Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oost Gelre

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Oost Gelre

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOost Gelre
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Oost Gelre
CiteertitelVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Oost Gelre
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201711-07-2019Onbekend

20-12-2016

www.officielebekendmaking.nl

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Oost Gelre

De raad van de gemeente Oost Gelre:

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 213a Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen: Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Oost Gelre

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt.

  • b.

    Doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

Artikel 2. Onderzoeksfrequentie

Het college onderzoekt jaarlijks:

  • 1.

    de doelmatigheid van tenminste één (onderdeel van een) organisatie-eenheid of taakveld van de gemeente;

  • 2.

    de doeltreffendheid van tenminste één (onderdeel van een) programma of paragraaf uit de programmabegroting.

Artikel 3. Integraal onderzoeksplan

  • 1.

    Het college maakt ieder jaar een (voortschrijdend) meerjarig Integraal Onderzoeksplan, als onderdeel van de paragraaf Bedrijfsvoering van de Programmabegroting.

  • 2.

    Het onderzoeksplan geeft aan welke onderzoeken het college gaat uitvoeren.

  • 3.

    In het onderzoeksplan wordt globaal aangegeven:

    • a.

      het object van onderzoek;

    • b.

      de reikwijdte van het onderzoek;

    • c.

      de onderzoeksmethode;

    • d.

      doorlooptijd van het onderzoek;

    • e.

      de wijze van uitvoering.

Artikel 4. Voortgang onderzoeken

Het college rapporteert in de paragraaf Bedrijfsvoering van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid.

Artikel 5. Rapportage en gevolgtrekking

  • 1.

    De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2.

    Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. De rapportage en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Oost Gelre”.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad 20 december 2016,

de raadsgriffier,

J.Vinke

de voorzitter,

A.H. Bronsvoort

Bijlage Toelichting op de artikelen

Artikel 213a Gemeente verplicht het college onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur te verrichten en hiervan verslag uit te brengen. Dit is van belang voor de algemene oordeelsvorming over het gevoerde beleid. De rol van de raad bij deze onderzoeken is een kaderstellende. De raad bepaalt de regels in deze verordening, waaraan het college op hoofdlijnen moet voldoen. De raad stelt ook vast hoe hij bij de onderzoeken betrokken wordt en daarover geïnformeerd wordt. Met de instelling van de onderzoeken wordt beoogd de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en daardoor doelmatiger en doeltreffender te werken en publieke verantwoording te versterken

De kaders welke de raad heeft gesteld hebben invloed op de mate waarin een doelmatig en doeltreffend bestuur mogelijk is. Het door de raad geformuleerde beleid zal daarom wanneer relevant, kunnen worden betrokken in de onderzoeken.

De onderzoeken kunnen verschillende onderwerpen en vormen hebben. Te denken valt aan het meten van de effecten van begrotingsprogramma's aan de hand van tevoren bepaalde indicatoren. Dat kunnen meetbare en telbare prestaties zijn. Daarnaast kan worden gedacht aan meningspeilingen en andere 'zachtere' meetmethoden. Naast de vraag óf de doelstellingen zijn gehaald, kan worden onderzocht of dat gebeurt is met een zo efficiënt mogelijk gebruik van middelen. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van benchmarking.

Een andere activiteit die in het kader van dit artikel moet plaatsvinden, is het doorlichten van de beheersprocessen, zoals de doelmatigheid van de interne controle.

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

In lid 1 wordt weergegeven dat er jaarlijks doelmatigheidsonderzoek wordt gepleegd binnen een organisatie-eenheid of taakveld.

In lid 2 wordt gesproken over onderzoek naar de doeltreffendheid. Dit vindt plaats op basis van het in de programma's of paragrafen van de begroting geformuleerde beleid. Dit beleid kan een geheel begrotingsprogramma omvatten of delen daarvan. Daarnaast kan het een paragraaf van de begroting en jaarstukken of delen daarvan omvatten.

Artikel 3 Integraal onderzoeksplan

De beslissing wat te onderzoeken is aan het college. Vanzelfsprekend zal de raad willen weten wat de plannen zijn en ook de gelegenheid willen hebben om deze te bespreken en als hij dat nodig acht invloed hierop uit te oefenen. Het onderzoeksplan moet een volledig beeld geven van de voorgenomen onderzoeken, zij het nog globaal. Deze wordt door het college vastgesteld.

Artikel 4 Voortgang onderzoek

De paragraaf Bedrijfsvoering van de begroting en jaarstukken dient inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Daarbij dient een relatie te worden gelegd met de inhoud van de programma's. Het ligt voor de hand om in deze paragaaf eveneens te rapporteren over de stand van zaken bij de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.

Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

De bevindingen van de onderzoeken worden gerapporteerd richting de raad, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid, van de Gemeentewet. De rapporten dienen volgens artikel 197 tweede lid van de Gemeentewet te worden gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag. Het betreft uiteraard de verslagen die gedurende het verslagjaar zijn afgerond.

Aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert het doel om te streven naar verbetering. Daarom dienen de evaluatie en de aanbevelingen voor verbetering onderdeel te zijn van de rapportage. Zo nodig wordt door middel van een plan van verbetering het vervolgtraject ingezet. Het is zaak voor het college om maatregelen te nemen voor verbetering, omdat het de bedrijfsvoering van de gemeente betreft. Ze stellen een plan van verbetering op en voeren deze zelf uit. Het plan van verbetering wordt ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Artikel 6 Inwerkingtreding

De geactualiseerde verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 7 Citeertitel

In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening kan worden verwezen.

Vaststelling

De ondertekening van uitgaande stukken van de raad door de burgemeester is in het nieuwe duale bestel gehandhaafd (artikel 75, lid 1 Gemeentewet). Door de komst van de griffier zijn de taken van de gemeentesecretaris gewijzigd. De secretaris hoeft niet meer aanwezig te zijn bij de vergaderingen van de raad. Deze taak wordt overgenomen door de griffier (artikel 107b Gemeentewet). Door deze wijziging is het niet meer de secretaris, die alle uitgaande stukken van de raad mede ondertekent. De griffier moet de uitgaande stukken van de raadsvergaderingen medeondertekenen (artikel 107c Gemeentewet).