Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vaststelling van de regeling tot wijziging van de regeling Maatschappelijke Ondersteuning Den Haag 2016 |
Citeertitel | Vaststelling van de regeling tot wijziging van de regeling Maatschappelijke Ondersteuning Den Haag 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 07-09-2018 | Wijziging | 13-12-2016 Gemeenteblad | RIS295868, BSW/2016.222 |
Hoofdstuk 3 Voorwaarden en criteria maatwerkvoorzieningen
Paragraaf 3.1 Nadere regels als bedoeld in artikel 3.1, vierde lid van de Verordening
Het college kent alleen een maatwerkvoorziening toe bij het aanwezig zijn bij de aanvrager van een:
Artikel 3.1.2 Criteria voor maatwerkvoorzieningen
1.Om in aanmerking te komen voor een maatwerkvoorziening moet zijn vastgesteld datde aanvrager beperkt of niet zelfredzaam is op één of meerdere levensdomeinen als bedoeld in de Wmo-2015, waarbij er geen of onvoldoende ondersteuning kan plaatsvinden vanuit gebruikelijke ondersteuning, die bestaat uit:
Paragraaf 3.2 Nadere regels als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening, ‘logeervoorziening’
Paragraaf 3.3 Nadere regels als bedoeld in artikel 3.3 van de Verordening, ‘opvang en beschermd wonen’
Paragraaf 3.5 Nadere regels als bedoeld in artikel 3.5 van de Verordening, ‘vervoersvoorziening’
Artikel 3.5.1 Financiële tegemoetkomingen voor vervoersvoorzieningen
Paragraaf 3.6 Nadere regels als bedoeld in artikel 3.6 van de Verordening, ‘woonvoorziening’
Paragraaf 3.8 Nadere regels als bedoeld in artikel 3.8 van de Verordening, ‘het voeren van het huishouden’
Paragraaf 3.9 Nadere regels als bedoeld in artikel 3.9 van de Verordening, ‘ondersteuning’
Paragraaf 3.11 Nadere regels als bedoeld in artikel 3.11 van de Verordening, ‘waardering van mantelzorgers’
Artikel 3.11.1 Aanspraak op een mantelzorgwaardering
De mantelzorger die gedurende tenminste drie maanden of minimaal 8 uur per week mantelzorg heeft verleend, kan aanspraak maken op de mantelzorgwaardering.
Besluit van het College tot vaststelling van de Regeling tot wijziging van Bijlage III Lijst van eenvoudige genormeerde aanpassingen van de Regeling maatschappelijke ondersteuning Den Haag 2016.
Dit voorstel betreft de jaarlijkse indexering van de normbedragen voor 2017. Jaarlijks worden de normbedragen voor de maatwerkvoorzieningen van de Wmo aangepast aan het te verwachten inflatiepercentage voor het komende jaar. Ook de normbedragen voor woningaanpassingen worden jaarlijks door het college vastgesteld. Dat percentage wordt verrekend met de nacalculatorische trend van het lopende jaar. Deze berekeningswijze is gebaseerd op de in 2005 met de directie Financiën gemaakte afspraken. De indexering van de normbedragen voor woningaanpassingen voor 2017 bedraagt 1.1%.
Door deze indexering door te voeren wijzigingen de normbedragen van Bijlage III van de Regeling maatschappelijke ondersteuning Den Haag 2016.
Het college van burgermeester en wethouders,
Gelet op artikel 3.6 lid 2 van de Regeling maatschappelijke ondersteuning Den Haag 2016.
de indexering van de normbedragen voor woningaanpassingen voor 2017 1,1 % bedraagt;
Besluit vast te stellen de Regeling tot wijziging van Bijlage III Lijst van eenvoudige genormeerde aanpassingen van de regeling maatschappelijke ondersteuning Den Haag 2016.
De Regeling maatschappelijke ondersteuning Den Haag 2016 wordt gewijzigd als volgt.
A Bijlage III artikel 3.6 lid 2 Regeling maatschappelijke ondersteuning Den Haag wordt gewijzigd als volgt:
LIJST VAN EENVOUDIGE GENORMEERDE AANPASSINGEN
Beschrijving ( de normbedragen zijn incl. 21% BTW)
Artikel IIDeze Regeling treedt in werking op 1 januari 2017.
Burgemeester en wethouders namens dezen,
Algemeen directeur Dienst sociale zaken en werkgelegenheid
Op grond van hoofdstuk 1.6 van de mandaatregeling gemeente Den Haag (mandaatbesluit BSW 2014.291 RIS 280265).
Voor 2017 wordt een algehele herziening van het beleid voorbereid die alle gemeentelijke regelgeving die betrekking heeft op de WMO-2015 integraal herziet. Als gevolg van het opnieuw aanbesteden van de maatwerkvoorzieningen ‘ondersteuning’ en ‘het voeren van het huishouden’ moet het beleid voor deze maatwerkvoorzieningen al voor 1 januari 2017 zijn aangepast. Om die reden is ervoor gekozen om nu alleen de hoofdstukken die noodzakelijk zijn voor deze maatwerkvoorzieningen te wijzigen.
Daarbij lopen de voorgestelde aanpassingen enerzijds inhoudelijk vooruit op de nieuwe opzet voor 2017. Anderzijds is de tekst zo genummerd dat deze nog past bij de bestaande teksten die in 2017 worden herzien. De in dit voorstel gereserveerde paragrafen worden bij die herziening opnieuw bekeken.
De nieuwe opzet die in dit voorstel voor ogen staat is dat de Verordening de door de raad vast te stellen bevoegdheden bevat. De Regeling is een nadere uitwerking van de normerende uitvoerende bevoegdheden van het college. De Beleidsregel (oud) wordt omgeschreven als toelichting op de artikelen van de Regeling. Om deze reden zijn de bestaande normerende bepalingen uit de Beleidsregel (oud) verplaatst naar de Regeling en wordt de Beleidsregel een toelichting bij de Regeling (nieuw) en intern gebruikt voor de uitvoeringsorganisatie en aanbieders van de voorziening. Het doel hiervan is om de besluitvorming (ondanks dat de voorziening maatwerk is en moet blijven) zo eenvormig mogelijk te laten verlopen. Hiervoor is nauw samengewerkt met de projectgroep die inmiddels de concept-beschikkingen heeft opgesteld.
Kern van deze wijziging is het mogelijk maken van resultaatgericht verstrekken van maatwerkvoorzieningen. Dit vraagt om een gemeentelijke regelgeving waarmee resultaatgericht hetzelfde niveau voorzieningen kan worden verstrekt als thans wordt verstrekt. Het huidige niveau van voorzieningen vormt daarom het uitgangspunt. Dit neemt niet weg dat de manier waarop tot dit resultaat wordt gekomen anders wordt per 1 januari 2017. Hierbij zijn de adviezen gevolgd van
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en is de aanbestedingsrichtlijn geïmplementeerd in de Regeling en de Beleidsregel. Daarnaast vraagt de actuele jurisprudentie om enkele aanpassingen in