Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening marktgelden 2017 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229, lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling. | 03-11-2016 Officiele bekendmakingen, jaargang 2016, no. 216377 | 2016/055 |
De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2017 van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2016
gelezen en stelt, gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet de volgende verordening vast:
“Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2017”
Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats op voor de openbare dienst bestemde en door het college als marktterrein aan te wijzen plaatsen.
Het recht wordt geheven van de vergunninghouder, dan wel van degene die voor zichzelf of voor anderen de betreffende standplaats inneemt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
vermeerderd met € 1,30 voor elke meter of gedeelte daarvan boven de lengte van 4 meter; (2016: € 1, 30)
2.een vaste plaats: € 60,35 per kwartaal, vermeerderd met € 15,10 voor elke meter lengte of gedeelte daarvan boven 4 meter.
Het recht wordt geheven door middel van toezending of uitreiking van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van een kwartaal wordt voor dat kwartaal het recht, vermeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, berekend over zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een volle maand gerekend;
Indien de belastingplicht eindigt in de loop van een kwartaal bestaat aanspraak op ontheffing van het in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, vermelde recht voor zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.
Artikel 7 Termijnen van betaling
De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:
Artikel 9 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden.