Overheidsorganisatie | Gemeente Veenendaal |
---|---|
Officiële naam regeling | MANDAATBESLUITCOLLEGE AAN DPG, TEVENS AANWIJZINGSBESLUIT COLLEGE VAN DPG |
Citeertitel | MANDAATBESLUITCOLLEGE AAN DPG, TEVENS AANWIJZINGSBESLUIT COLLEGE VAN DPG |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-08-2016 | 19-12-2016 | Onbekend | 23-08-2016 Gemeenteblad | Onbekend |
Gelet op artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling GGDrU en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal besloten tot vaststelling van het volgende besluit:
1. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal verleent mandaat aan de Directeur Publieke Gezondheid van de GGDrU tot de uitoefening van de bevoegdheid tot het nemen en ondertekenen van besluiten als bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit.
2. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal wijst de Directeur Publieke Gezondheid aan als toezichthouder als bedoeld in de artikelen 1.61, eerste lid en 2.19, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Onder de verlening van het mandaat als bedoeld in artikel 1 wordt mede verstaan:
Het toestaan van het verlenen van ondermandaat voor het nemen en ondertekenen van besluiten aan medewerkers van de GGDrU;
Het voorbereiden van de besluiten als bedoeld in artikel 1;
Het doen uitvoeren van de besluiten als bedoeld in artikel 1, met in begrip van het verrichten van alle feitelijke handelingen en privaatrechtelijke rechtshandelingen die daartoe strekken.
1. Van de mandaatverlening als bedoeld in artikel 1 zijn uitgesloten de bevoegdheden tot het nemen van de navolgende besluiten en beslissingen:
Het verlenen van een ondermandaat voor de bevoegdheid tot het aanwijzen van een persoon als toezichthouder;
Het verlenen van een ondermandaat voor de bevoegdheid tot het aanwijzen van een andere door de wet genoemde functionaris als bedoeld in artikel 1 sub a tot en met c van bijlage 1 bij dit mandaatbesluit;
Het nemen van een besluit op bezwaar gericht tegen een primair besluit als bedoeld in artikel 1;
Het behandelen van beroepsprocedures en voorlopige voorzieningen bij de bestuursrechter tegen primaire besluiten en besluiten op bezwaar en hoger beroepsprocedures gericht tegen uitspraken van de rechtbank.
2. Onder de uitsluitingsgronden als bedoeld in het eerste lid onder c en d valt niet het verlenen van ondersteuning ten behoeve van de voorbereiding van het nemen van een besluit op bezwaar respectievelijk van de behandeling van het beroep en hoger beroep en van de voorlopige voorziening.
Artikel 4 Instructies
Ten aanzien van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden verleent het college van burgemeester en wethouders uitsluitend schriftelijke instructies, tenzij sprake is van een spoedeisend geval.
Het college van burgemeester en wethouders stemt zijn schriftelijke instructies als bedoeld in het eerste lid vooraf af met de Directeur Publieke Gezondheid van de GGDrU.
Artikel 5 Aanwijzing
Bij de uitoefening van een bevoegdheid tot het aanwijzen van een persoon als toezichthouder of een andere door de wet genoemde functionaris maakt de Directeur Publieke Gezondheid gebruik van de het model aanwijzingsbesluit als bedoeld in bijlage 2 bij dit besluit.
Artikel 6 Uitvoering van het mandaat
Het algemeen bestuur stemt schriftelijk in met de verlening van dit mandaat aan de Directeur Publieke Gezondheid door kennisgeving daarvan aan het college van burgemeester en wethouders voordat de Directeur Publieke Gezondheid het mandaat uitvoert dan wel doet uitvoeren.
Artikel 7 Wijze van ondertekening
Een op grond van dit mandaat genomen besluit wordt door de (onder)gemandateerde ondertekend met de vermelding “Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, namens het college.
Artikel 8 Aanduiding
Dit besluit kan aangehaald worden als Mandaat- en aanwijzingsbesluit college - DPG GGDrU.
Artikel 9Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de eerstvolgende dag nadat het op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.
Aldus vastgesteld op 23 augustus 2016 te Veenendaal.
Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan.
BIJLAGE 1
Bijlage als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit college aan DPG GGDrU
Artikel 1
Tot de bevoegdheid tot het nemen van de besluiten als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit college aan DPG GGDrU behoren de bevoegdheden zoals geregeld in de navolgende wettelijke bepalingen:
artikel 4 Wet op de lijkbezorging (bevoegdheid tot aanwijzing lijkschouwer);
artikel 6.1, eerste lid, Wet maatschappelijke ondersteuning (bevoegdheid tot aanwijzing als toezichthouder);
artikel 1.61, eerste lid, en artikel 2.19, eerste lid, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (mandatering/machtiging van bevoegdheden van de DPG/toezichthouder);
het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 1.65 en 2.23 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;