openbare kennis
gebracht door aankondiging op de gemeentelijke
informatiepagina in het Kompas.
Paragraaf 2. Ter vergadering
Artikel 12. Presentielijst
- 1.
De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van
presentielijsten van vergaderingen.
- 2.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen
commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke
vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter
en de commissiegriffier door ondertekening
vastgesteld.
Artikel 13. Opening vergadering en quorum
- 1.
Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de
presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting
hebbende commissieleden tegenwoordig is.
- 2.
Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan
worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw
een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste
vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is
gelegen.
- 3.
Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het
eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan
echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de
ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was
belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de
presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting
hebbende commissieleden tegenwoordig is.
Artikel 14. Besluitenlijst
- 1.
Een commissiegriffier draagt zorg voor de
besluitenlijsten van vergaderingen.
- 2.
De besluitenlijst bevat in ieder geval:
- a.
de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de
commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de
commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van
de overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een aantekening van welke commissieleden afwezig
waren;
- c.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn
geweest;
- d.
bij het desbetreffende agendapunt de naam en de
hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van
het bepaalde in artikel 16 door de raadscommissie is
toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
- 3.
De besluitenlijst wordt gelijktijdig met de verzending
aan de commissieleden verzonden aan de overige personen
die het woord hebben gevoerd in de vergadering waarop
het betrekking heeft.
- 4.
De leden, de voorzitter, de burgemeester en de
wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging
van de concept- besluitenlijst aan de raadscommissie te
doen, indien de concept-besluitenlijst onjuistheden
bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of
besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de
vaststelling van de concept besluitenlijst bij de
commissiegriffier te worden ingediend.
- 5.
Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de
commissievoorzitter en commissiegriffier.
- 6.
Als de besluitenlijsten elektronisch beschikbaar zijn,
worden ze op de website van de gemeente geplaatst.
Artikel 15
- 1.
Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt
in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie
anders beslist.
- 2.
Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter
afgesloten.
- 3.
Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan
éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of
voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over
hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd,
wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van
orde.
Artikel 16 Deelname aan de beraadslaging door
anderen
Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen
mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 17. Spreekrecht
- 1.
Burgers kunnen in een vergadering gezamenlijk gedurende
maximaal dertig minuten het woord voeren over
geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen. Elke
spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De
voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de
sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De
voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken
van de maximale lengte van de spreektijd.
- 2.
Het woord kan niet worden gevoerd over benoemingen,
keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen of
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene Wet
bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
- 3.
Indien een burger het woord wenst te voeren over een
onderwerp dat niet geagendeerd staat zal het woord
gevoerd worden bij het agendapunt spreekrecht;
- 4.
Indien een burger het woord wenst te voeren over een
geagendeerd onderwerp zal het woord worden gevoerd bij
aanvang van het betreffende agendapunt.
- 5.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt
dit tenminste 24 uur voor aanvang van de vergadering aan
de griffier onder vermelding van zijn naam, adres en
telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord
gevoerd wenst te worden.
- 6.
. De spreker voert het woord, nadat de
commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De
commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering
toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag
te stellen. Insprekers krijgen dan ook de mogelijkheid
nog te reageren na de eerste termijn. Er vindt echter
geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers
van de vergadering.
- 7.
De commissievoorzitter of een commissielid doet een
voorstel voor de behandeling van de inbreng van de
burger.
Artikel 18. Voorstellen van orde
Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een
voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De
raadscommissie beslist hier terstond over.
Artikel 19. Handhaving orde en schorsing
- 1.
De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving
van de orde in de vergadering.
- 2.
Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een
commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang
van zaken belemmert, het verdere verblijf in de
vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet
beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het
commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet
de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor
ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden
ontzegd.
- 3.
Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor
een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de
heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de
vergadering sluiten.
- 4.
Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in
beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten,
afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere
sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins
de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg
geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over
het aanhangige onderwerp.
Paragraaf 3. Besloten vergaderingen
Artikel 20. Toepassing verordening op besloten
vergaderingen
Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder
meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig
verzenden van stukken, het vergaderquorum en voorstellen van
orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van
toepassing, voor zover de toepassing van die bepalingen strijdig
is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er
bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar
gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die
betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde
zal een raadscommissie moeten besluiten of geheimhouding als
bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd dan wel
opgeheven.
Artikel 21. Verslag besloten vergadering
Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is
artikel 23 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor
dat van een besloten vergadering een afzonderlijk
verslag/besluitenlijst wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt
gemaakt tenzij de raad en in casu dus een raadscommissie anders
beslist.
Artikel 22. Opheffing geheimhouding
De raad kan de geheimhouding die een raadscommissie aan de raad
oplegt, opheffen. Wel bestaat er een overlegverplichting,
waarmee recht wordt gedaan aan het principe van hoor en
wederhoor.
Paragraaf 4. Toehoorders en pers
Artikel 23. Toehoorders en pers
Artikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelen dat
de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan
doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging
kan ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke
bepaling in de Gemeentewet, het derde lid van dit artikel
voorziet hierin.
Artikel 24. Geluid- en beeldregistraties
Aangezien de vergaderingen van een raadscommissie in principe
openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en
beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het
een besloten vergadering betreft.